Stand-in-de-mand

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Stand-in-de-mand is een ren-, gooi- en vangspel met een bal dat je buiten kunt spelen. In de verte heeft het wel iets weg van blikspuit. Kinderen mogen elkaar bijnamen geven, dus zie er als leiding een beetje op toe dat de namen een beetje netjes blijven.

Category games nl.svg
Stand-in-de-mand

Ontwikkelingsgebied:
Doelstelling:
Plaats: buiten,
Soort: balspel, renspel,
Leeftijdsgroep: 7 tot 11 jaar
Aantal spelers: Groep vanaf 4 personen
Voorbereidingstijd: Geen
Duur van het spel: 20 minuten per potje
Nodig: veld van voldoende omvang en (voor de uitgebreide versie) een gebouw met een schuin, laag dak

Verkorte versie[bewerken | brontekst bewerken]

Een speler heeft de bal, de anderen staan er om heen. De speler gooit de bal recht omhoog en roept: 'Stand in de mand en de bal is voor Pieter'. ledereen loopt hard weg, behalve Pieter, die moet de bal pakken. Als hij hem heeft, roept hij: 'Stop!.' Dan mag niemand meer van zijn plaats en moet Pieter proberen met de bal een van de anderen te raken. Daarvoor mag hij nog wel drie stappen zetten in de richting van het kind dat hij wil raken. De andere spelers mogen wel bukken om de bal te ontwijken, maar niet van hun plaats komen. Wordt een speler geraakt, dan is die af en mag Pieter de bal omhoog gooien en een andere speler kiezen. Wordt een speler niet geraakt, dan wordt deze de nieuwe balwerper.

Uitgebreide versie[bewerken | brontekst bewerken]

Eén van de spelers begint het spel. Hij gooit een bal op het dak en roept een ander kind bij de voornaam. Degene wiens naam geroepen is, is de vanger, en rent naar de bal toe om hem te vangen.

Als de nieuwe vanger de bal vangt...
... dan gooit hij hem opnieuw op het dak en roept hij een ander kind bij de voornaam. Die is de volgende vanger.
Als de nieuwe vanger de bal NIET vangt...
... dan proberen de andere kinderen zo snel mogelijk weg te rennen. Wanneer de vanger de bal uiteindelijk te pakken heeft en van de grond heeft opgeraapt, roept de vanger "STOP"! Alle andere kinderen blijven dan op de plek staan waar ze op dat moment zijn. De vanger doet nu drie (grote) stappen, en probeert met de bal één van de kinderen te raken.

Is een kind door de bal geraakt, dan krijgt dat kind een strafpunt. Raakt de vanger niemand, dan krijgt juist de vanger een strafpunt. Ook als de vanger de bal niet op het dak gegooid krijgt, doordat het naast het huis valt of er overheen, dan krijgt de vanger ook een strafpunt.

Heeft een kind drie strafpunten, dan mogen de andere kinderen een bijnaam voor dat kind verzinnen. Op dat moment vervallen de strafpunten voor dat kind en begint het kind dus weer bij nul strafpunten. Daarna gaat het spel weer verder. Het kind wordt in het spel voortaan bij die bijnaam genoemd.

Variaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Als kinderen nog niet zo goed kunnen vangen, kun je de regel toevoegen dat de bal 1x (of maximaal 1x) moet stuiteren voordat de vanger hem mag vangen.
  • Laat de kinderen, nadat er "stop" is geroepen, op één been staan wanneer er gegooid wordt.
  • Gooien de vangers steeds te ruw naar de andere kinderen? Laat de kinderen dan allemaal met het gezicht naar de vanger staan, en met de benen wijd. De vanger kan dan door de benen van de kinderen heen proberen te gooien.
  • Je kunt ook nog een kleine "test" toevoegen wanneer een kind 3 strafpunten heeft: slaagt het kind voor de test, dan krijgt het geen bijnaam.

Bronnen en referenties

  • Korte versie: Stand in de mand in het Spelenboek (versie 14 december 2009)
  • Uitgebreide versie: Egg game op en.scoutwiki.org (versie 14 december 2009)