Robert Baden-Powell

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
(Doorverwezen vanaf Founder of the scout movement)
Ga naar:navigatie, zoeken
Icoontje doorverwijspagina Zie Baden-Powell (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Baden-Powell.


Robert Baden-Powell
BP jagger complete.jpg
 Impeesa 
Icon boy scout.svg
WOSM.svg
World Organization of the Scout Movement
Chief Scout of the World, 1ste Baron of Gilwell
Geboorteplaats
Londen ­Engeland
Geboortedatum
22 februari 1857
Overlijdensplaats
Nyeri ­Kenia
Overlijdensdatum
8 januari 1941
Bezig met het laden van de kaart...
Waarderingsteken(s)
 Bronzen Wolf‎ 

Robert Stephenson Smyth Baden-Powell of Gilwell (22 februari 1857 - 8 januari 1941) is de grondlegger van scouting.

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

Robert Stephenson Smyth Baden-Powell (roepnaam Steve en na zijn verheffing in de adelstand: Robert) werd geboren in Londen als zoon van de wiskundeprofessor en dominee Baden Powell (22 augustus 1796 - 11 juni 1860) en zijn derde vrouw Henriëtta Grace Smyth Powell (3 september 1824 - 13 oktober 1914), een dochter van admiraal William Smyth. Professor Powell publiceerde over wiskunde, fysica, theologie en filosofie en vocht voor het principe dat wetenschappelijke vooruitgang, waaronder de theorieën van Darwin, samengaat met de christelijke godsdienst. Hij hield er van met zijn kinderen te wandelen in het park, hun voor te lezen en te onderwijzen. Henrietta was een erg opmerkelijke vrouw en begaafd in muziek, kunst, talen, literatuur, wetenschap en wiskunde. Haar interesses leiden tot opzetten van hoger onderwijs voor meisjes. Robert heeft bij zijn geboorte drie halfzussen, een halfbroer en vier broers. Na Robert worden zijn zus Agnes en zijn jongste broer Baden geboren en overlijdt zijn broer Gus. Henrietta wordt in 1860 weduwe en de voornaam van haar man 'Baden' wordt toegevoegd aan de achternaam en zo wordt de familie bekend als Baden-Powell. De dood van de vader heeft ook tot gevolg dat de oudere kinderen, de jongere kinderen voor een groot deel (moeten) opvoeden. De eerste ervaring van Robert met buitensport is als hij met zijn oudste broers Warington en George, in 1872, een trektocht maakt per kano door Engeland. Geen verrassing dus dat Robert Baden-Powell later zou schrijven dat hij zijn scoutingleven als waterscout begon. In 1870 weet Henrietta voor Robert een kosteloze toelating te bemachtigen - voor zonen van verarmde families van goede komaf - op de prestigieuze en aartsconservatieve kostschool Charterhouse. Het enige waar Robert op school goed in was, naast kunst en toneel, het ontwijken van zijn leraren om in het naast gelegen bos vissen en konijnen te vangen en te bereiden boven een onopvallend vuurtje.

Militaire leven[bewerken | brontekst bewerken]

BP-mili.jpg

Omdat hij het leuker vond de natuur in te trekken dan in de schoolbanken te zitten, ging hij op 19-jarige leeftijd in het leger. Zoals vaker gebeurde in de klasse van zijn familie (hogere middenstand) werd hij officier en vertrok met de cavalerie (ruiters) naar India. In Zuid-Afrika is hij actief in het neerslaan van een aantal opstanden. Zijn meest geliefde werk is zijn hobby: het militaire verspieder/verkenner (Engelse term: Scouting). Dan wordt hij in de oorlog met de Boerenrepublieken naar het grensplaatsje Mafeking (tegenwoordig Mafikeng - North West Province - Zuid Afika) gestuurd om een deel van het Boerenleger weg te lokken van het Engelse leger in het zuiden. Dat lukt, maar hij raakt met veel te weinig manschappen in een langdurig beleg van 217 dagen. De persberichten stromen vanuit Mafeking naar de kranten, over het heldhaftig verzet van het stadje met zijn bijzondere bevelhebber en heel Engeland leeft mee. Als het beleg uiteindelijk wordt gebroken, terwijl elders het Engelse leger nederlagen leidt, is zijn naam als 'Held van Mafeking' gevestigd en zijn initialen B.P. verschijnen overal in het Britse wereldrijk. Koningin Victoria bevordert hem in 1899, op zijn 43e, tot (toen de jongste) generaal-majoor.

Na nog enige actie krijgt hij de taak om een politiekorps op te richten voor de overwonnen Boeren republieken. Daarna keert hij terug naar Engeland als Inspecteur-generaal met als opdracht het ontwerpen van een nieuw opleidingssysteem. In 1904 wordt Baden-Powell door koning Edward VII benoemd tot luitenant-generaal, de hoogste militaire rang in vredestijd. Het is echter een kantoorbaan waar hij niet erg geschikt voor is en waar hij weinig zin in heeft.

B.P.: "Scouting is not Soldering"

Met zijn beroep is het opvallend dat er zo weinig militaire vormen in Scouting terecht zijn gekomen: vooral wat namen, ceremonies en het uniform. Dat uniform is echter uitgegroeid tot hét kenmerk van Scouting en daarmee de suggestie van militarisme. Hij heeft dat zelf altijd bestreden: niet de militaire, maar "vredes"verkenner was het voorbeeld voor Scouting, zoals woudlopers, cowboys, indianen en zeelieden. Scouting ontstond juist omdat hij de Boys' Brigade te militair vond. Natuurlijk was hij niet anti-militair, maar hij wilde een jeugdspel maken en vond het militaire leven daar gewoon niet aantrekkelijk genoeg voor. Op wat uiterlijkheden na is er in Scouting ook niets aan echte militaire vormen te vinden en ook later is Scouting niet in die richting gegroeid.

De oprichting van scouting[bewerken | brontekst bewerken]

Brownsea Island

Bij zijn terugkeer merkt hij dat een boek dat hij geschreven heeft over militair verkennen in Engeland door jongens gebruikt wordt. Na een bezoek aan de jongensbeweging "Boys' Brigade" werkt hij zijn ideeën voor Scouting uit en geeft het uit als een boek. De bestaande verenigingen zien er niet veel in, maar onverwacht beginnen de jongens zelf groepen op te richten en moet er in alle haast een vereniging worden opgericht. Hij ziet een grote uitdaging en naar eigen zeggen breekt het tweede deel van zijn leven aan. Zo snel als mogelijk verlaat hij het leger om zich helemaal te wijden aan zijn nieuwe passie.

In 1908 wordt de eerste (jongens) scoutinggroep opgericht. Op 2 oktober 1908 maakt Koning Edward Baden-Powell Ridder in de Victoria Orde. Hij koos de titel "Baron" en hij heet sindsdien 'Sir Robert Baden-Powell of Gilwell'. De koning vraagt hem ook om al zijn aandacht aan de scoutingbeweging te schenken. Al snel was scouting een internationaal fenomeen geworden. Onder leiding van Baden-Powell groeide scouting snel: in 1939 waren er 3,3 miljoen scouts in meer dan 32 landen.

(Zie verder in: Geschiedenis Scouting)

Gezinsleven[bewerken | brontekst bewerken]

In de periode tussen 1911 en 1913 maakt Robert Baden-Powell een wereldreis om de start van scouting te stimuleren op alle vijf de werelddelen. Tijdens de reis, aan boord van het schip Arcadian, ontmoet hij begin 1912 Olave St. Clair Soames, met wie hij in oktober van dat jaar in het huwelijk treedt.

Op 30 oktober 1913 wordt de oudste zoon Peter geboren. De Baden-Powells krijgen nog twee dochters, te weten Heather Grace (1915 - 1986) die in 1940 trouwt met Commander John King en Betty St. Clair (1917) die in 1936 trouwt met Gervas Clay. De kleinzoon Robert jr. is in het Britse scouting actief. Bovendien, als Olave's zus Auriol Davidson geboren Soames overlijdt in 1919, nemen Olave en Robert haar drie nichtjes, Christian (1912-1975), Clare (1913-1980), en Yvonne, (1918-1995?), op in hun familie en voeden hen op als hun eigen kinderen.

Lord en Lady Baden-Powell bezoeken in 1918 Spanje en Portugal. Ze vestigen zich met hun gezin op het buiten Bentley, dat ze Pax Hill (vredesheuvel) noemen. Ze wonen er tot 1939. Het werd een begrip in de toenmalige Scouting- en Guiding-wereld.

In 1929 wordt Robert Baden-Powell in de adelstand verheven. Hij kiest de naam 'Baron Baden-Powell of Gilwell'. Daarmee verbind hij zijn naam aan het internationale trainingscentrum bij Londen. In ditzelfde jaar maken de Baden-Powells reizen naar India en Afrika.

In 1932 komt hij weer naar Nederland, waar hij het Nationale Kamp in Wassenaar bezoekt. Hij ontvangt voor zijn verdiensten in het Kurhaus te Scheveningen het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau. Ook krijgt hij de Wateler Peace Price, terwijl zijn echtgenote ondertussen onder andere Polen bezoekt. In 1939 verlaten Lord en Lady Baden-Powell Engeland voorgoed om zich te vestigen in Nyeri, Kenia. Lord Somers volgt Robert Baden-Powell in het Britse Wereldrijk feitelijk op als Chief Scout.

Op 8 januari 1941 overlijdt, in zijn woning 'Paxtu' in Nyeri in Kenia, Robert Baden-Powell, bijna 84 jaar oud. Op zijn verzoek wordt hij ook daar begraven, net buiten het Mount Kenya National Park op de weg naar Treetops, de beroemde lodge waar prinses Elizabeth hoorde dat ze koningin geworden was. In Londen wordt in Westminster Abbey een massaal bezochte herdenkingsdienst gehouden in aanwezigheid van onder andere Koning George VI, minister-president Churchill en ambassadeurs van vele landen waar Scouting en Guiding zijn gevestigd. Aan de scoutingbeweging laat hij zijn laatste boodschap na.

De acteur[bewerken | brontekst bewerken]

in "De Geisha"

Baden-Powell was een gevierd amateur-toneelspeler. Destijds was het in de gegoede kringen en het leger gebruikelijk om toneelstukjes op te voeren. Zijn specialisaties waren humoristische- en vrouwenrollen, inclusief zang met hoge stem. Op Malta zaten de voorstellingen stampvol met zeelieden, tot in de dakspanten. "De toejuichingen van dit schitterende publiek wanneer B-P verscheen waren, zelfs zonder de menigte op de spanten, genoeg om het huis af te breken". Baden-Powell heeft daarom Scouting opgezet als theater. Samen met zijn typisch Engelse gevoel voor humor (ernstig gebrachte kolder) is dit verantwoordelijk voor de wat aparte sfeer binnen Scouting, met bonte avonden, vreemde woorden (Jamboree betekent: fuif), yells, rally, de welpen-opening, altijd tegelijk serieus en gek. Ook het uniform is bedoeld als onderdeel van dit theater.

De tekenaar[bewerken | brontekst bewerken]

Badenpowell3.jpg

Baden-Powell was een goede tekenaar, schilder (aquarel) en schrijver. De meeste tekeningetjes in zijn boeken zijn door hem zelf gemaakt. Toen hij soldaat was, verdiende hij bij met schetsen en artikelen voor een krant. Omdat hij zowel rechts- als linkshandig was kon hij met twee handen tegelijk tekenen. Een duidelijk restant van die creativiteit is niet in Scouting terecht gekomen, anders dan dat hij de verkenners de schoonheid wilde laten zien, onder andere van de natuur.

De jager[bewerken | brontekst bewerken]

Baden-Powell was een groot liefhebber van de jacht, wat toen als sport werd gezien. Tijgers, leeuwen, beren, maar als militair was hij vooral goed in het riskante jagen op wilde zwijnen, het "pig-sticking". Hierbij werd een wild zwijn bejaagd vanaf een paard en gedood met speren. De beren (mannetjeszwijnen) waren altijd agressief, krachtig, behendig en vochten zonder reserve tot het einde. Het was daarom de meest gevaarlijke en opwindende jacht.

Op latere leeftijd vertelt hij er nog enthousiast over, maar raadt toch aan om de grote jacht te vervangen door de camera-jacht. "De (foto)trofeeën zijn een opwindender aandenken dan dode hoorns en huiden. Het maakt de jager meer een natuurliefhebber dan een slager en het laat de fauna intact voor onze zonen om op dezelfde manier te jagen en zo de onschatbare lessen te leren in de school van de jungle."

Badenpowell4.jpg

Hij begreep ook wel dat dit niet erg consequent was:

"Jij, die thuis zit zal dit natuurlijk veroordelen. Maar opnieuw zeg ik, zoals de dronkaard tegen de pastoor: probeer het voordat je oordeelt. Zie hoe het paard er plezier in heeft, zie hoe het zwijn zelf, gek van razernij, met hart en ziel vooruit stormt in het gevecht; zie hoe jij hartstochtelijk plezier hebt om wraak te nemen. Ja, de zwijnejacht is een wrede sport en toch hou ik ervan, zoals ik hield van de fijne ouwe kerels (die zwijnen) waar ik tegen vocht. Ik kan niet pretenderen dat ik niet inconsistent ben. Maar zijn velen van ons helemaal consistent? Doen wat we willen en zeggen wat ons uitkomt. Hoewel we een vernis van civilisatie hebben, zitten de primitieve instincten van de man dicht onder de oppervlakte. Bedrog komt altijd uit."

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

Het is niet duidelijk op welke partij Baden-Powell stemde. In zijn boeken schrijft hij wel vaak positief over de socialisten (Labour) maar dat kwam omdat de socialistische partij in die tijd sterk opkwam, tot grote ongerustheid bij de gegoede middenstand, waar Baden-Powell toe behoorde. Hij wilde duidelijk op de positieve punten wijzen. Naar eigen zeggen dreigde hij in zijn jeugd zelfs een "red hot socialist" te worden, maar hij moest niets hebben van extreme alternatieven. Zijn ouderlijk huis was een ontmoetingspunt van de "Christen-socialisten" die beschreven worden als een combinatie van emotioneel conservatisme met progressieve praktische doelen. Zijn maatschappelijke ideeën en Scouting passen daar wel in. In de tegenwoordige politiek zou hij misschien ergens tussen PvdA en CDA of rond de ChristenUnie zitten. Zijn oudere broer George was van 1885 tot 1898 parlementslid voor de Conservatieve Partij in het Britse Lagerhuis (House of Commons).

De "boys"man[bewerken | brontekst bewerken]

Ook op 78 jarige leeftijd, vond Baden-Powell het nog leuk indiaantje te spelen

Volgens Baden-Powell moesten de leiders van Scouting "boysmen" zijn, dat wil zeggen mannen die begrepen wat jongens leuk vonden, in hun wereld mee wilden spelen. Eigenlijk waren het dus mannen die in hun hart nog een jongen waren gebleven, en dat was Baden-Powell zelf ook. Hij zag de jongenswereld zoals hij werkelijk was, dus soms romantisch met veel verbeelding, maar soms ook hard. Zoals in zijn geliefde toneelstuk "Peter Pan" (niet voor kinderen, maar voor volwassenen): een bizarre terugkeer naar een kinderwereld vol vreemde fantasie, maar ook een harde wereld met nachtmerries. Peter Pan is alles wat een jongen kan zijn: avontuurlijk, onschuldig, vergeetachtig, harteloos, eerzuchtig, hard. Een jongen die niet ouder wil worden, omdat als je volwassen wordt, alle plezier over is. Heimwee naar de fantasievolle kindertijd. "Old Oliver Wendell Holmes is only true when he says that most of us are "boys all our lives"; we have our toys, and will play with them with as much zest at eighty as at eight, that in their company we can never grow old. I can't help it if my toys take the form of all that has to do with veldt life, and if they remain my toys till I drop."

(vert.: "De oude Oliver Wendell Holmes had gelijk toen hij zei dat de meesten van ons "altijd jongens blijven"; we hebben onze speeltjes en zullen ermee spelen met net zoveel toewijding als we 80 zijn als toen we 8 waren; dat we in hun nabijheid nooit oud zullen worden. Ik kan het niet helpen dat mijn speeltjes de vorm aannemen van alles wat te maken heeft met het "veld" leven, maar ze zullen mijn speeltjes zijn totdat ik erbij neerval.")

De kritiek[bewerken | brontekst bewerken]

In de beginperiode werd Baden-Powell opgehemeld tot een heilige, maar vanaf de zestiger jaren kwamen er historici met kritiek. Zijn biograaf Tim Jeal heeft tegenargumenten gegeven voor alle beschuldigingen, omdat ze gebaseerd zijn op selectief selecteren van uitspraken. Voor meer details, zie de Reputatie van Baden-Powell.

De Scout[bewerken | brontekst bewerken]

"Ik zie hem nog voor mij, zoals Baden-Powell stond in het flikkerende licht van het vuur, een alert figuur, vol plezier in het leven, dan weer ernstig, dan vrolijk, op iedere soort vraag een antwoord, de roep van vogels imiterend, voordoen hoe je een dier besluipt, verlevendigd met een verhaaltje, dansend en zingend rond het vuur . . . " (Percy Everett)

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger
Chief Scout, of The World
Opvolger:
Nieuwe Titel
1907 - 1941
Titel vervallen
Nieuwe Titel
1907 - 1941
Voorganger
Opvolger:
Nieuwe Titel
1929 - 1941
Voorganger
Baronet, of Bentley
Opvolger:
Nieuwe Titel
1921 - 1941
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.