Padvindersreputatie
Scouting heeft een reputatie uit het verleden overgehouden, waar ze nog steeds last van heeft, of denkt te hebben: brave, nette, militaristische jongens met korte broek en kniekousen. Alleen kloppen die verhalen niet:
Scouting is militair opgezet[bewerken | brontekst bewerken]
Dat beeld komt van het uniform en het beroep van Robert Baden-Powell, maar is toch niet juist. Het idee voor Scouting kreeg Robert Baden-Powell juist tijdens een bezoek aan een jongensvereniging (Boys' Brigade) die militair paradeerden, waarvan hij dacht dat ze dit snel zou vervelen. Hij heeft daarna Scouting opgezet met als voorbeeld de wouldloper, niet de militaire verkenner. Natuurlijk nam hij wel wat mee uit zijn vak, zoals uniform, openen, salueren. Maar hij vond ook dat verkenners zelf leiding moesten geven en niet de (volwassen) leiders, wat niet erg gebruikelijk is in het leger. Scouting heeft dus nooit een militaire inhoud gehad en is later ook nooit de militaire kant opgegaan (op een enkel land na). Baden-Powell liet al in een eigen tekening zien: "Scouting is not soldiering".
Het uniform is militaristisch[bewerken | brontekst bewerken]
Baden-Powell voerde het in omdat de verkenners het leuk vonden (jongens dan) maar het moest vooral praktisch en eenvoudig zijn "Een verkenner heeft geen opzichtig uniform". Hij vond ook belangrijk dat het een groepsgevoel gaf en dat je niet kon zien wie arm of rijk was, want in die tijd kwamen rijke jongens in colbert en stropdas. Maar een tikje militair, dat zit er nog wel in en misschien vinden vooral jongens dat stiekem nog wel leuk ook. Buiten Scouting is opvallend dat drumbands een écht militair uniform dragen en daarmee marcheren zoals Baden-Powell verbood, terwijl niemand zich daaraan ergert.
Scouting heulde met de Nazi's in de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]
Het tegendeel is waar. Zo werd in Oostenrijk de scoutingbeweging na de Duitse inval direct ontbonden, en de leiders werden naar een concentratiekamp gestuurd. In Polen en het toenmalig Tsjechoslowakije gebeurde iets soortgelijks. In Nederland viel de schade aanvankelijk mee, maar ook hier vonden de Nazi's de scoutingbeweging eigenlijk maar niets. De Nazi's waren tegen de verzuiling en alles wat maar voor versnippering zorgde. Ze wilden veel liever dat Nederland (tenslotte een land vol bijna-Duitsers) een eenheid werd in doen en denken, om ze zo makkelijker bij het Duitse volk in te kunnen lijven. Voor de vele verschillende jeugdbewegingen in Nederland, waar scouting er één van was, betekende dit dat ze allemaal moesten opgaan in de Hitlerjugend. Enkele uitzonderingen daargelaten werd hier door de hele scoutingbeweging (maar ook door andere jeugdbewegingen) afwijzend op gereageerd. Dit leidde ertoe dat scouting in 1941 werd verboden. In België waren de Nazi's minder streng (mogelijk omdat men de Belgen eerder als bijna-Fransen beschouwden dan als bijna-Duitsers). Men mocht wel als scouts samenkomen, maar het uniform mocht niet worden gedragen.
Padvinders waren brave jongetjes[bewerken | brontekst bewerken]
Ze waren harder dan tegenwoordig. Baden-Powell waarschuwde al: "Brave-Hendrik-achtigheid jaagt de flinkere weg en die moeten we juist hebben". En die kreeg hij. Zo waren er vriendschappelijke gevechten tussen groepen. Bijvoorbeeld de hopman werd in een hinderlaag gelokt, gevangen genomen, gekneveld, waarna zijn groep hem moest bevrijden. Bij de zeeverkenners was er een vlag die andere groepen mochten veroveren. Dat ging er stevig aan toe. Soms nam een groep op kamp prikkeldraad mee om zich tegen anderen te beschermen. Scouting is stevig buitenwerk, dat trok geen brave jongetjes, wel avonturiers.
De korte broek in de winter[bewerken | brontekst bewerken]
Daar hielden ze ook vroeger niet echt van, maar in die tijd had men het idee dat frisse lucht gezond was. Ook buiten scouting was het heel gewoon dat jongens altijd in een korte broek liepen. Die korte broeken kwamen trouwens tot aan de knie (net als tegenwoordig) en de kousen waren erg lang, dus veel bloot been was er niet. Dat ook leiders in korte broek liepen was zelf revolutionair, want blote mannenbenen waren zeer ongepast. Bij de voetbal zie je het omgekeerde: daar ben een watje als je 's winters niet in korte broek speelt.
De dagelijkse goede daad, een oude vrouwtje helpen oversteken[bewerken | brontekst bewerken]
Over de goede daad waren ze vroeger ook niet zo enthousiast. Hij mocht trouwens heel klein zijn, het ging er meer om dat je leerde opletten of je ergens kon helpen in plaats van de andere kant opkijken en doorlopen. Je kan je natuurlijk afvragen wat er precies fout aan is. Bijvoorbeeld: mocht je toevallig die oude vrouw tegenkomen, laat je haar dan staan?
Die vroegere hierarchie kan niet meer, nu we steeds meer gelijk zijn[bewerken | brontekst bewerken]
Helaas is het andersom, de verkenners hebben tegenwoordig juist minder te zeggen dan vroeger. De officiële hierarchie was vroeger hetzelfde: een patrouille met patrouilleleider en daarboven de leider, maar:
- De leider moest zijn: "niet een schoolmeester of bevelvoerend officier, maar meer een oudere broer tussen zijn jongens, niet op afstand of boven hen, maar zelf meedoen met hun activiteiten en hun enthousiasme delend"
- De patrouille koos zelf zijn patrouilleleider.
- Later, tot in de jaren zestig, bepaalde de troepraad wie patrouilleleider werd, dus ook de verkenners zelf.
De huidige Scoutingleiders moeten nog heel wat hierarchie loslaten voordat ze hier in de buurt komen. Bijkomend verschil is overigens ook dat verkennersgroepen vroeger de leeftijd hadden van 10 tot 17 jaar. Doordat die leeftijdsgroep door de landelijke scoutingorganisaties nu vaak in tweeën geknipt is (of soms zelfs in drieën) heeft de leiding bij de jongere leeftijdsgroep noodzakelijkerwijs een grotere rol dan vroeger.
Baden-Powell was een ouderwetse, saaie oude man[bewerken | brontekst bewerken]
Dat komt door al die foto's in groepshuizen van toen hij al in de tachtig was. Zo zag hij er natuurlijk niet uit toen hij Scouting oprichtte. Hij leefde in een andere tijd en had dus soms ideeen die wij nu ouderwets vinden, al is het lastig uit te leggen wat er dan fout aan was. Maar op opvoedkundig gebied, hoe je met verkenners moest omgaan, was hij moderner dan de huidige Scouting. Zijn innovatieve Scoutingprincipes zijn tegenwoordig voor veel leiders toch iets te vooruitstrevend. Verder was hij een goede tekenaar, leuke schrijver (lees hem in het Engels), populair amateurtoneelspeler/komiek, bijna socialist, zie Robert Baden-Powell.
Baden-Powell was een slecht mens[bewerken | brontekst bewerken]
- Zie ook het artikel over de reputatie van Baden-Powell
In de jaren tachtig zijn er onderzoekers geweest die Baden-Powell hebben beschuldigd van allerlei minder prettige zaken. Zijn biograaf Tim Jeal heeft aangetoond dat dit het resulaaat was van zeer selectief uitspraken selecteren. Daarmee was hij natuurlijk niet zo ideaal zoals de Scoutingboeken ons doen geloven. Hij was een gewoon mens met goede en mindere eigenschappen en soms net zo inconsequent als wij. Wie de details wil weten zal die dikke biografie moeten lezen.