Hij trouwde 25 februari 1904 in Den Haag met Tonia Bouvin, samen kregen zij drie kinderen.
Hij was voorzitter van de Rotterdamsche Bankiers Vereeniging en lid van den Raad van Bijstand der Bedrijfsgroep Handelsbanken. Voorts was hij o.m. commissaris van de Nederlandse Gist en Spiritusfabriek, Nederlandse Scheepvaart Unie, Rotterdamsche Lloyd, Machinefabriek Reineveld, Hollandsche Koopmansbank, de Rotterdamsche Hypotheekbank voor Nederland, de Rotterdamsche Liquidatiekas en van verschillende administratiekantoren. Sedert 1921 vervulde hij de functie van consul-generaal van Zweden te Rotterdam[1].
Scouting
Hij was vanaf oktober 1933 lid van de Raad der Vereeniging van De Nederlandse Padvinders.
Onderscheidingen en eretitels
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
Commandeur in de Orde van Vasa 2e klasse (Koninkrijk Zweden)
Ridder in de Orde van de Poolster (Koninkrijk Zweden)
Commandeur in de Orde van Sint-Sava (Koninkrijk Servië)