Jacques Sevin
Jacques Sevin was een Franse jezuïet, die scouting in Frankrijk introduceerde.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Pater Jacques Sevin werd geboren in de Noord-Franse stad Lille, maar bracht het grootste deel van zijn jeugd door in de Belgisc he stad Tourcoing, waar hij studeerde. Eerst bij de Zusters Franciscanessen van Onze Lieve Vrouwe van de Engelen en later aan het Heilig Hart College. Later studeerde hij aan het Providence College in Amiens, de alma mater van zijn vader, maar na zeven jaar moest hij zijn studie onderbreken vanwege aanhoudende hoofdpijn. Na zes maanden in Engeland te hebben doorgebracht, hervatte hij zijn opleiding in Lille.
Vanaf zijn 13e jaar wilde hij al priester worden, maar toen hij op 16-jarige leeftijd een retraite maakte, kreeg hij de eerste gedachten om jezuïet te worden. Toen hij tijdens een volgende retraite, terwijl hij zijn studie Engels aan de Katholieke Universiteit van Lille deed, zijn eerdere gedachten bevestigde, ging hij in september 1900 naar het jezuïetennoviciaat in Saint-Acheul bij Amiens. Toen de Franse jezuïetenstudenten in ballingschap moesten gaan vanwege een recent regeringsdecreet, vervolgde hij zijn noviceschapsopleiding in Aarlen in de Belgische provincie, waar Jacques op 2 september 1902 zijn eerste geloften aflegde voordat hij naar Antoing, eveneens in België, verhuisde om zijn klassieke cursus te volgen. Tijdens zijn regentschap gaf hij Engelse les aan het St John Berchmans College in Florennes en had ook de leiding over het studententheater voordat hij naar Gemert in Nederland ging voor zijn studie filosofie en later zijn theologie in Edingen, België.
Tijdens zijn studie theologie volgde Jacques de gebeurtenissen in Engeland op de voet en na 1908 volgde hij de ontwikkeling van de padvindersbeweging en las hij de boeken Baden-Powell. Hij werd gevraagd om de scoutingbeweging te onderzoeken in de zomer van 1913 nadat twee ongunstige artikelen over de beweging verschenen in het jezuïetentijdschrift Etudes. Tijdens het bijwonen van een scoutsbijeenkomst in Londen op 20 september 1913 ontmoette hij Baden-Powell en het was daar en toen dat Jacques besloot een katholieke tak van de Boys-scouts in Frankrijk op te richten.
Na zijn wijding in Enghien op 2 augustus 1914 werd pater Sevin door zijn provinciaal gestuurd om kardinaal Francis Bourne van Westminster te bezoeken om met de Britse regering te onderhandelen over de mogelijkheid om religieuzen uit Elzas-Lotharingen te aanvaarden, die uit hun kloosters waren verdreven vanwege de oorlog. Pater Sevin bracht zijn vrije tijd door met schrijven over scouting, aangezien de beweging zich buiten de verwachtingen van Baden-Powell had verspreid. Binnen een jaar na de oprichting waren er 100.000 verkenners in Groot Brittanie en 500.000 over de hele wereld. Hoewel er in Frankrijk tegengestelde stemmen waren tegen de beweging, was pater Sevin ervan overtuigd dat deze nodig was en een middel zou kunnen zijn om de Franse jeugd bekend te maken met katholieke principes. Pater Sevin stichtte zijn eerste troepen in Moeskroen, maar het was een ondergrondse groep en de jongens hadden geen uniform om te voorkomen dat ze naar Duitsland zouden worden gedeporteerd[1].
In 1944 richtte hij een evangelische en apostolische, contemplatieve en missionaire religieuze congregatie op, het Heilige Kruis van Jeruzalem. De spiritualiteit zelf put uit de belangrijkste bronnen van de spiritualiteit van de heilige Ignatius, evenals de heilige Theresia van het Kind Jezus, de heilige Theresia van Avila en uit Scouting. Deze congregatie, die de pedagogische waarden van Jacques Sevin toepast, zet zich vooral in voor de opvoeding en evangelisatie van jeugd[2]. Hij stierf in 1951 terwijl hij een kruisbeeld in zijn hand hield.
Voor hem loopt sinds 1989 een zaligverklaringsproces. Hij werd in 2012 door paus Benedictus eerbiedwaardig verklaard.
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Toen de ideeën van Lord Baden-Powell Frankrijk bereikten, waren er enkele priesters die sceptisch waren tegenover de nieuwe beweging. Tegelijkertijd had Jacques Sevin de ontwikkelingen rond Baden-Powell gevolgd en was hij er niet van overtuigd dat scouting terzijde moest worden geschoven. Hij besloot dat hij naar de bron moest gaan; hij vroeg toestemming om naar Engeland te reizen om het zelf te ervaren. Sevin mocht tijdens de zomer de onlangs gevormde verkennerstroepen observeren en ontmoette Baden-Powell persoonlijk in een kamp in 1913. Dit hernieuwde Sevins interesse in de beweging en hij keerde terug naar Frankrijk en dacht aan verschillende manieren om het katholieke geloof in scouting te integreren. Ten slotte richtte hij in 1918 in het Belgische stadje Moeskroen een katholieke verkennersgroep op en wijdde deze toe aan het Heilig Hart. Het eerste officiële kamp werd in 1919 gehouden en datzelfde jaar werd een tweede troep gevormd. Baden-Powell hoorde van deze nieuwe ontwikkeling en was diep onder de indruk van de implementatie van zijn ideeën door pater Sevin. Het maakte zoveel indruk op hem dat Baden-Powell over Sevin zei: ‘Hij realiseerde mijn eigen gedachten het beste.’ Sevin was vervolgens medeoprichter van de Fédération des Scouts de France in 1920 en werd later bekend als de “Vader van Katholieke Scouting” vanwege zijn innovatieve ideeën. Nadat hij tot priester was gewijd, begon hij te experimenteren met zijn ideeën en schreef hij een boek over scouting. In zijn boek Le Scoutisme heeft hij de methode van Baden-Powell gedetailleerd beschreven en vervolgens onderzocht hoe het katholieke geloof daarin kan worden geïntegreerd. Het was zijn doel om jongeren met scouting hun geloof te laten ontwikkelen en hen zo in de katholieke kerk te integreren. Tot zijn inspiratiebronnen behoorden Sint Ignatius, Sint Teresa van Avila en Sint Thérèse van Lisieux. In 1920 was hij, samen met Canon Cornette en andere leiders, een van de medeoprichters van de Scouts de France, evenals van het International Office of the Catholic Scouts (tegenwoordig bekend onder de naam International Catholic Conference of Scouting - ICCS). Hij componeerde in 1921 zelfs het Beloftelied, gebaseerd op een gebed van Sint Ignatius[3].
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
- Silver Fox (The Boy Scouts Association, 1920)[4]