Ds. Hamelstam

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Ds. Hamelstam
Tamarkan ­Thailand
Icon boy scout.svg Alleen jongens
Opgeheven
15 december 1943
Bezig met het laden van de kaart...

Ds. Hamelstam was een voortrekkersstam tijdens de Tweede Wereldoorlog die bestond uit krijgsgevangenen die aan de Birmaspoorweg werkten.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Nederlandse burgers en militairen werden in de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost Azië door de Japanners  geïnterneerd in kampen. In veel van deze kampen begonnen de scouts met ondergrondse bijeenkomsten. Militairen in de werkkampen langs de Birmaspoorlijn en in kampen in Nederlands Indië richtten stammen op en in de burgerkampen begonnen scoutingvrijwilligers met het organiseren van activiteiten voor de daar aanwezige kinderen.

De Birmaspoorweg werd in de Tweede Wereldoorlog  door geallieerde krijgsgevangenen aangelegd tussen Nong Pladuk in Thailand en Thanbyuzayat in Myanmar (Birma). Het werk aan de spoorlijn begon op 16 september 1942 en werd 16 maanden later voltooid. De spoorlijn was 415 kilometer lang. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders; 15.000 krijgsgevangenen stierven aan uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen waren bijna 3.000 Nederlanders. Onder de westerse krijgsgevangenen waren veel KNIL-militairen en Nederlanders uit Nederlands-Indië. Ook stierven ongeveer 100.000 Thaise en Indonesische romoesja's en ook Birmaanse en Maleisische dwangarbeiders bij de aanleg door het moeilijke gebied. Na de voltooiing van de spoorweg in december 1943 bestond het werk uit onderhoud en reparatie van schade door geallieerde bommenwerpers. De werkkampen lagen vaak naast vitale punten van de spoorweg, waardoor bombardementen ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders veroorzaakten. Toen de spoorlijn klaar was, hadden de Japanners veel minder mensen nodig. Van de oorspronkelijk 60.000 gevangenen werd de helft uitgezocht om naar Japan te gaan voor werk in de kolenmijnen.

Kamp Tamarkan lag 55 km van Non Pladuk, Thailand. Het was eerst een werkkamp (bij de aanleg van de spoordijk en spoor­brug) over de rivier Kwai. Van mei tot december 1943 was het een hospitaalkamp. Een uitstekend kamp dankzij de Engelse commandant colonel Toosy, de Australische chirurg major Moon en de Nederlandse legerpredikant ds. Hamel.  

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Ds. J. Carel Hamel was het lichtend voorbeeld van een geestelijke in moeilijke tijden. Een aantal (oud) scouts kwamen in het kamp samen en wilden de legerpredikant eren door de stam naar hem te noemen. Er was een vrij mild regime waardoor samenkomsten mogelijk waren. Er werd niet alleen over typische Scoutingzaken gesproken maar er waren ook allerlei andere lezingen over bv de landbouwvoorlichtingsdienst op Java of bedrijfskunde. De stam groeide aan tot 30 leden en floreerde. Met het vertrek in december 1943 naar Chungkai kwam de stam tot een natuurlijk einde. In Chungkai ging de stam in andere samenstelling door onder de naam Kapitein Servaes Stam en werd op 2 december 1943 opgericht.[1]

Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]

De groep had Voortrekkers ([[Roverscouts)

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.