Aalmoezenier
De aalmoezenier bestaat al sinds de begintijden van scouting, maar nam pas grote vorm aan vanaf 1937. De Nederlandse bisschoppen hadden besloten dat de katholieke jeugd niet meer kon deelnemen aan scouting van de NPV, omdat het bestuur niet geheel katholiek was. Hierdoor werden de Katholieke Verkenners (KV) opgericht. In groepen van de KV werd het verplicht dat een priester (pastoor of kapelaan), van de parochie waar de scoutinggroep zich bevond, werd opgenomen in het bestuur. Zo iemand werd de aalmoezenier genoemd.
De aalmoezenier had de taak om het zedelijke en christelijke binnen de scoutinggroep te behouden naar de normen van de Rooms-katholieke kerk.
Bij elke groep werd in de praktijk anders omgegaan met de aalmoezenier. De ene aalmoezenier hield zich enkel bezig met zijn basistaak, maar bij sommige groepen had de aalmoezenier ook een speltechnische leidersfunctie.
De aalmoezenier is nu geen officiële functie meer, omdat scouting meer open wil staan voor iedereen. Dit hoewel een groep nog wel een signatuur mag dragen, bijvoorbeeld die van Rooms-katholiek. Een groep kan nog wel een adviseur levensbeschouwing hebben.
Er zijn nog groepen die de kapelaan of pastoor benoemen tot aalmoezenier. De functie is dan wel van meer traditionele aard. Een greep uit de huidige taken kan zijn:
- Aanwezigheid bij installaties en de aspirant zegenen.
- Installatieteken zegenen.
- Eucharistie op zomerkampen.
- Levensbeschouwelijke vorming geven aan de programma's.
Een aalmoezenier heeft nog steeds een actieve functie bij groepen die lid zijn van UIGSE-FSE zoals de Europascouts Nederland en Europascouts - België.