Frietbuil
Een frietbuil (ook wel patatzak of friet genoemd) is een zelfgemaakt eenpersoonstentje, gemaakt van een stuk landbouwplastic. Het slapen in een frietbuil is gebruikelijk tijdens sommige trappersexpedities die er bij scouting in Nederland georganiseerd worden. De friet dient niet zo zeer als bescherming tegen de kou, maar vooral als afscherming tegen wind en regen.
- Opmerking: Onderstaande tekst gebruikt woorden die niet in het hele Nederlandse taalgebied gebruikt worden. Spanlijnen zijn dezelfde dingen als scheerlijnen, en met pik(k)etten worden tentharingen bedoeld.
Bouwbeschrijving[bewerken | brontekst bewerken]
Om zelf een friet te maken, heb je het volgende nodig:
- een stuk zwart landbouwplastic van 3x3 meter
- een rol stevig plakband zoals ductape
- drie tentharingen
- een stuk touw.
Leg het stuk plastic neer zoals op de afbeelding hiernaast, en plak volgens de tekening het plakband op het plastic (met dikke rode lijnen aangegeven). Alle kracht komt straks op de top, het punt dat aangegeven is met een B. Hier moet het plastic dus goed verstevigd zijn met plakband.
Bij het neerzetten van de frietbuil kun je het punt B van je tent aan een laaghangende tak ophangen. Je kunt de tent ook ophangen aan twee stokken die schuin staan, en bovenaan elkaar zijn gebonden. Dit noemt men ook wel een "A-stok". Zet daarna de tent met het voeteneind naar de wind gekeerd neer. Op de drie punten, aangegeven met een A, bevestig je de tent aan de grond. Daarna sla je de twee losse flappen naar binnen; die vormen je grondzeil.
Door een extra stuk plakband van A naar A te plakken (aangegeven met een paarse stippellijn), kun je een deur voor je tentje maken. Knip het plastic dan in van B naar C, en maak vervolgens niet het punt B, maar het punt C aan een laaghangende tak vast. Wanneer je na het de eerste keer opzetten, de grondzeilen aan elkaar vastplakt, kun je de tent de volgende keer makkelijker opzetten. Probeer de wanden van de friet zo strak mogelijk op te zetten.
Condensvorming[bewerken | brontekst bewerken]
's Nachts kan er condensvorming optreden in een friet. Dit komt doordat het in het tentje uiteindelijk warmer is dan de omgeving waarin hij staat. Het beste is dan ook om in de frietbuil alleen slaapzakken te gebruiken die ook nog goed isoleren als ze een beetje nat worden. Het condensprobleem kun je enigszins verhelpen door ventilatie aan te brengen: Maak de tip van de frietbuil (de achterzijde die in de windrichting staat) een klein stukje open (10 tot 20 centimeter hoog) open. Enige nadeel is dan wel dat het wat kouder wordt in het tentje. Een andere oplossing is het maken van een "binnentent" van bijvoorbeeld een oud laken.
Met een groep[bewerken | brontekst bewerken]
Kampeer je met een groep in een kouder deel van het jaar, dan kun je eventueel de frietbuilen in een halve cirkel (geen hele, want dan heeft de helft van de groep last van de wind) rondom een kampvuurtje plaatsen. Zorg dan wel dat er de hele nacht iemand op wacht zit. 's Ochtends wanneer iedereen wakker wordt, kun je het vuurtje extra hoog opstoken, zodat iedereen het meteen warm heeft wanneer hij uit zijn frietbuil komt.
Andere tips[bewerken | brontekst bewerken]
Omdat het in een friet nu eenmaal minder comfortabel is dan in een tent, en je meer kans loopt dat je spullen en jijzelf nat en koud worden, zul je daar rekening mee moeten houden. Gebruik een isolatiematje om op te liggen in plaats van een luchtbed. Dit laat geen kou van de grond door en houdt je lichaamswarmte vast. Zorg ook voor een goede slaapzak. Neem een plastic vuilniszak of iets dergelijks mee om je rugtas en je andere spullen in te stoppen, zodat die de volgende ochtend niet koud en vochtig zijn.
Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]
- Scouting Nederland (1992), Op expeditie in Nederland, Hooglanderveen; Trepico
- Maken patatzak van zeiltje, onderwerp op het scoutingforum