Vereeniging van Rotterdamsche Padvinders
Oprichting[bewerken | brontekst bewerken]
Op 19 maart 1911[1] werd de Vereeniging van Rotterdamsche Padvinders opgericht en op 7 augustus 1916 Koninklijk goedgekeurd. De RPV telde in 1913 vijf troepen, waaronder Troep 1 Lischgroep en Troep 5 Calandtroep.
Bestuur[bewerken | brontekst bewerken]
De eerste taak van het bestuur was om een belofte en een padvinderswet samen te stellen. De voorzitter was mr. John Goddard. De secretaris was dr. K.H. de Raaf, Ochterveltstraat 62, Rotterdam[2]. De heer de Raaf werd ook de secretaris van de Algemeene Nederlandsche Vereeniging van Boy-Scouts[3]
Belofte en wet[bewerken | brontekst bewerken]
Belofte[bewerken | brontekst bewerken]
De belofte bij de installatie luidde: “Ik zal steeds mijn best doen de Padvinderswet te gehoorzamen”.
Wet[bewerken | brontekst bewerken]
De Padvinderswet van de RPV:
Een Padvinder is:
- Gehoorzaam zonder morren,
- Ordelijk, matig, gehoorzaam,
- Rein van ziel en lichaam,
- Vertrouwbaar, hulpvaardig,
- Kameraadschappelijk,
- Opgewekt, zonder ruwheid,
- Ridderlijk,
- Een dierenvriend.
Verenigingsbladen[bewerken | brontekst bewerken]
Het verenigingsblad heette De Rotterdamsche Padvinder en later Ons Padvindersleven.
Fusie[bewerken | brontekst bewerken]
In 1915 werd de RPV de afdeling Rotterdam van de NPV.
Bronnen en referenties
- ↑ 100 jaar Scouting in Rotterdam
- ↑ Lichamelijke opvoeding. Nieuwe Rotterdamsche Courant 25-03-1911
- ↑ Padvinders. Het nieuws van den dag : kleine courant 09-11-1911