Mee-Avdoet le-Cheroet

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Mee-Avdoet le-Cheroet
Groningen ­Groningen ­Nederland
Icon girl guide.svgIcon boy scout.svg Meisjes en Jongens
Bezig met het laden van de kaart...

Mee-Avdoet le-Cheroet was voor de Tweede Wereldoorlog een scoutinggroep in Groningen.

Geschiedenis

Omstreeks 1933 werd in Groningen een tweede joodse groep actief. Dit was een zionistische afsplitsing van de Idunagroep onder de naam Mee-Avdoet le-Cheroet (Van knechtschap naar vrijheid). Aaltje van der Woude en Elie Cohen sloten zich aan bij deze zionistische padvindersgroep en de zionistische studentenorganisatie NZSO. Elie werd groepsleider en Aaltje weer Akela. I. de Lange werd assistent-welpenleider.

Zowel de Idunagroep (eerst bij de NPV) als Mee-Avdoet le-Cheroet waren aangesloten bij Padvinders Vereniging Nederland.

Veel van de leden en leiders van deze joodse Scoutinggroep kwamen om in de Tweede Wereldoorlog. Hun verhalen zijn beschreven binnen het project Scouts in de oorlog[1].   

Activiteiten

De groep van ongeveer 15 leden ging eens per jaar een dag of tien kamperen in de buurt van Groningen, bijvoorbeeld in Zeegse, Appèlbergen of Vosbergen.

De groep was in 1936 samen met de andere Groninger groepen aanwezig bij de viering van het 25-jarig bestaan van Scouting in Groningen[2].

De Wereld Jamboree van 1937 in Vogelenzang was een hoogtepunt in de geschiedenis van de groep. Een aantal leden van de groep namen deel aan dit evenement. Naast de Groninger scouts namen ook scouts deel van de WInschoter Joodse Jeugd groep (15 scouts), van de Berg stichting uit Laren (26 scouts), van de Iduna-groep (30 scouts) en de T.O.P. groep uit Den Haag (40 welpen, verkenners en voortrekkers). Daarnaast waren op de Wereld Jamboree 55 Joodse padvinders uit Engeland en veertig padvinders uit Frankrijk aanwezig, die kampeerden op subkamp 1, 3 en 5. De verkenners van de T.O.P. groep waren ingedeeld in subkamp 9, Oranje. De voortrekkers kampeerden op het voortrekkersterrein. De andere Nederlandse Joodse groepen stonden op subkamp 10, Woestduin. Hopman Salomon Cohen van de Berg-stichting zorgde voor het rituele voedsel en de stamleden van de T.O.P.-groep kregen de zorg voor het foerageren van de buitenlandse Joodse groepen op de Jamboree. De voedselverzorging verliep niet makkelijk doordat ze verspreid over het terrein stonden en de afstanden groot waren. Door bemiddeling van de oubaas Gompers kreeg de stam voor de foerage in de ochtenduren een vrachtauto ter beschikking.

De organisatie van de godsdienstige bijeenkomsten was opgedragen aan de scouts van de Bergstichting. Op vrijdagavond 30 juli had in de open lucht een Joodse viering plaats. Naast de bovengenoemde Nederlandse groepen en buitenlandse Joodse padvinders namen hieraan ook 22 Hongaren, tien Schotten, zes padvinders uit Amsterdam en één uit Beverwijk deel. Op zaterdag 31 juli werd een bijzondere Sjabbatviering gehouden onder leiding van mr. Lypson, die tot een Engelse groep behoorde. De volgende dag hield dr. Ph. Frank, opperrabbijn van Noord-Holland, een toespraak voor alle Joodse padvinders op de jamboree[3].  

Op initiatief van de T.O.P.-groep uit Den Haag vond op 21 mei 1939 in Den Haag een conferentie plaats van leiders van Joodse padvindersgroepen. Deze bijeenkomst, onder leiding van hopman Polak, had ten doel: het contact leggen tussen Joodse padvindersleiders in Nederland, het bevorderen van oprichting van meer Joodse groepen en het bewaren en handhaven van de Joodse traditie in deze groepen. Hopman Cohen was hierbij aanwezig[4].

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.