Murk Cornelis de Jong
Murk Cornelis de Jong was directeur van een rubberfabriek, marineofficier en districts- en hoofdkwartiercommissaris bij de Nederlandse Padvinders.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was de zoon van de marineofficier Murk Cornelis de Jong en van Louise Maria Elisabeth Bitter[1]. Hij volgde de marineopleiding in Willemsoord. In 1920 werd hij procuratiehouder bij de N.V. Heybroek & Co.’s Handel Maatschappij in Amsterdam[2]. Later was hij, tot december 1959, directeur van de Rubberfabriek voorheen Gebroeders Merens in Haarlem[3]
Scouting[bewerken | brontekst bewerken]
Hij was van 1933 tot 1950 districtscommissaris bij de Nederlandse Padvinders van het district Haarlem. Hij zorgde daar voor een betere samenwerking met de Katholieke Verkenners[4]. Tijdens de Wereldjamboree 1937 was hij de subkampleider van subkamp 6, met deelnemers uit Nederland, Groot Brittannië, Letland, Luxemburg (FNEL), Noorwegen, Polen en Joegoslavië. Hij was hoofdkwartiercommissaris voor voortrekkers bij de NPV[5]; hij trok zich terug uit deze functie in 1951.
Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen en referenties
- ↑ Geboorteregister Den Helder
- ↑ Gedenkboek uitgegeven bij de viering van het 75-jarig bestaan van de opleiding tot zeeofficier te Willemsoord, 1929
- ↑ Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem, 1 januari 1959, pagina 199
- ↑ Nieuwe Haarlemsche Courant, 9 januari 1956, pagina 3
- ↑ Weest Paraat, 1951-01