Louis Berger
Louis Berger was een Nederlandse psycholoog en een van de oprichters van de Katholieke Verkenners[1].
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Hij bezocht gymnasia in Venlo en te Katwijk. Aan de Utrechtse Universiteit studeerde hij psychologie, pedagogiek, filosofie, criminologie en forensische psychiatrie. - Daarna was hij werkzaam als assistent van het Psychologisch Laboratorium; in 1927 promoveerde hij op het proefschrift "De ontwikkeling der logisch-grammatische functie tusschen het 12de en 18de levensjaar" . Na aanvankelijke werkzaamheden in het jeugdwerk, vestigde hij zich in Den Haag als opvoedkundig en psychologisch raadgever voor kinderen en volwassenen. Hij gaf voor kinderen advies bij onderwijs- en karaktermoeilijkheden en voorts inzake de keuze van school, opleiding en beroep. - Tevens trad hij op als deskundige in strafrechtzaken. - B. bekleedde de volgende neven-functies: hij was lid van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring; lid van den Voogdijraad in Den Haag; was meermalen rijksgecommitteerde voor de Kweekschool-examens ; was lid van de commissie inzake huishoudelijke voorlichting en gezin leiding; docent bij de opleiding van Montessori-Ieerkrachten voor het Buitengewoon Lager Onderwijs en voor de akte Pedagogiek M.O.; medewerker aan de Katholieke Encyclopedie en aan de Encyclopedie voor Moeders; lid van het dagelijkse bestuur van den Diocesane Jeugdraad en penningmeester van de Katholieke Jongenscentrale. - Hij schreef artikelen in tijdschriften, hield voordrachten in binnen- en buitenland, sprak voor de radio en gepubliceerde een viertal werken, namelijk.: "Moeilijkheden op sexueI gebied bij kinderen", "Geschiedenis en beteekenis der Vrije Jeugdvorming", " Levensinzicht ", en "Contact der Sexen" Hij maakte verschillende buitenlandse studiereizen, onder andere naar Engeland, Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Zwitserland en Oostenrijk.
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was diocesaan commissaris en lid van het hoofdbestuur van de Katholieke Verkenners van 1929 tot 1937[1] Hij was deelnemer aan de eerste Nederlandse gilwelltraining in Ommen.
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
- Officier in de Orde van Oranje-Nassau[2]