Graaf Hans Willem Bentinckgroep
De Graaf Hans Willem Bentinckgroep was een scoutinggroep in Rhoon.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
De groep werd opgericht na de Tweede Wereldoorlog. Het groepsnummer was Rotterdam-Rhoon 50 (district Rotterdam) en de groep was aangesloten bij De Nederlandse Padvinders.
Een krantenbericht van november 1945 luidde: Tot leden der groepscommissie van de 50e Rotterdamsche padvindersgroep „Graaf Hans Willem Bentinck” alhier zijn benoemd de heeren J.C. van Es, burgemeester (voorzitter), Joh.J. Bouman (secr.penn.), D.M. Cense (alg.adj.), J.P. Bode, Ds. H.H. van Kapel, P. Schaap, A.C. Tolk en Z. Varga. Een door de commissieleden gehouden inzameling bracht de somma van ƒ 939 op. Hierdoor was het mogelijk voor de groep een clublocaliteit aan te koopen en te installeeren, welke geplaatst is in het Rhoonsche bosch achter het kasteel[1].
De groep ging in 1971 op in de Fridtjof Nansengroep.
Groepsnaam[bewerken | brontekst bewerken]
De groep is vernoemd naar graaf Hans Willem Bentinck, de vertrouweling van koning-stadhouder Willem III.
Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]
De groep heeft de volgende speltakken:
- Welpen- ... tot ... jaar
- Verkenners- ... tot ... jaar
Activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]
Op Zaterdag 8 maart 1947 werd in het gebouw „Irene” in Rhoon een feestelijke ouderavond gegeven door de 50e Rotterdamse Padvindersgroep „Graaf Hans Willem Bentinck” te Rhoon. De belangstelling was zeer groot. Onder de aanwezigen waren vertegen woordigers van andere groepen, o.a. van de F.D. Rooseveltgroep uit Poortugaal en van de padvindstersgroepen uit Rhoon en Poortugaal[2].
Op zaterdag 17 juli 1948 werd in het groepshoofdkwartier van de groep een contactavond belegd van ’t leiders- en leidsterscorps bij van de N.P.V. en N.P.G. en oudere padvinders en padvindsters van IJsselmonde-West. Deze avond werd met de gebruikelijke ceremonie geopend, waarna oubaas Louwerens een korte toespraak hield. Hij legde er de nadruk op, dat uit eigen kracht niets wordt bereikt, dat men, om tot resultaten te komen, van de christelijke beginselen moet uitgaan. Nadat tussen twee gemengde groepen een partij handbal was gespeeld, hield hopman Lingbeek van Sven Hedin Groep 35 uit Poortugaal een inleiding over: „Voortrekkers- en pioniersproblemen”, waarop een levendig debat volgde. Met een binnenkampvuur werd de avond besloten. In zijn slotwoord sprak oubaas Louwerens de hoop uit, dat er spoedig weer een contactavond zou volgen, waarbij dan één van de padvindstersgroepen als gastvrouwe zou fungeren[3].
De groep heeft op 26 november 1949 een revue gebracht. De welpen schijnen zich uitstekend geweerd te hebben. Zowel Ede als Rotterdam hadden cowboys op het toneel. Een ware invasie dus uit het verre westen.
Op 11 november 1950 hield de groep een revue, die een daverend succes is geworden. Deze revue, die geheel door de jongens zelf was georganiseerd, liet de zaal lachen en zingen. Vooral de Chineese rechtspraak en Mister Blended hadden veel bijval. Deze stukjes waren door de jongens zelf geschreven. De bij de uitgang gehouden collecte ten bate van de „ouden van dagen”, bracht ƒ 12,08 op. De revue droeg de toepasselijke titel „Lachgas”[4].
Zaterdagavond heeft de padvindersgroep „Graaf Hans Willem Bentinck” een contactavond georganiseerd, die gehouden werd in gebouw ,,Irene”. Uiteraard werd de zaal voor het grootste deel door de jeugd gevuld, doch ook verschillende ouders en donateurs gaven van hun belangstelling blijk. Hopman Bode opende de avond en heette de aanwezigen welkom, hij noemde.m t bijzonder burgemeester Verheul, dominee Brokken, notaris Bennink en de heer Mol van de afd. Pers. en Publiciteit van de N.P.V. Hopman Bode deed een beroep op de ouderen, toe te treden tot de padvinderij, die, naar hij zeide, dringend behoefte heeft aan leiders en leidsters. „Hierover wil ik niet te veel zeggen”, aldus Hopman, „anders komen er te veel en alles, waar „te” voor staat is niet goed”. Vervolgens drukte spr. zijn spijt erover uit, dat nog steeds het clubhuis moet worden medegebruikt door de sportverenigingen, hetgeen in 1946 als voorwaarde werd gesteld door de Stichting „Rhoon en Fendrecht”. „Het zou voor enkele jaren zijn, maar ook hier weer dat woordje „te”, want het is nu al 7 jaar en dat is tè lang, want het gedeelte, dat wij over hebben, is nu tè klein”. Na nog een opwekking tot de jongens van 8 tot 12 jaar en van 12 tot 16 jaar te hebben gericht, om padvinder te worden en dank te hebben gebracht aan enkelen, die in het bijzonder aan de voorbereiding van de avond hun medewerking hadden verleend, gaf hopman Bode het woord aan de heer Mol, die het een en ander vertelde over de Padvindersorganisatie, het werk met de welpen en het spel van verkennen. Hij illustreerde zijn uiteenzetting met een tweetal films, waarvan de eerste in Engeland en de andere in het padvinderskamp te Ommen speelde. Vooral deze laatste „Ridders zonder Harnas” viel zeer in de smaak van het jeugdige publiek. In de pauze was er gelegenheid tot het bezichtigen van een eenvoudige tentoonstelling, door de padvinders samengesteld. Hieraan was een prijsvraag verbonden. De prijs, een kostelijke taart, werd gewonnen door Piet van der Griendt. Notaris Bennink, voorzitter van de oudercommissie sloot de avond met een enkel woord[5].