Uniform (FOS)

Het dragen van een uniform is bij de meeste scoutinggroepen gebruikelijk. Het sluit aan bij de gedachte dat iedereen gelijkwaardig is, ongeacht rang of stand, religie of huidskleur.

Het uniform, zoals dat bij FOS Open Scouting in principe gedragen wordt, bestaat uit

• een donkerblauwe broek, volgens de afspraken binnen de troep kort of lang
• een donkerblauw hemd, met twee bevestigingsbanden voor schouderstukken en twee borstzakken, met kentekens
• een das in de eenheidskleuren, bij seascouts een blauwe das met witte rand, met dasring
• een leren riem met scoutsgesp
• Grijze kousen
• Stevige wandelschoenen

en optioneel

• een eenheidspet, scouts- of gidsenhoed.

Het bovenste knoopje van het hemd is open, als symbool van openheid. De das wordt over de kraag gedragen, niet eronder. De mouwen zijn tot boven de elleboog opgerold, als symbool voor je paraatheid.

Er zijn meerdere redenen te verzinnen voor het dragen van een uniform:

• Gelijkwaardigheid: Iedereen heeft ongeveer hetzelfde aan, of je nou rijk of arm bent, of wat je geloof of afkomst ook is.
• Herkenning: Aan de kleding is te zien bij welke scoutinggroep en welke functie iemand heeft. (Aan een correct gedragen uniform kan je eigenlijk volledig nagaan wie iemand is, tot op zo'n 6 personen na, uitgezonderd Bevers en Seniors)
• Herinnering: Insignes en badges geven aan bij welke evenementen je bent geweest, of welke vaardigheden je hebt opgedaan
• Praktisch: Het uniform kan tegen een stootje en mag vies worden, iets waar veel andere alledaagse kleding minder geschikt voor is.

Insignes, naambandjes en badges

Op het hemd worden verschillende kentekens aangebracht, gaande van vaardigheidsinsigne, patrouillelint tot WOSM -of WAGGGS-logo.

• Op de rechtermouw:

Het Provinciebandje, komt net onder het schouderlint.

Het eenheidskenteken, op zo'n 7 cm van het schouderlint.

De Badges, onder het eenheidskenteken (zelf te verdienen vaardigheidsinsignes)

• Op de linkermouw:

Het FOS-kenteken, op zo'n 7 cm van het schouderlint, de beloftehandjes worden onder het kenteken weggenaaid.

Het belofte-kenteken, de twee handjes die onderaan het FOS-kenteken zitten worden te voorschijn gehaald en opnieuw vastgenaaid.

Het teervoet, eerste of tweede klas-insigne, plaats: lager dan het belofte-teken.

(hulp)nestleiderlint-en: bij de welpen, de ANL draagt 1 geel lint, genaaid in V-vorm. De NL draagt er 2 boven elkaar.

• De rechterborstzak:

Het jaarkenteken, komt net boven de rechterborstzak.

Op de rechterborstzak kan men een insigne dragen dat herinnert aan een bepaald evenement.

• De linkerborstzak:

FOS-België, komt net boven de linkerborstzak.

Op de linkerborstzak:

Bevers: 'Bever zijn is Fijn', Beverkenteken.

Welpen: Belofte-teken of de 'Grijze Wolf'

Vanaf JVG's: voor de Gidsen het WAGGGS-logo, voor Scouts het WOSM-logo.

(Assistent)patrouilleleiders:

PL: langs weerszijden van het WOSM/WAGGGS-logo een verticaal wit lint

APL: 1 verticaal wit lint, aan de zijde het dichtst bij de hemdsknopen.

• De bevestigingsbanden voor schouderstukken:

Welpen dragen een schouderbandje met hun nestkleur.

JVG's en VG's dragen hun patrouillelint aan de linker band, anders zou dit immers het Provinciebandje bedekken.

Leiding draagt een schouderbandje met een kleur afhangend van hun functie.

• De Gilwellveter met 2 of 3 klompjes, wordt over de das gedragen.

FOS Open Scouting

Patrouilleleider, Ploegleider

Assistent patrouilleleider / Assistent ploegleider