Christiaan Pieter Gunning
Christiaan Pieter Gunning was oprichter en rector van het Amsterdams Lyceum in Amsterdam en kwam uit een protestantse familie van progressieve pedagogen.
Scouting[bewerken]
Christiaan werd in 1919 voorzitter van de afdeling Amsterdam van de NPV [1]. Hij schreef pedagogische bijdragen voor en gaf lezingen bij de CJMV-padvinderij en de Nederlandsche Christelijke Vereeniging van Padvinders [1] [2] . Op 11 mei 1920 werd hij benoemd tot lid van de Centrale Jeugdraad [3]. In 1928 trad hij toe tot het bestuur van de NPV en werd commissaris voor Schooltroepen [4]. Hij was ook lid van de Raad der Vereeniging van De Nederlandse Padvinders, samen met onder andere jhr. Mr. C. Beelaerts van Blokland en Mr. J.T. Linthors Homan. Hij stopte met de laatste twee functies in juni 1929 [5]. Daarna werd hij voorzitter van de afdeling Amsterdam van de Padvinder Vereniging Nederland (PVN) (1934) [6], zijn vader was eind jaren 30 lid van de Raad van Toezicht van de PVN [7].
Levensloop[bewerken]
Christiaan Pieter Gunning is geboren op 12 oktober 1886 in Utrecht[8] [9]. Hij was een zoon van Johannes Hermanus Gunning Wzn.(1859-1951) en Cecilia van Eeghen (1858-1899). Zijn moeder overleed toen hij nog jong was. Hij kreeg een internationale opleiding met opleidingen in Nederland, Duitsland (Jena) en Engeland om de vijfjarige Hogereburgerschool in Amsterdam af te ronden. Kort daarop volgende het staatsexamen A en ving een studie klassieke taal en letteren aan. In 1915 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam. Ondertussen was hij al leraar aan het Nederlandsch Lyceum in Den Haag. Hij was fervent roeier bij ASR Nereus en won er in 1909 en 1910 de Varsity mee. Christiaan trouwde in 1911 met Sara Elisabeth Lulofs (1884-1977).
Hij was oprichter en de eerste rector (directeur) van het Amsterdams Lyceum (1917-1952), dat als school lange tijd ook wel werd aangeduid als "Gunning". Toen in september/oktober 1941 door de Duitse bezetters de joodse leerlingen van niet-joodse scholen werden weggestuurd, organiseerde hij een demonstratieve afscheidsbijeenkomst met het motto "Vaart Wel". Kort daarna werd hij ontslagen als rector en vanwege vermeende anti-Duitse gezindheid. Hij werd, samen met onder andere Wim Roozeboom in Amsterdam gearresteerd en gevangen gezet in Kamp Amersfoort [10]. Hij arriveerde daar op 30 januari 1942 en verliet het kamp op 21 maart 1942. Ze maakten deel uit van een groep van 85 prominente gijzelaars uit Amsterdam. Gunning heeft zijn ervaringen op schrift heeft gesteld: Op de schoolbanken in het PDA; wat ik heb ervaren en geleerd in het concentratiekamp te Amersfoort, januari-april 1942, Amsterdam (1946). Hij heeft nooit de reden vernomen waarom deze gijzelaars werden opgepakt.
Hij was voorzitter van de Hervormde Raad voor Kerk en Gezin en van de Wereld Federalisten Beweging Nederland. Hij was voorzitter bij het Nederlands Jeugdleiders Instituut en betrokken bij het Nutsseminarium voor Pedagogiek en Nutsinstituut voor Volksontwikkeling.
