Jungleboek

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Jungleboek
JunglebookCover.jpg
Originele titel
The Jungle Book 
Auteur
Geïllustreerd door
John Lockwood Kipling
(vader van Kipling) 
Verzameling
De Jungleboeken 
Uitgeverij
Macmillan Publishers 
Geschreven
1892 - 1893
Eerste uitgaven
 1894 

Het Jungleboek is verhalenbundel in 1892 en 1893 geschreven door Joseph Rudyard Kipling. Op een aantal van deze verhalen werd het spelaanbod van de welpen gebaseerd. De verhalen uit het boek werden eerst gepubliceerd in verschillende tijdschriften en in 1894 verzameld in het Jungleboek. In 1895 werd het opgevolgd door het Tweede Jungleboek.

Deze gaan over de jongen Mowgli die, als hij nog een baby is, door z'n ouders voor dood, in de jungle wordt achtergelaten, als zij worden aangevallen door een tijger (Shere Khan). Hij is echter niet dood en wordt door wolven in hun horde opgenomen en opgevoed. Hij beleeft dan allerlei avonturen met de wolven van de horde, de oude wijze beer Baloe, de zwarte panter Bagheera en nog veel meer dieren uit de jungle.

Een ander verhaal uit het Jungleboek is het verhaal van Kotick de witte zeehond, waarop het spelaanbod van de Zeehondjes werd gebaseerd

Op het boek zijn al verschillende films en tekenfilms gebaseerd, bijvoorbeeld door Walt Disney, deze films zijn inmiddels bekender dan het boek wat aan de basis stond maar de films wijken echter nogal eens af van en kunnen niet tippen aan het originele verhaal van Rudyard Kipling.

Betekenis[bewerken]

Het jungelboek beschrijft de karakterontwikkeling van een 'jong mens'. Mowgli alleen, maakt het onderwerp uit van het verhaal, hij alleen is de hoofdpersoon. Zijn evolutie, zijn groei naar zelfbeheersing, dat is het thema hoe Mowgli als een “naakte puit” bij de Wolven kwam, om na 15 jaar weer naar de mensen te keren, als volwassen persoonlijkheid. De andere personages vormen de vaste achtergrond, tegenover dewelke het verhaal van Mowgli’s opvoeding zich voltrekt. Zij evolueren niet, Mowgli alleen doet dat. Elk dier heeft zijn karakter; doorheen het hele verhaal blijft dit onveranderd. De dieren spelen een hulprol, zijn slechts van belang in zoverre zij een invloed uitoefenen op de opvoeding van het mensenjong.

Akela, Baloe en Bagheera zijn de voorbeelden van een karaktereigenschap, welke Mowgli moet ontwikkelen; Shere-Khan, de Bandars en het Gidoer-log zijn zovele ondeugden welke zullen bestreden worden.

Vooral in het 1e jungleboek wordt verhaald hoe Mowgli’s evolutie zich voltrokken heeft in 5 hoofdmomenten.

  1. Onbevreesd komt Mowgli naar het wolvenhol : meteen bewijst hij dat hij reeds karakter bezit : “Naakt kwam het in de nacht tot hier, alleen en hongerig, en toch was het niet bang.”
  2. Het hoofdstuk met de Bandar-log verhaalt van een slippertje dat Mowgli maakte. Het apenvolk is een grappige karikatuur van de kindergebreken : wispelturig, slordig, opscheppend, tuchtloos, zonder wetten; Mowgli laat zich verleiden door mooie beloften en geeft toe aan speelzucht.
    Een ogenblik laat hij zich gaan, en reeds dreigt de ramp, de mislukking van het opvoedingswerk. Gelukkig waken Baloo en Bagheera. Er volgt een prachtige les : de overwinning van de koele zelfbeheersing, verpersoonlijkt in Kaa, de slang, op de dwaze losbolligheid van de apen. Een symbool van Mowgli’s opvoeding.
  3. Door zijn rimboeleven verwerft Mowgli genoeg karakter om zijn wil op te dringen aan Shere-Khan (het beeld van al wat laag en laf is). Met de hulp van de Rode Bloem wordt de tijger verjaagd : “Op, hond, riep Mowgli, op, als een mens spreekt, of ik steek je pels in brand!”.
  4. Op het ogenblik dat Mowgli’s karaktervorming voleindigd is, kan hij zijn tweede, definitieve overwinning behalen op zijn erfvijand : “Heel de jungle weet dat ik Shere-Khan gedood heb. Kijk goed toe, o wolven”. Aldus affirmeert Mowgli zijn pas verworven meesterschap over de rimboe.
  5. Na deze periode is Mowgli rijp geworden : een volwassen karakter in dienst van de gemeenschap waarin hij leeft.
    Praktisch is hij de leider van de horde; toch verkiest hij afzonderlijk te jagen, samen met de vier. Door zijn toedoen is de horde weer het “Vrije Volk” geworden, vrij van alle driften welke Shere-Khan verspreid had. Eens te meer een overwinning van het ‘karakter’ op de laagheid : "Leid ons weer, o Akela, leid ons weer, o Mensenjong, want wij zijn die tuchteloosheid beu. We willen weer een vrij volk zijn."
    "De Mensenhorde en de Wolvenhorde hebben mij uitgestoten", zei Mowgli. "Nu zal ik alleen op jacht gaan in de jungle."
Zie het artikel begrippen uit het Jungleboek voor een verzameling plaatsen, namen en andere woorden uit het Jungleboek, met uitleg

De Verhalen[bewerken]

Het "Jungleboek" is opgebouwd uit een aantal verhalen. De eerste drie spelen zich af rond figuren van Mowgli en zijn jungle vrienden. Op een na spelen alle verhalen in India. In alle verhalen spelen dieren een hoofdrol.

Titel Beschrijving Begeleidend gedicht
Mowgli’s Broeders Een jongen wordt opgevoed door wolven. Met Baloe de Beer en Bagheera de Zwarte Panter, leert hij “de wetten van de Jungle". Enkele jaren later wordt de roedel bedreigd door Shere Khan de tijger en Mowgli verjaagd hem met vuur Jachtlied van de Wolfsroedel van Seoni
Kaa’s Jacht In de tijd dat Mowgli bij de wolven verblijft wordt hij ontvoerd door de Bandar-log. Ze nemen hem mee nar de ruïnes van de Koude Holen. Baloe en Bagheera gaan hem met hulp van Kaa bervrijden. Kaa hypnotiseert de apen, de beer en de panter. Mowgli weet Baloe en Bagheera weer te ontwaken. Marslied van de Bandar-log
Tijger! Tijger! Mowgli keert terug naar het mensendorp en wordt opgenomen door Messoea en haar man. Hij krijgt de taak om de waterbuffels te hoeden. Als Shere Khan op hem komt jagen, verzameld hij de buffels en met behulp van zijn junglevrienden overvallen ze de tijger die het met de dood moet bekopen. Mowgli’s lied
De Witte Zeehond Kotick, de zeldzame witte pelsrob, ziet zijn soortgenoten gedood worden om hun vacht. Hij vlucht van het eiland in de Beringzee. Als hij steeds volwassener wordt vind hij uiteindelijk een geschikte plek om te wonen. Dan reis hij terug naar het eiland om de rest te halen. Lukannon
Rikki-Tikki-Tavi Als een Engels gezin naar India verhuisd, komen ze de mangoest Rikki-tikki-tavi tegen. Hij is gevlucht uit zijn holletje voor de cobra’s Nag en Nagaina. Hij hoort hen plannen om de vader van het gezin te gaan doden. De dappere mangoest opent de aanval op Nag de vader schiet de cobra neer. Riki-Tikki-Tavi vernield Nagaina’s eieren en jaagt haar weg. Gezang van Darzee
Toomai van de Olifanten Grote Toomia is de baas van de olifantendrijvers. Hij is niet zo blij meer met zij werk. Maar zijn zoon, Kleine Toomia, houdt veel van de olifanten en zij begrijpen hem. Als Toomai aan zijn vader vraag of hij mee mag op jacht is het antwoord “als je de olifanten ziet dansen” dat is iets nog nooit iemand een olifant heeft zien doen. De olifanten willen de kleine Toomai wel helpen. Shiv en de Sprinkhaan
De dienaren van Hare Majesteit Aan de vooravond van de Britse militaire parade voor de bezoekende Amir van Afghanistan, zijn de lastdieren van de onderkoning in gesprek. De muilezel, kameel, paard, os en de olifant, bespreken wat ze in de strijd voor taak hebben en hoe ze daarover denken. De middag erna staan ze er allemaal paraat en op hun post. Toch is de Amir onder de indruk van de heersende discipline. Een officier legt hem uit; de dieren en hun begeleiders nemen graag orders aan maar die direct van hare majesteit de Queen komen.” Paradelied van de kampdieren

Wetten[bewerken]

1. Wet van de jungle.

Schrijft nooit iets voor zonder reden. Deze wet verbiedt de dieren mensen te eten, behalve wanneer zij doden om hun kinderen te leren hoe ze moeten doden. Dan nog moet dat gebeuren als zij jagen buiten de eigen gebieden van eigen stam of bent. De ware reden voor het niet doden van mensen is dat dat vroeg of laat gevolgen zal hebben. Witte mensen gezeten op olifanten en gewapend met donderstokken (geweren) en honderden bruine mensen met stokken die snijden (speren), gongs, vuurpijlen en toortsen trekken de jungle in en doden alles wat zij op hun weg tegenkomen. Het is duidelijk dat dan de hele jungle lijdt. Toch geven de dieren onder elkaar een andere reden op voor het niet doden van mensen, namelijk de mensen zijn de zwakste van alle wezens. Mensen kunnen zich niet verdedigen en het zou dus onsportief zijn ze aan te vallen en te doden. Ook zeggen de dieren, en dat is ook waar, dat zij die mensen eten schurftig worden en hun tanden verliezen.

2. Wet van de wolven

"Gij allen kent de Wet, zie wel toe, gij wolven" Als antwoordt geven de moederwolven de roep: "Ziet toe, ziet wel toe, gij wolven".

3. Wet van de wolven

Wanneer er verschil van mening is over een jong dat in de stam moet worden opgenomen, dienen er tenminste twee leden te zijn die zich ten gunste van dit jong uitspreken. De vader en moeder van dit jong zijn van dit recht uitgesloten. Baloe en Bagheera deden dit bijvoorbeeld ten gunste van Mowgli.Bij verschil van mening over een nieuw jong, wat niet belangrijk genoeg is om voor te vechten of te sterven, kan dat jong voor een zekere prijs gekocht worden. Hierdoor kon en mocht Mowgli vanwege de stier die hem vrijkocht nimmer runderen (oud of jong) doden.

4. Wet van de jungle

Sla eerst, geef dan pas geluid.

5. Wet van de jungle

Spijt heft straf nimmer op (Mowgli kreeg van Baghera als straf omdat hij omging met de Bandar-Log 6 klappen).

6. Wet van de jungle

Eist het leven van diegene die doodt bij de drinkplaatsen als de watervrede is afgekondigd.

Geluiden[bewerken]

Ya-La-Hi! Ya-La-Hi!

Jachtroep der wolven. "Laten wij gaan jagen"

Soyuzmultfilm - Маугли
Adventures of Mowgli


Bronnen

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.