Nederlandsche Padverkenners
De Nederlandsche Padverkenners was een organisatie die zou ontstaan uit een in maart 1911 geplande fusie van de Bond Voor Jonge Verkenners en de Nederlandsche Padvindersorganisatie.
Wat er precies van de fusie terecht is gekomen is onduidelijk, maar het eindresultaat lijkt geweest te zijn dat de NPO bleef bestaan en de Bond Voor Jonge Verkenners van naam veranderde en een aantal groepen en (bestuurs-)leden, zoals Gos Lingbeek zich erbij aansloten[1].
Centraal bestuur lijkt te hebben bestaan uit:
- gepensioneerd. luitenant-generaal J. de Waal
- F. W. baron Van Tuyll van Serooskerken
- Jhr. mr. J. W. Schorer
- Dr. Lingbeek.
De belofte zou worden: "Ik zal mijn uiterste best doen de Padverkennerswet op te volgen". Artikel 2 van haar wet zou gaan luidden "Een padverkenner eerbiedigt God, eert de Koningin, dient zijn Vaderland en gehoorzaamt zijne ouders en meerderen".
De Bond Voor Jonge Verkenners lijkt alleen te hebben bestaan uit de afdeling Den Haag, maar bij de Nederlandsche Padverkenners sluiten zich ook afdelingen aan uit andere plaatsen[1][2]. Zo werd in Arnhem op 21 maart 1911 de 'vereniging De Arnhemsche Padverkenners' (APV) opgericht. De Arnhemse padverkenners fuseerden met onder andere de Aerendheemgroep.
Op 10 maart 1912 gaat de Nederlandsche Padverkenners op in de Nederlandsche Padvindersbond. Bij deze fusie wordt alleen gesproken over jongens, dus waarschijnlijk konden geen meisjes lid zijn van de Nederlandsche Padverkenners. Meisjes hadden lid kunnen zijn van Bond Voor Jonge Verkenners.
Logo[bewerken | brontekst bewerken]
De padvinders van de Nederlandsche Padverkenners droegen een geborduurde leeuw op hun uniform. Deze leeuw werd als bondswapen door de Nederlandsche Padvindersbond overgenomen en werd door al hun Padvinders op de mouw gedragen[3].