Eduard van de Mortel
Eduard van de Mortel was directeur van een verzekeringsmaatschappij en lid van het hoofdbestuur van De Nederlandse Padvinders
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was een zoon van Joannes Benedictus Augustinus van de Mortel en jonkvrouwe Rosa Cornelia Eugenia Maria van Meeuwen. In 1897 werd hij directeur van de N.V. 's-Hertogenbossche Brandwaarborg Maatschappij van 1841[1](nu Fortis ASR[2]). Hij zou dit nog zeker veertig jaar blijven. Hij trouwde op 7 januari 1902 met jonkvrouwe Cornelia Maria Elisabeth van Rijckevorsel[3] Zij kregen een zoon en twee dochters. Hij was gemeenteraadslid van 's-Hertogenbosch, luitenant van de Schutterij, hoofd-ingeland van het Waterschap Oost-Noordbrabant, bestuurslid van het Groene Kruis, plaatsvervangend voorzitter van de Ongevallenwet, lid van het bestuur van de Kon School, vice-voorzitter van de Dierenbescherming, beschermheer van Wilhelmina, presidentschepen van oud-'s-Hertogenbosch in 1909, president van Casino, president van de Raad van XI van de Oeteldonksche Club[4], voorzitter van het gewest Noordbrabant der Vrijwillige Burgerwachters, plaatsvervangend agent der Nederlandsche Bank[5].
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
In 1911 was door hem de groep De Bossche Verkenners opgericht. Even later werd hij secretaris van de afdeling 's-Hertogenbosch van De Nederlandsche Padvinders[6]. In december 1916 werd hij lid van het hoofdbestuur van De Nederlandsche Padvinders[7]. Hij was dat waarschijnlijk tot begin 1920[8].
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen en referenties
- ↑ E. A. VAN DE MORTEL. Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant 24 september 1937
- ↑ Stamboom ASR Verzekeringen
- ↑ Huwelijksregister 's-Hertogenbosch 1902
- ↑ Stadsarchief ' s-Hertogenbosch
- ↑ Nieuwe Haarlemsche courant 5 november 1939
- ↑ De Padvinder, jrg 1, 1916, no 11, 1916
- ↑ PADVINDERIJ. De Nederlandsche Padvinders. Algemeen Handelsblad
- ↑ Vervolg Binnenland. Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant 8 april 1920