Titus Leeser
Titus Jules Gerhard Carl Leeser was een Nederlandse beeldhouwer en schilder. Hij was assistent-hoofdkwartiercommissaris voor training bij De Nederlandse Padvinders (NPV).
Levensloop[bewerken]
Begin 20e eeuw verhuisde met zijn ouders naar Den Haag. Daar ging hij aan de Academie van Beeldende Kunsten studeren. Na zijn studiejaren in Den Haag (1921-1922) keerde weer terug naar Duitsland, om zijn opleiding te vervolgen aan de Akademie der Bildende Künste in München. Hier kreeg hij tekenles van de dierenschilder Angelo Jank, de man die gespecialiseerd was in het tekenen en schilderen van voornamelijk in beweging zijnde paarden en ruiters. De studie duurde tot 1927. Na zijn tijd aan deze Münchener academie deed Titus Leeser nog een opleiding van een jaar naar de Staatsschule für Angewandte Kunst in München. In de tijd dat hij in München was, verloofde hij zich met de Middelburgse Elisabeth (Lies) Johanna Hendrikse, die hij op 31 oktober 1929 het Ja-woord gaf. Beide hadden een link met de Scouting en trouwden in uniform. Philip van Pallandt was een goede vriend van hem die hij van Scouting kende en hun getuige was. De Leesers woonden vanaf 1930 in de tuinmanswoning ‘De Drie Sparren’ op landgoed Eerde, die hun vriend Philip van Pallandt aan hen verhuurde. Ze bleven hier wonen tot 1968. Titus was op het landgoed kampstaf en welpenleider (Akela). Tijdens de oorlog heeft Leeser actief deelgenomen aan het verzet. Belangrijk was zijn culturele verzetswerk, in de vorm van het organiseren van illegale tentoonstellingen bij particulieren thuis, onder andere in Groningen, Almelo en Velp. Aan het eind van de oorlog was hij tolk en contactman tussen het Oost-Nederlands verzet en het Canadese leger. Hij heeft meerdere werken ter herinnering aan de oorlog en haar slachtoffers gemaakt, zoals onder andere het Oorlogsmonument in Zwolle, het Provinciaal Verzetsmonument Overijssel en het monument De val van Icarus in het Van Stolkpark in Den Haag. Dit monument herinnert aan iedereen die tijdens het Englandspiel omkwam.
Scouting[bewerken]
Leeser was sinds zijn kinderjaren actief in de scoutingbeweging en was lid van de Caribou stam van de Baron van Pallandtgroep. Als voortrekker was hij in 1921 al lid van de staf van kampterrein Eerde, waar toen ook de andere terreinen in Ommen onder vielen. In 1922 werd hij, als assistent van Jan Schaap verantwoordelijk voor Ada's Hoeve[1]. Hij was een van de trainers op de eerste Gilwelltraining die in Nederland plaatsvond van 9 tot en met 23 juli 1923 op Gilwell Ada's Hoeve in Ommen. Zelf volgde hij in 1924 samen met Pom van Voorthuisen de 11e Gilwelltraining voor welpenleiders op Gilwell Park en werd Deputy Camp Chief. Hij was de oprichter en eerste oubaas van de Nakotastam.
Ook leverde hij veel ontwerpen en illustraties voor scoutingpublicaties. Hij is de ontwerper van de poster en het logo van het in 1932 gehouden Nationale Kamp.
Hij was de ontwerper van de omslag van De Huifkar, het maandblad voor en door Nederlandse voortrekkers onder redactie van Ton Koot[2].
In 1937 was hij op de 5e Wereldjamboree verantwoordelijk voor het theater. Na de Tweede Wereldoorlog had hij zitting in de Nationale Padvindersraad. Hij is daarin met Jacques Zaneveld een van de initiatiefnemers voor de nieuwe padvindersonderscheidingen voor leiders. Hij werd gevraagd de hoogste onderscheiding te ontwerpen: de Zilveren Gaai. Het logo van Gilwell Ada's Hoeve (het kampvuur) is ook van zijn hand.
Onderscheidingen en eretitels[bewerken]
- Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (Koninkrijk der Nederlanden, 25 april 1961)
- Zilveren Gaai (NPV, 23 april 1954)
Bronnen en referenties