Jan van Swigchum
Jan Wilhelm van Swigchum was een Nederlandse predikant en hoofdkwartiercommissaris voor de X-groepen bij de De Nederlandse Padvinders.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Hij studeerde theologie in Utrecht, werd hulppredikant in Terneuzen en Nederlands-hervormd predikant op West-Terschelling, in Nieuwe Pekela, Hengelo (Overijssel) en in Rotterdam (wijkgemeente Jaffa)[1].
Hij trouwde op 1 mei 1933 in Leiden met Johanna Neeltje van Dijk[2].
Op 4 mei 1942 werden 460 Nederlandse mannen in het katholieke Kleinseminarie Beekvliet te Sint-Michielsgestel vastgezet. Ruim twee maanden later werden nog eens 800 gijzelaars in het nabijgelegen Haaren geïnterneerd, waaronder Jan van Swigchum. Het waren mensen ‘die vroeger in het openbare leven stonden en van wie aan te nemen is dat zij met de aanstichters van de tegen de bezettende macht gerichte kuiperijen sympathiseren’. Door te dreigen de gijzelaars ter dood te brengen, probeerde de bezetter Nederlanders te weerhouden van het plegen van verzets- en sabotageacties. De opgepakte mannen kwamen uit alle lagen van de bevolking. Opvallend was wel dat relatief veel gijzelaars een vooraanstaande positie innamen in de Nederlandse samenleving. Daarnaast kwamen de gijzelaars vooral uit kringen die aan bepaalde Duitse plannen hun medewerking geweigerd hadden. Op 20 december 1943 werd hij vrijgelaten uit Kamp Beekvliet.
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
In 1926 werd hij vaandrig in de groep van hopman G. Winters in Doetinchem[3]. Rond 1930 was hij actief als groepsleider en verkennersleider van de 3e Utrechtse CJMV-groep[4]. Sinds 1939 was hij lid van de Nationale Padvindersraad en lid van de Nederlandsche Christelijke Vereeniging van Padvinders samen met Oubaas Johan Buitendijk[5].
Op 2 april 1941 werd Scouting door de bezetter verboden. Door heel Nederland werden veel commissarissen van Scouting direct na het verbod gevangen gezet en verhoord. Jan was één van hen. Hij werd in Nieuwe Pekela opgepakt, verhoord en vrijgelaten.
Jan overleefde de oorlog en werd hoofdkwartiercommissaris van de X-groepen van 1951 tot 1966. Hij leidde 15 Koempoelans van de NPV-X groepen. In 1967 nam hij afscheid van de NPV.
Bronnen en referenties
- Weest Paraat november 1966 en mei 1967