Uniform
Het dragen van een uniform is bij de meeste scoutinggroepen gebruikelijk. Het sluit aan bij de gedachte dat iedereen gelijkwaardig is, ongeacht rang of stand, religie of huidskleur.
Het uniform, zoals dat bij scoutinggroepen doorgaans gedragen wordt, bestaat uit een broek of rok (dit kan een spijkerbroek, maar ook een speciale scoutingbroek of -rok zijn), een blouse of trui en een das, eventueel met dasring. De das kan een Landelijke, Nationale, Groeps- of Gilwelldas zijn. Het dragen van een hoofddeksel is optioneel.
Redenen[bewerken | brontekst bewerken]
Er zijn meerdere redenen te verzinnen voor het dragen van een uniform:
- Gelijkwaardigheid: Iedereen heeft ongeveer hetzelfde aan, of je nou rijk of arm bent, of wat je geloof of afkomst ook is.
- Herkenning: Aan de kleding is te zien bij welke scoutinggroep en welke speltak iemand zit
- Herinnering: Insignes en badges geven aan bij welke evenementen je bent geweest, of welke vaardigheden je hebt opgedaan
- Praktisch: Het uniform kan tegen een stootje en mag vies worden, iets waar veel andere alledaagse kleding minder geschikt voor is.
Kleuren, Insignes, naambandjes en badges[bewerken | brontekst bewerken]
Aan de blouse of trui is altijd te zien bij welke Scoutingorganisatie en bij welke (spel)tak de drager hoort: de kleuren en de diverse insignes verschillen.
Op de blouse of trui zijn altijd te vinden:
- Een insigne of naambandje van de scoutingregio, gouw of provincie.
- Een naambandje van de scoutinggroep.
- vaardigheidsinsignes
- het installatieteken
- een aanduiding van de functie (bijvoorbeeld PL)
- ...en soms worden er speciale jubileumnaambandjes en dergelijke aan toegevoegd.
De Kerstboom[bewerken | brontekst bewerken]
Een rijkelijk versierde blouse wordt wel een "kerstboom" genoemd (vooral door scouts die er niet van houden). Vroeger gebeurde dit door fanatieke verkenners die veel insignes haalden (dus kwam de kritiek van degene die ze niet haalden). Tegenwoordig zie je veel kerstbomen door de vele badges, kampbandjes etc. die verkrijgbaar zijn in felle contrasterende kleuren. Sommige groepen hanteren regels om dit te voorkomen, andere gebruiken juist volop de enorme door Scouting aangeboden (en zelf ontworpen) keuze aan badges.
Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]
Enkele quotes van Robert Baden-Powell:
"Voor de jongen is een uniform een grote attractie. En wanneer het de kleding is, zoals een woudloper die draagt, geeft het hem het idee direct verbonden te zijn met de pioniers, die helden voor hem zijn. Het uniform maakt ook een broederschap. Omdat iedereen het gebruikt, bedekt het alle verschillen van klasse en landstreek." (Lessons from the Varsity of Life)
"Een Scout draagt geen opzichtig uniform" (Verkennen voor jongens)
"Dus, ook al kan het als immoreel gezien worden om te appelleren aan het tikje ijdelheid van jongens, heb ik insignes ingesteld..." (Lessons from the Varsity of Life, Baden-Powell)
"Vaak heb ik gezegd: het kan me niet schelen of een scout het uniform draagt of niet, als hij/zij maar met hart en ziel er bij is en de Scoutwet naleeft. Maar elke scout zal het uniform willen dragen als hij/zij er een kan kopen." (Wenken voor leiders)
De redenen voor het uniform waren dus: theater en verbeelding, de jongen wilde het graag, het geeft groepsgevoel en je ziet geen verschil tussen arm en rijk.
Het "theater" en groepsgevoel zijn tegenwoordig waarschijnlijk nog de belangrijkste redenen voor de aantrekkingskracht van het uniform. Baden-Powell moet ook geweten hebben dat de aantrekkingskracht voor jongens (en de meeste mannen) ook het "macho" karakter was en stiekem zal dit bij veel jongens en leiders nog steeds meespelen. Het verschil tussen rijk en arm is niet belangrijk meer. Vroeger kwamen rijke jongens in pak met stropdas en arme jongens met afgedragen kleding, maar tegenwoordig draagt iedereen afgedragen kleding.
Het uniform kent liefhebbers en haters en weinig daartussenin. Het is erg uitgesproken kleding en daarom gevoelig, want sommigen willen er niet anders uitzien dan ieder ander of hebben problemen met het militaire karakter (dat het natuurlijk wel enigszins heeft) terwijl anderen het bijzondere, het theatrale juist leuk vinden. Van buiten Scouting wordt er vreemd tegenaan gekeken, wat ook traditie is, want de echt militaire uniformen van drumbands leveren nooit commentaar op. Discussies over het uniform zijn er al vanaf de oprichting van Scouting en kunnen ook tegenwoordig op heftige discussies rekenen op forums. Volgens een recente enquête van Scouting staat echter een (niet al te grote) meerderheid nog achter het uniform[1].
Historie[bewerken | brontekst bewerken]
Het eerste verkennersuniform heeft Baden-Powell grotendeels overgenomen van het uniform dat hij samengesteld had voor het Zuid-Afrikaanse politiekorps. Dit was een nieuw, door Baden-Powell opgezet, semi-militair politiekorps dat na de Boerenoorlog de orde moest handhaven in de voormalige Boeren-republieken. Voorop stond dat het een eenvoudig, comfortabel en praktisch uniform moest zijn voor het leven op het "veld". Onderdelen hiervan waren een informele kaki bloes, korte broek (tot de knieën), een halsdoek en de beroemde (Stentson)hoed met brede harde rand en vier deuken.
De korte broek en lange kousen had vooral een praktisch doel, de stoffen voor broeken in die tijd droogden erg langzaam. Zo was het makkelijk als je door een beekje moest waden om je even je kousen uit te doen en een droge broek te houden. En als je door het hoge natte gras had gelopen hoefde je alleen droge kousen aan te trekken.
Bronnen en referenties
- ↑ bronvermelding gewenst