Johan Jacob Eliza van den Brandeler: verschil tussen versies
k (Egel heeft pagina J.J.E. van den Brandeler hernoemd naar Johan Jacob Eliza van den Brandeler) |
k (Opmaak refs) |
||
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 15: | Regel 15: | ||
'''{{PAGENAME}}''' was [[districtscommissaris]] van Overijssel bij de [[Nederlandsche Padvindersorganisatie]]. | '''{{PAGENAME}}''' was [[districtscommissaris]] van Overijssel bij de [[Nederlandsche Padvindersorganisatie]]. | ||
==Levensloop== | == Levensloop == | ||
Hij studeerde rechtsgeleerdheid aan de Universiteit in Leiden. Na zijn afstuderen vestigde hij zich als advocaat in Zwolle en oefende daar tot 1923 rechtspraktijk uit. In dit tijdperk vond hij naast zijn drukke werkkring als advocaat gelegenheid zijn werkkracht beschikbaar te stellen voor verschillende algemene en sociale bemoeiingen. Zo was hij mede-oprichter van de Openbare Leeszaal te Zwolle, bestuurslid van Pro Juventute, kantonrechter-plaatsvervanger, secretaris en plaatsvervangend voorzitter van het comité tot ontwikkeling en ontspanning van geïnterneerde militairen in Nederland, oprichter en voorzitter van de Burgerwacht te Zwolle. In 1923 vestigde hij zich te Arnhem: hij werd toen aan het A.K.U.-concern (destijds nog Enka) verbonden als secretaris van de directie. Na enige tijd werd hij opgenomen in het college van adjunct-directeuren. In 1929, bij een reorganisatie, trad hij af als adjunct-directeur en werd benoemd tot secretaris van de Raad van Commissarissen. In 1933 verwisselde hij deze functie met die van gedelegeerd commissaris en speciaal in deze hoedanigheid kon hij in de moeilijke jaren zijn reeds zo vruchtdragend werk voortzetten. Hij toonde steeds zijn belangstelling voor verschillende maatschappelijke en wetenschappelijke belangen. Hij was o.a. sinds vele jaren lid van de directie van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen in Haarlem. Hij was ook commissaris in verschillende dochtermaatschappijen van het AKU-concern, terwijl hij ook lid was van de Raad van Arbeid te Arnhem en voorzitter van het schoolbestuur van de Arnhemse Schoolvereniging.<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010328587:mpeg21:a0101 Jhr. Mr. .J. J. E. van den Brandeler overleden. Arnhemsche courant 27 | Hij studeerde rechtsgeleerdheid aan de Universiteit in Leiden. Na zijn afstuderen vestigde hij zich als advocaat in Zwolle en oefende daar tot 1923 rechtspraktijk uit. In dit tijdperk vond hij naast zijn drukke werkkring als advocaat gelegenheid zijn werkkracht beschikbaar te stellen voor verschillende algemene en sociale bemoeiingen. Zo was hij mede-oprichter van de Openbare Leeszaal te Zwolle, bestuurslid van Pro Juventute, kantonrechter-plaatsvervanger, secretaris en plaatsvervangend voorzitter van het comité tot ontwikkeling en ontspanning van geïnterneerde militairen in Nederland, oprichter en voorzitter van de Burgerwacht te Zwolle. In 1923 vestigde hij zich te Arnhem: hij werd toen aan het A.K.U.-concern (destijds nog Enka) verbonden als secretaris van de directie. Na enige tijd werd hij opgenomen in het college van adjunct-directeuren. In 1929, bij een reorganisatie, trad hij af als adjunct-directeur en werd benoemd tot secretaris van de Raad van Commissarissen. In 1933 verwisselde hij deze functie met die van gedelegeerd commissaris en speciaal in deze hoedanigheid kon hij in de moeilijke jaren zijn reeds zo vruchtdragend werk voortzetten. Hij toonde steeds zijn belangstelling voor verschillende maatschappelijke en wetenschappelijke belangen. Hij was o.a. sinds vele jaren lid van de directie van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen in Haarlem. Hij was ook commissaris in verschillende dochtermaatschappijen van het AKU-concern, terwijl hij ook lid was van de Raad van Arbeid te Arnhem en voorzitter van het schoolbestuur van de Arnhemse Schoolvereniging.<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010328587:mpeg21:a0101 Jhr. Mr. .J. J. E. van den Brandeler overleden. Arnhemsche courant 27 februari 1941]</ref>. | ||
==Scouting== | == Scouting == | ||
Hij was troepleider ([[hopman]]) van een troep in Zwolle en districtscommissaris van Overijssel bij de Nederlandsche Padvindersorganisatie<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002322017:00007 De | Hij was troepleider ([[hopman]]) van een troep in Zwolle en districtscommissaris van Overijssel bij de Nederlandsche Padvindersorganisatie<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002322017:00007 De Padvinder, jrg 3, 1913, no 120, 26 april 1913]</ref>. Bij [[de Nederlandsche Padvinders]] was hij afdelingssecretaris<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB14:002313060:00008 Het Padvindersblad, jrg 3, 1916, no 13, 25 augustus 1916]</ref>. | ||
==Onderscheidingen en eretitels== | == Onderscheidingen en eretitels == | ||
* Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw<ref>[https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/index/nt00435/170fade6-d2d8-11e8-828a-00505693001d?searchTerm=brandeler Kanselarij der Nederlandse Orden]</ref> | * Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw<ref>[https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/index/nt00435/170fade6-d2d8-11e8-828a-00505693001d?searchTerm=brandeler Kanselarij der Nederlandse Orden]</ref> | ||
* Rechtsridder van de Johanniterorde<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000057652:mpeg21:a0178 Familiebericht Algemeen Handelsblad 27 | * Rechtsridder van de Johanniterorde<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000057652:mpeg21:a0178 Familiebericht Algemeen Handelsblad 27 februari 1941]</ref> | ||
{{bron|bronvermelding= | {{bron|bronvermelding= | ||
Regel 29: | Regel 29: | ||
{{beg}} | {{beg}} | ||
{{DEFAULTSORT: Brandeler, Johan Jacob Eliza van den}} | {{DEFAULTSORT: Brandeler, Johan Jacob Eliza van den}} | ||
[[Categorie:Persoon uit de scoutinggeschiedenis]] | |||
[[Categorie: Persoon uit de scoutinggeschiedenis]] |
Huidige versie van 21 apr 2024 om 12:00
Johan Jacob Eliza van den Brandeler was districtscommissaris van Overijssel bij de Nederlandsche Padvindersorganisatie.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Hij studeerde rechtsgeleerdheid aan de Universiteit in Leiden. Na zijn afstuderen vestigde hij zich als advocaat in Zwolle en oefende daar tot 1923 rechtspraktijk uit. In dit tijdperk vond hij naast zijn drukke werkkring als advocaat gelegenheid zijn werkkracht beschikbaar te stellen voor verschillende algemene en sociale bemoeiingen. Zo was hij mede-oprichter van de Openbare Leeszaal te Zwolle, bestuurslid van Pro Juventute, kantonrechter-plaatsvervanger, secretaris en plaatsvervangend voorzitter van het comité tot ontwikkeling en ontspanning van geïnterneerde militairen in Nederland, oprichter en voorzitter van de Burgerwacht te Zwolle. In 1923 vestigde hij zich te Arnhem: hij werd toen aan het A.K.U.-concern (destijds nog Enka) verbonden als secretaris van de directie. Na enige tijd werd hij opgenomen in het college van adjunct-directeuren. In 1929, bij een reorganisatie, trad hij af als adjunct-directeur en werd benoemd tot secretaris van de Raad van Commissarissen. In 1933 verwisselde hij deze functie met die van gedelegeerd commissaris en speciaal in deze hoedanigheid kon hij in de moeilijke jaren zijn reeds zo vruchtdragend werk voortzetten. Hij toonde steeds zijn belangstelling voor verschillende maatschappelijke en wetenschappelijke belangen. Hij was o.a. sinds vele jaren lid van de directie van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen in Haarlem. Hij was ook commissaris in verschillende dochtermaatschappijen van het AKU-concern, terwijl hij ook lid was van de Raad van Arbeid te Arnhem en voorzitter van het schoolbestuur van de Arnhemse Schoolvereniging.[1].
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was troepleider (hopman) van een troep in Zwolle en districtscommissaris van Overijssel bij de Nederlandsche Padvindersorganisatie[2]. Bij de Nederlandsche Padvinders was hij afdelingssecretaris[3].