Groepscomité
Het groepscomité of de groepscommissie was het orgaan in een scoutinggroep van de oorspronkelijke scoutingbewegingen van vóór 1973 dat een groep bijstond in de dagelijkse gang van zaken.
Samenstelling[bewerken | brontekst bewerken]
Het groepscomité of groepscommissie bestond meestal uit de groepsleider, ouders van groepsleden en anderen die belang in de groep stelden. In de Spelregels[1] stond dat het moest gaan om een klein comité. De groepen waren daarmee betrekkelijk vrij in het bepalen van de grootte. Leden van het groepscomité worden aangesteld en ontslagen door de groepsleider. Bij speciale groepen of X-groepen had het genootschap waaraan de groep verbonden was ook een bepalende stem daarbij. Bij open groepen was de bepalende stem daarin bij het afdelingsbestuur of de districtscommissaris.
Taken en verantwoordelijkheden[bewerken | brontekst bewerken]
Het groepscomité was verantwoordelijk voor de groepseigendommen en stond de groepsleider bij met de financiën, propaganda, groepshuis, kampterreinen en betrekkingen voor de groep. De contributies werden daarentegen voldaan bij de penningmeester van de groep en niet aan het groepscomité. Bij het Nederlandse Padvindstersgilde ging het groepscomité alleen maar over de geestelijke zaken in de groep; regel 85b[2].
