Katrol

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Een Katrol is een onderdeel van de pionieruitrusting dat wordt gebruikt om de trekrichting van een touw te veranderen en een zware last mee te verlichten. Een katrol bestaat uit een ronde schijf die om een as (nagel) draaien kan. De schijf heeft een groef (spoor) waar een touw in kan liggen. De as zit bevestigd in zogenoemde blokwangen die samen het huis vormen. Aan het huis zit een haak of oog om het geheel aan op te hangen. Een tweede oog aan een katrol noemt men een Hondsvot.

Het gebruik van een katrol voorkomt slijtage aan het touw, ten opzichten van een touw zonder katrol over een tak of balk te gooien. Door de draaiende schijven wordt ook de weerstand minder waardoor het touw makkelijker om een hoek zal lopen.

Meer schijven in een katrol kunnen de last meerdere malen verlichten. Men noemt een katrol in zo’n geval een takelblok. De term “blok” wordt ook gebruikt in de scheepvaart voor een katrol en komt voort uit het feit dat men vroeger een blok uit een stuk hout sneed zonder bewegende schijven.

Waneer een enkele schijf vast in een constructie is gemonteerd noemt men het een omloop- of keerwiel. In combinatie met een losse katrol kan wel hetzelfde resultaat worden bereikt.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Waarschijnlijk is het katrol al ontstaan in de 16de of 17de eeuw. Men spreekt ook wel van een hijsblok of hijsrol. Al in de middeleeuwen werd er gebruikgemaakt van een soort katrol om kruisbogen of grote katapulten op te spannen.

Het woord kan afgeleid zijn van het werkwoord “katten" dat ombuigen betekend maar ook gebruikt werd om twee ankers aan een ketting te bevestigen. Dit werd gekat ankeren of katting genoemd.

Materiaal[bewerken | brontekst bewerken]

Katrollen en omloopwielen heb je in hout, verschillende metalen en kunststof. Voor iedere toepassing zijn eigen materiaal. Vroeger waren ze vaak vervaardigt in hout wat goed voorhanden was en makkelijk te bewerken. Metalen katrollen kunnen zwaarder belast worden maar kunnen scherpere randen of bramen hebben waardoor een touw weer sneller slijt. Voor staalkabels worden ook kunststof wielen gebruikt. De schijf dient dan wel een goede controle te krijgen omdat het staal de kunststof schijf kan slijten. Toch geeft dat de voorkeur omdat een schijf makkelijker te vervangen is dan de kabel.

Katrollen hebben ook hun beperkingen en het heeft de voorkeur een katrol te gebruiken met een Werk Last Limiet erop aangegeven voor een veilige belasting

Samenstelsel[bewerken | brontekst bewerken]

Wie verschillende katrollen samenstelt kan de kracht die nodig is om een last op te tillen verminderen. Men spreekt dan over een takel. Hoe meer schijven en omlopen van het touw hoe kleiner de kracht die nodig is.

Bij iedere extra omloop of schijf dient er ook een extra touwlengte te worden binnen gehaald. Dit is zelfs tweemaal zoveel als de hoogte die de last wordt opgelift.

Verhoudingen[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel men bij krachten spreekt van Newton gebruiken we voor deze uitleg Kilogram. Deze verhoudingen gaan alleen op als de schijven dezelfde diameter hebben.

Enkele Jol
het touw loopt over 1 enkele schijf. De verhouding is dan 1:1 (10 Kg last = 10 Kg trekkracht) Men kan het hondsvot, het oog, bevestigd aan een vastpunt waarbij er twee “lopende"touwen zijn (Wipper) of aan de last (Klaploper). Hierdoor krijgen een lopend touw en een geblokt touw. De hijsverhouding blijft hetzelfde.
Dubbele Jol - Halflasttakel
het touw loopt over twee schijven. Tussen de schijven loopt het touw nu heen en weer. Een uit einde van het touw word bevestigd aan het oog van een van de katrollen en heet nu het Hondsend. Verhouding van 2:1 (20 Kg last = 10 Kg trekkracht)
Derde Handje - Derdelast - Drielasttakel - Drieloper
In dit geval is er een katrol met een dubbele schijf en loopt het touw heen, weer en terug. De verhouding is nu 3:1 -
Vierloper
de naam zegt het al een beetje. Er worden twee dubbele katrollen gebruikt met een totaal van 4 schijven. De verhouding is nu 4:1
Halve Gijn
een twee en een drieschijfskatrol, verhouding 5:1
(Hele) Gijn of Jijntakel
twee katrollen met drieschijven. Verhouding 6:1

Gebruik & Onderhoud[bewerken | brontekst bewerken]

  • Voorzichtigheid is geboden. bij het gebruik van katrollen en takels komen flinke krachten te pas. Hierdoor kan ongewild schade ontstaan of gewonden vallen.
  • Voor gebruik controleren op slijtage, scheuren in de houten schijven, bramen in metalen schijven en bij houten en kunststof schijven controleren op uitslijten van het spoor.
  • Let er op dat het spoor gelijk is aan de diameter van het touw. Vooral een te dik touw kan flinke slijtage oplopen op een te smal spoor.
  • Zorg dat de bediener van de takel stabiel staat en goede grip heeft.
  • Om te beschikken over remkracht zijn verschillende apparaten in de handel, deze zorgen vaak wel voor extra weerstand.
  • Na elk gebruik schoonmaken en metalen katrollen een dun laagje vaseline tegen roest, een druppeltje (smeer)olie tussen de rollers.

Verder inpakken in een vettige doek en wegzetten in een droge ruimte.

Gebruik katrollen, blokken en takels slechts na uitgebreide instructie. Zonder de nodige kennis kunnen ze levensgevaarlijk zijn!!

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.