Catharina de Jong-Fanoy
Catharina de Jong-Fanoy was lid van het hoofdbestuur van de Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders (NIPV).
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Ze was een dochter van Johannes Jacob Bartel Fanoy, kapitein der Infanterie van het Oostindische leger en Anna Jacoba Wilkens. Zij werd geboren tijdens een verlof van haar vader in Nederland. Tijdens dat verlof was hij verkiesbaar voor de Tweede Kamer in het kiesdistrict Hilversum voor de Vrij-Antirevolutionaire Partij[1][2]. Zij trouwde op 17 mei 1919 in Batavia met Dirk Hendrik de Jong (12 oktober 1895, Kralingen - 5 september 1960, Laren). Hij was werkzaam bij de Koninklijke Paketmaatschappij. Ze kregen 4 kinderen.
Tijdens de oorlog werd ze de hele periode geïnterneerd in kamp Tjideng, samen met twee kinderen[3]. Dit kamp bestond uit huizen in een woonwijk ten westen van het centrum van Batavia, tussen de Tjidengweg en de spoorlijn[4].
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Haar man was een klasgenoot van Joop Ranneft op de opleiding tot zeeofficier te Willemsoord[5]. Vanaf 1939 was ze lid van het hoofdbestuur van de Vereeniging Nederlandsch Indische Padvinders.
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen en referenties
- ↑ Kapitein Fanoy. De Locomotief, 9 november 1901
- ↑ Uit Hilversum Algemeen Handelsblad, 15 juni 1901
- ↑ Japanse burgerkampen, Batavia Tjideng West-Java, Naamlijst
- ↑ Japanse burgerkampen, Batavia Tjideng West-Java
- ↑ Gedenkboek uitgegeven bij de viering van het 75-jarig bestaan van de opleiding tot zeeofficier te Willemsoord, bevattende een naamlijst, stamboeknummersgewijs, van alle adelborsten die op de opleiding zijn geweest, met een overzicht van hun levensloop, benevens een beknopte geschiedenis van de opleiding tot zeeofficier bij de Nederlandsche zeemacht, 1929