Hij[1] doorliep de lagere school in Den Haag en in Pretoria en het gymnasium in Delft. Hij studeerde rechtsgeleerdheid in Leiden en promoveerde in 1896. In 1897 behaalde hij in Zuid-Afrika het procureursexamen (officier van justitie). Terug in Nederland trouwde hij op 14 april 1898 in Den Haag met Margaretha Elisabeth Maria Havelaar (1873-1953); zij kregen samen drie kinderen. In datzelfde jaar trad hij in dienst bij de Nederlandse Spoorwegen en klom op tot uiteindelijk chef van de Algemene Dienst; hij verkreeg ontslag in 1938 vanwege het behalen van de pensioengerechtigde leeftijd. Na zijn pensionering bleef hij actief in commissariaten, lidmaatschappen en secretariaten voor spoorwegen, Zuid-Afrikaanse verenigingen en beroepsbelangenverenigingen. Na zijn overlijden werd hij begraven op Nieuw Eykenduynen in Den Haag.