De Bokkenrijders

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

De Bokkenrijders is een oude legende uit Zuid-Limburg, die je kunt gebruiken voor een spannend kampthema.

Gidoerlog Bok.jpg

Achtergrondinfo: Het Mysterie van de Bokkenrijders[bewerken | brontekst bewerken]

In de achttiende eeuw heeft er in Zuid-Limburg en omgeving een grote bende dieven en rovers huisgehouden, de zogenaamde Bokkenrijders. De bende telde honderden leden en zou van 1730 tot rond 1775 overvallen hebben gepleegd op kerken, pastorieën en grote rijkeluishuizen. Het was een soort geheim genootschap, waarvan de leden een eed op de duivel hadden gezworen in het vertrouwen dat ze door de duivel werden geholpen hun geheim te bewaren. Het volk geloofde zelfs dat de duivel in de gedaante van een bok de dieven hielp om zich snel te verplaatsen. De bende droeg de bokkenpoot als hun logo.

De Bokkenrijders waren allen in gewaden gekleed en droegen grote bijlen met zich mee. Omdat zij zich vaak snel en flexibel verplaatsten, kozen zij als vervoermiddel de bok. Men geloofde dat de horens van de bok magische krachten bevatte. In 1779 werd door een plaatselijke veldheer een man aangehouden die gezien werd als de leider van de Bokkenrijdersbende. Zijn naam was Hugo van Achel. Nadat leider Hugo maandenlang mishandeld werd, bekende hij uiteindelijk enkele van zijn vele daden. Hugo bracht enkele jaren door in een kerker. Echter op een dag wist hij op een slinkse wijze te ontsnappen uit de kerker. Op het moment dat hij over de open vlaktes probeerde te vluchten, werd hij nog kort achterna gezeten door enkele bewakers. Deze schreeuwden hem na:

“Als je ooit nog terug komt, zullen we je ophangen!!”

Hugo van Achel vond in een verlaten weiland een bok. Op de bok reed hij over de vlakke landen zover als hij kon. Op een zeker moment kwam hij een kanaal tegen. Hij kon dit niet overbruggen. Achter zich zag hij enkele grasvlaktes. Hij besloot daar zijn verdere leven voor te zetten. De bok en hij groeiden in de jaren daarna samen op in de heuvelachtige graslanden van (...). Het schijnt dat Hugo nog steeds op zijn bok rondrijdt in de heuvelachtige graslanden. Zo nu en dan wordt hij gezien. Het schijnt dat de bok brandende rode ogen heeft en reusachtige horens. Tevens is zijn schreeuw verschrikkelijk om aan te horen. Zijn zware brul is afgrijselijk voor een ieder, maar juist een lokroep voor de mede-Bokkenrijders. Hugo heeft zijn oude kracht weer terug en probeert zo nu en dan weer grote huizen te plunderen, om zo zijn bok en zichzelf in leven te houden.

Suggestie voor een themaverhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Het is de eerste avond van het kamp en de kinderen worden uitgenodigd op op bezoek te komen in een groot landhuis, dat grenst aan het heuvelachtige grasland waar Hugo - volgens de legende - zou rondspoken. In dit huis komen geregeld rijke gasten. Het gerucht in de omgeving gaat dat Hugo de laatste tijd weer wat medestrijders heeft gevonden, en zijn Bokkenrijdersgilde weer nieuw leven heeft ingeblazen. De Bokkenrijders zouden het op het landhuis hebben gemunt. Ze willen dit bestormen, om zo alles te plunderen en mee te nemen wat ook maar iets van waarde heeft. Op het moment dat de gasten in het landhuis arriveren worden zij aangesproken door een dame uit de buurt van het landhuis. Zij verbaast zich over het feit dat er weer nieuwe bewoners zijn, omdat de hele omgeving gehoord heeft dat het landhuis mogelijk worden aangevallen door de Bokkenrijders. De dame laat verder niet zoveel over de Bokkenrijders los, maar ze weet wel dat er één manier is om de Bokkenrijders tegen te houden. Wie de Bokkenrijders kan overtuigen van het feit dat hij sterker is dan zij, wordt met rust gelaten.

De leiding en koters zetten hun twijfels bij het verhaal en besluiten door te gaan met hun eigen kamp. Tijdens de rondleiding om het terrein, vinden de koters wat vreemde voetsporen. 's Avonds horen de kinderen wat vreemde geluiden. Vermoedelijk loopt de bok toch een rondje om het gebouw. Op het moment dat zij naar buiten gaan, zien zijn nog net iemand weg rennen… De schreeuw van de bok galmt door de graslanden. In de verte zien ze 2 rode lichtjes: de ogen van de bok.

De volgende dag besluit men enkele vallen te zetten. Als we bestormd worden, hebben we het op die manier tenminste al eerder door. Aan het einde van de avond komen 2 buurtbewoners binnen. Zij geven aan dat zij zojuist bestormd zijn. Ze zijn alles kwijt en vinden dat we met z’n allen een plan moeten bedenken om de Bokkenrijders te stoppen.

We moeten door middel van een wandeltocht een middel bedenken dat de bokken kan verdoven. Zonder hun bokken zijn de rijders een stuk kwetsbaarder.

Uiteindelijk vinden we op een dag twee grote hoorns. Dit zou betekenen dat de bok van Hugo gestorven is. Omdat Hugo zonder bok waarschijnlijk makkelijker te vinden is, wordt hij gezocht in de graslanden. Op het moment dat hij door ons samen met de buurtbewoners wordt gevangen, geven de buurtbewoners aan dat zij hem zullen verhoren, zodat hij de overige Bokkenrijders zal verraden. Hierbij is het Mysterie van de Bokkenrijders opgelost en zal de buurt geen overlast meer ondervinden van de Bokkenrijders.

Themafiguren[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hugo
  • Buurtbewoner 1
  • Buurtbewoner 2
  • Berend

Zondag[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat de ouders weg zijn, gaan we beginnen aan de rondleiding. Op het moment dat we naar de graslanden willen lopen, worden we op het pad tegengehouden door een dame. Deze geeft aan dat het gevaarlijk is om door te lopen de graslanden in. Volgens haar zijn er Bokkenrijders in de graslanden aanwezig. Ze verbaast zich dat er toch weer nieuwe mensen in de villa zijn komen wonen. Zij heeft het druk en geeft aan dat ze op een later tijdstip nog wel komt vertellen wat het verhaal achter de bokkenrijders is.

Op het moment dat we weer terug lopen naar het honk, vinden we aan de zijkant wat vreemde voetsporen. Deze blijken toch afkomstig van een bok. De Bokkenrijders zijn dus wel degelijk bij het honk geweest.

‘s Avonds na het eten, komt de dame weer bij het honk. Ze heeft het verhaal meegenomen dat ze voorleest aan alle nieuwe bewoners, die in de wijk komen wonen. Uit het verhaal blijkt ook dat uit het verleden is gebleken, dat diegene die kan laten zien dat hij sterker is dan een Bokkenrijder, met rust wordt gelaten. Hieruit concluderen wij natuurlijk dat dit een optie is om deze week mee te vullen.

(alternatief: geluidsfragmenten van de attractie 'Villa volta Efteling' laten horen.)

Op het moment dat de koters een tijdje op bed liggen, horen zij voetstappen. De leiding waarschuwt de koters dat zij moeten gaan slapen. Op het moment dat de leiding in de slaapzaal staat, hoort men nogmaals het geluid. Klinkt als bokkenpoten. Iedereen trekt schoenen of slippers aan en we lopen naar buiten. Daar zien we nog net de ogen van de bok + geschreeuw.

Maandag[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende dag besluit men enkele vallen te zetten, zodat we op deze manier mogelijk al eerder kunnen doorhebben dat we bestormd worden. In nesten mag iedereen 1 a 2 vallen verzinnen die dan op/rond het terrein geplaatst kunnen worden. Tevens bedenken we hoe we zo sterk mogelijk kunnen worden, om de bokkenrijders te overtuigen dat we sterker zijn.

Aan het einde van de avond komen 2 buurtbewoners binnen. Zij geven aan dat zij zojuist bestormt zijn. Ze zijn alles kwijt en vinden dat we met z’n allen een plan moeten bedenken om de Bokkenrijders te stoppen. We leggen uit dat we meerdere opdrachten hebben verzonnen om onszelf sterker te maken. Ook worden de werkingen van de vallen uitgelegd en geplaatst. De buurtbewoners geven aan dat we door middel van een hike kunnen uitzoeken hoe het grasland eruit ziet en dat we evt vallen kunnen plaatsen in het veld. Dit besluiten we de volgende dag te doen.

Dinsdag[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de hike hangen affiches met daarop: Pas op, de bokkenrijders zijn weer gesignaleerd enzovoort Onderweg moeten we goed rond kijken of er mogelijke schuilplaatsen zijn waar bokkenrijders kunnen zijn, en of we ergens sporen zien. Als het ’s avonds donker is, blijkt er een vreemde man over het terrein te lopen. We volgen hem de graslanden in. We hebben niet het idee dat het een bokkenrijder is, maar wel dat hij iets met de zaak te maken heeft. Het blijkt Berend een oude bokkenrijder zijn. Hij is ooit verlinkt door Hugo en zint nu op wraak. Hij geeft aan dat de enige manier om een bok te doden, is om hem iets te eten wat met gif bestrooid is. Dit nemen we mee als tip en laten Berend verder lopen. Als we weer terug zijn komt er weer een buurtbewoner, met haast, langs om te vragen of we iets gezien hebben. En hij heeft verschillende soorten gif gevonden/gekregen/gekocht. Deze kunnen we uitproberen om te kijken of de bok dood gaat. Hij verteld erbij dat de soorten gif absoluut niet gemengd mogen worden!! We besluiten ’s avonds 1 gif over wat brood te gieten in de hoop dat de bok het op gaat eten.

Woensdag[bewerken | brontekst bewerken]

’s Ochtends (na het ontbijt) kijken we of het broodje weg is. Helaas zijn er alleen wat hapjes van gegeten. Daarop besluiten wij al het gif over het broodje te gieten en er wat lekkers van te maken. Deze laten we de hele dag staan en komen er niet bij in de buurt.

’s Avonds gaan we nog even bij het broodje kijken en dan blijkt deze wel helemaal weg te zijn. We inspecteren ons terrein op eventuele aanwijzingen dat de bok het broodje heeft opgegeten en of hij er toevallig nog is. Op de terugweg van het avond spel vinden we de horens van de bok ergens in de bosjes. Hiermee blijkt dat de bok van Hugo overleden is, en Hugo nu vrij rond loopt zonder bok.

Donderdag[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens het opruimen van de bbq komen de twee buurtbewoners langs om te vragen hoe het gaat met het vangen van Hugo en zijn bok. We vertellen over het gif en de horens die we hebben gevonden. Ook zeggen we dat Hugo nu waarschijnlijk alleen hier in de buurt rond loopt. Een van de bewoners schrikt en verteld dat zij tijdens het uitlaten van de hond een vreemde man heel verward had zien rond lopen. Grote kans dat dit Hugo is! We besluiten hem met zijn allen te gaan zoeken en te vangen. We lopen achter de buurtbewoner aan naar de plek waar zij de hond had uitgelaten. Daar zit inderdaad een rare man en als we Hugo roepen probeert hij weg te rennen. Helaas zijn wij sneller en krijgen hem te pakken. Als we richting het gebouw lopen beloven de buurtbewoners dat ze hem afleveren bij de politie en hem verhoren. Zo kunnen wij lekker onze laatste avond vieren zonder last van Hugo. Dit gaan we dan maar doen….

Het schijnt dat Hugo de laatste tijd weer wat medestrijders gevonden heeft. Het zou er dus op kunnen lijken dat de Bokkenrijders gilde weer nieuw leven wordt ingeblazen…….

Andere ideeen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een staflid moet een scriptie schrijven over de bokkenrijders. Hij heeft een kaartje gevonden in de bibliotheek, met een locatie, ergens in een bos (toevallig het bos waar het kamp is). Met die aanwijzingen gaat de groep erheen. Hier vinden de kinderen een dicht dagboek. Het staflid heeft gehoord dat je het dagboek niet mag openen, want dan gebeurt er iets verschrikkelijks. Nieuwsgierig als de anderen zijn, wordt het boek toch geopend. Het blijkt het dagboek te zijn van de Zwarte Kapitein. Door het openen van het dagboek komt de legende van de Bokkenrijders weer tot leven (aangekondigd door spookachtig klokkengeluid). Bij een X aantal aanvallen krijgt de legende een eeuwig leven, en heersen de Bokkenrijders over het gebied. De kinderen zullen er dus alles aan moeten doen om te zorgen dat de aanvallen op tijd gestopt worden.
  • Als je geschiedvervalsing wilt plegen, en de Bokkenrijders juist een groep mensen wilt laten zijn die steelt van de rijken en uitdeelt aan de armen, overweeg dan of je niet liever een Robin Hoodkamp wilt houden.

Bronnen en referenties

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.