Topografische kaart: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Regel 27: Regel 27:


=Oriënteren=
=Oriënteren=
Als je wilt weten waar je je op de kaart bevindt, dan moet je eerst weten hoe je de kaart moet vasthouden. Dat klinkt lachwekkend... maar hier wordt bedoeld: je moet het noorden op de kaart ook in de richting van het noorden houden. "De kaart op het noorden leggen" of "oriënteren", heet dat. Het is wel handig om te weten dat bij de meeste kaarten de bovenkant het noorden is.
Als je wilt weten waar je je op de kaart bevindt, dan moet je eerst weten hoe je de kaart moet vasthouden. Dat klinkt lachwekkend... maar hier wordt bedoeld: je moet het noorden op de kaart ook in de richting van het noorden houden. "De kaart op het noorden leggen" of "oriënteren", heet dat. Het is wel handig om te weten dat bij de meeste kaarten de bovenkant het noorden is.


=Kleuren=
=Kleuren=

Versie van 4 feb 2006 11:47

Stafkaart

Er bestaan verschillende soorten kaarten; wandelkaarten, fietskaarten, autokaarten, zeekaarten, enz. Bij Scouting gebruiken we de stafkaart. Een stafkaart is een topografische kaart. Dat wil zeggen dat het een verkleinde weergave van de werkelijkheid is. Alles staat er dus op. Hieronder een voorbeeld van een kaart met schaal 1:25.000

Bestand:Stafkaart vb.png

Schaal

De schaal van de stafkaarten die het meest gebruikt wordt binnen Scouting is 1:25.000. Dit wil zeggen, 1 cm. op de kaart is dan in werkelijkheid 25.000 cm., ofwel 250 meter.

1 cm = 25.000 cm
1 cm = 2.500 dm
1 cm = 250 m Deze verschillende schalen zijn er verder nog voor stafkaarten:

  • 1:25.000 (1cm = 250m)
  • 1:50.000 (1cm = 500m)
  • 1:100.000 (1cm = 1km)

Bij zowel de 1:25000 als de 1:50000 is elk vakje op de kaart altijd 1 bij 1 km.

Legenda

omdat op de kaart natuurlijk niet alles kan worden nagetekend, wordt gewerkt met tekens. De verklaring van de tekens heet de legenda. Als je de legenda van de kaart eens goed bekijkt, dan zie je hoeveel er wel niet allemaal op de kaart wordt aangegeven!


Op de kaart zie je ook bruine kronkelige lijnen. Dat zijn HOOGTELIJNEN. Die verbinden alle punten die op dezelfde hoogte liggen. Meestal om de 5 of 10 meter. Als er veel lijnen dicht bij elkaar staan dan betekent dat dat het daar erg steil is.

Oriënteren

Als je wilt weten waar je je op de kaart bevindt, dan moet je eerst weten hoe je de kaart moet vasthouden. Dat klinkt lachwekkend... maar hier wordt bedoeld: je moet het noorden op de kaart ook in de richting van het noorden houden. "De kaart op het noorden leggen" of "oriënteren", heet dat. Het is wel handig om te weten dat bij de meeste kaarten de bovenkant het noorden is.

Kleuren

Op de kaart wordt met veel verschillende kleuren gewerkt. Dat ziet wel leuk uit, maar het is vooral heel erg handig. als je een beetje op de kleuren let, is het veel makkelijker om te zien waar je op de kaart bent. Een donkergroen vlak is een bos, een lichtgroen vlak is een grasveld. Sta je midden in een weiland en wil je weten waar dat op de kaart is, dan hoef je dus alvast niet bij de donkergroene gebieden te kijken.

Hoe meer je op de kleur, hoogtelijnen en tekens let, des te sneller zul je de omgeving op de kaart herkennen. Je zult dan waarschijnlijk ook minder snel verdwalen. De tocht, route of hike zal dan nog leuker worden. Hoewel verdwalen ook wel eens leuk kan zijn...

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.