Kruissjorring

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

De kruissjorring is een sjorring die bij het pionieren wordt gebruikt om twee balken aan elkaar vast te maken die redelijk loodrecht op elkaar staan (wanneer de hoeken te veel van elkaar afwijken gebruik je de diagonaalsjorring).

  • Begin met een mastworp met voorslag op de meest stabiele paal (meestal de verticale paal) onder de horizontale paal. Zorg ervoor dat het kruis van de mastworp aan de zijkant van de paal zit waarbij het werkeinde in de richting wijst van de horizontale paal.
  • Met je werkeinde maak je nu telkens een slag (driekwart) om de eerstvolgende paal heen die het touw tegenkomt.
  • Zodra je een hele slag hebt gemaakt en weer bent uitgekomen bij de mastworp (met voorslag) ga je daar aan de buitenzijde langs (ofwel er onder langs). Op de horizontale paal ga je nu binnen de touwen langs en dit proces herhaal je totdat je overal 3 keer bent geweest.
  • Nu begint het woelen. Maak voordat je gaat woelen altijd de slag om je paal af. Ga 3 keer met je touw tussen de palen door om en trek iedere keer hard aan om je vorige gemaakte slagen strak te trekken.
  • De sjorring eindigt met een mastworp op de horizontale paal. Zorg ervoor dat je mastworp direct begint daar waar je eindigt met je woeling zodat er weinig speling in het touw zit.

Afhankelijk van land en/of groep wordt een kruissjorring ook wel begonnen met een "gewone" mastworp, een timmersteek of een constrictorknoop. In Nederland eindigen we eigenlijk altijd met een mastworp.

Een variatie op de kruissjorring

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.