Herman van Voorst tot Voorst: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Persoon | {{Persoon | ||
|Naam=Herman Franciscus Maria (Herman), baron van Voorst tot Voorst | |||
|Foto=Voorst tot Voorst HFM.jpg | |Foto=Voorst tot Voorst HFM.jpg | ||
|Beweging=Verkenners | |Geslacht=man | ||
|Beweging=Katholieke Verkenners | |||
|Beweging 1=de Katholieke Jeugdbeweging | |||
|Geboorteplaats=Den Haag | |Geboorteplaats=Den Haag | ||
|Geboorteprovincie=Zuid-Holland | |Geboorteprovincie=Zuid-Holland | ||
Regel 11: | Regel 14: | ||
|Overlijdensdatum=1971/07/09 | |Overlijdensdatum=1971/07/09 | ||
}} | }} | ||
'''Herman Franciscus Maria baron van Voorst tot Voorst''' | '''Herman Franciscus Maria, baron van Voorst tot Voorst''' was van [[1946]] tot [[1956]] [[Hoofdcommissaris]] van de [[Katholieke Verkenners]] en van [[de Katholieke Jeugdbeweging]]. | ||
Hij was aan het begin van de [[Scouting in de Tweede Wereldoorlog|Tweede Wereldoorlog]] | ==Levensloop== | ||
In 1903 ging hij naar de Koninklijk Militaire Academie en werd 2e luitenant der cavalerie in 1906; en zat van 1918-1924 aan de Hogere Krijgsschool. Hij trouwde in Amersfoort op 19 januari 1915 met Felicia Maria, barones Schimmelpenninck van der Oije. | |||
Hij was aan het begin van de [[Scouting in de Tweede Wereldoorlog|Tweede Wereldoorlog]] Souschef van de Generale Staf, hierdoor was hij een van de naaste medewerkers van de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, generaal Winkelman, in de meidagen van 1940. De overgave van Nederland werd enkele uren vertraagd door het feit dat hij en zijn broer Godfried zich conform familie-traditie niet wilden overgeven en tot het bittere eind wilden doorvechten.<br /> | |||
Na de capitulatie werd hij, net zoals zijn broer, als krijgsgevangene naar Duitsland gebracht omdat hij weigerde zijn woord van eer te geven dat hij zich niet tegen de Duitsers zou verzetten. Na de oorlog was hij van 1946 tot 1949 lid van van de Eerste Kamer, voor de Katholieke Volkspartij en van 1949 tot 1961 lid van de Raad van State. | Na de capitulatie werd hij, net zoals zijn broer, als krijgsgevangene naar Duitsland gebracht omdat hij weigerde zijn woord van eer te geven dat hij zich niet tegen de Duitsers zou verzetten. Na de oorlog was hij van 1946 tot 1949 lid van van de Eerste Kamer, voor de Katholieke Volkspartij en van 1949 tot 1961 lid van de Raad van State. | ||
==Scouting== | |||
Van 1946 tot 1956 was hij [[hoofdcommissaris]] van de [[Katholieke Verkenners]], tevens hoofdcommissaris van [[de Katholieke Jeugdbeweging]]. Als zodanig was hij 6 jaar lid van het “International Committee of the Scout Movement”. Zijn inzet werd in [[1957]] gehonoreerd met de enige onderscheiding van de [[World Organization of the Scout Movement|WOSM]], de [[Bronzen Wolf]], die slechts aan zeer enkelen ten deel valt. | |||
==Onderscheidingen en eretitels== | |||
* Grootofficier van het Civiele Huis van de Koningin | |||
* Ere- en devotieridder Soevereine en militaire orde van Malta (1951) | |||
* Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau | |||
* Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw | |||
== Externe link == | == Externe link == | ||
Regel 23: | Regel 38: | ||
{{DEFAULTSORT:Voorst tot Voorst, Herman van}} | {{DEFAULTSORT:Voorst tot Voorst, Herman van}} | ||
[[Categorie:Persoon uit de scoutinggeschiedenis]] | |||
[[Categorie:Ontvanger Bronzen Wolf]] | [[Categorie:Ontvanger Bronzen Wolf]] | ||
[[Categorie:Katholieke Verkenners]] | |||
[[fr:Herman van Voorst tot Voorst]] | [[fr:Herman van Voorst tot Voorst]] |
Versie van 29 okt 2020 18:44
Herman Franciscus Maria, baron van Voorst tot Voorst was van 1946 tot 1956 Hoofdcommissaris van de Katholieke Verkenners en van de Katholieke Jeugdbeweging.
Levensloop
In 1903 ging hij naar de Koninklijk Militaire Academie en werd 2e luitenant der cavalerie in 1906; en zat van 1918-1924 aan de Hogere Krijgsschool. Hij trouwde in Amersfoort op 19 januari 1915 met Felicia Maria, barones Schimmelpenninck van der Oije.
Hij was aan het begin van de Tweede Wereldoorlog Souschef van de Generale Staf, hierdoor was hij een van de naaste medewerkers van de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, generaal Winkelman, in de meidagen van 1940. De overgave van Nederland werd enkele uren vertraagd door het feit dat hij en zijn broer Godfried zich conform familie-traditie niet wilden overgeven en tot het bittere eind wilden doorvechten.
Na de capitulatie werd hij, net zoals zijn broer, als krijgsgevangene naar Duitsland gebracht omdat hij weigerde zijn woord van eer te geven dat hij zich niet tegen de Duitsers zou verzetten. Na de oorlog was hij van 1946 tot 1949 lid van van de Eerste Kamer, voor de Katholieke Volkspartij en van 1949 tot 1961 lid van de Raad van State.
Scouting
Van 1946 tot 1956 was hij hoofdcommissaris van de Katholieke Verkenners, tevens hoofdcommissaris van de Katholieke Jeugdbeweging. Als zodanig was hij 6 jaar lid van het “International Committee of the Scout Movement”. Zijn inzet werd in 1957 gehonoreerd met de enige onderscheiding van de WOSM, de Bronzen Wolf, die slechts aan zeer enkelen ten deel valt.
Onderscheidingen en eretitels
- Grootofficier van het Civiele Huis van de Koningin
- Ere- en devotieridder Soevereine en militaire orde van Malta (1951)
- Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw