Vieze-handenspel

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Het vieze-handenspel is een tactisch renspel waarin een "heilig voorwerp" gevonden moet worden. De groepjes kunnen daarbij gehinderd worden door de andere groepjes, door de dorpsgek en door de strenge eisen van de magiër die weet waar het voorwerp is, maar het niet zomaar aan de groepjes vertelt.

Ontwikkelingsgebied:
Doelstelling:
Plaats: buiten,
Soort: renspel,
Leeftijdsgroep: alle leeftijden
Aantal spelers:
Voorbereidingstijd: maken van kaartjes, verstoppen van het "heilige voorwerp"
Duur van het spel: 30-60 minuten
Nodig: vuilniszakken (voor iedere deelnemer één), vingerverf (uitwasbaar),
kaartjes (zie beschrijving) en een "heilig voorwerp"
Deelnemers: de spelers (verdeeld in groepen), een magiër,
een verjaagde dorpsgek en een geneesheer

Begin van het spel[bewerken | brontekst bewerken]

Een groot terrein wordt aangewezen als speelgebied. Iedere speler trekt een vuilniszak aan, en de spelers worden in groepen verdeeld. Iedere groep krijgt een eigen vrije zone toegewezen, en bouwt op de aangewezen plek een "dorp". In iedere groep wordt één groepslid als leider aangewezen. Deze zit niet in het eigen dorp, maar komt op de centrale post te zitten. Deze centrale post is een vrije zone voor álle deelnemers. Elke groepsleider heeft een pot verf bij zich (elke groep z'n eigen kleur). De deelnemers wachten in hun dorpen op het beginsignaal. De magiër, de dorpsgek en de geneesheer verspreiden zich over het terrein. De magiër verstopt zich.

Doel van het spel[bewerken | brontekst bewerken]

Bij het begin van het spel verstopt de magiër zich, en komt pas na een tijdje tevoorschijn. Het doel van de groepen is het vinden van de heilige prijs. Alleen de magiër weet waar deze is, en zal het aan een groep vertellen, als héél die groep bij hem is. Om te zorgen dat de eigen groep het eerst bij de magiër is, kunnen de groepen elkaar zoveel mogelijk hinderen. Dit hinderen gaat door middel van 'tikken'. Om te kunnen tikken moet een speler eerst z'n hand met verf insmeren. Een speler heeft een andere speler getikt, als er een handafdruk op z'n rug achterblijft.

Als een speler is getikt, moet hij naar de centrale post gaan (hij kan tot hij daar is, niet getikt worden), alwaar hij een handicap krijgt (handen worden aan elkaar gebonden). Als hij daarna weer wordt getikt komt er een handicap bij (een stuk touw wordt tussen de voeten gebonden), er bij de derde keer is hij 'dood' en blijft dan op de centrale post. In het eigen dorp, de vrije zone, mag een groep niet door een andere groep getikt worden.

De verjaagde dorpsgek mag ook tikken, maar deze tikt gewoon met z'n vinger. Als hij een speler tikt, moet deze een kaartje trekken uit een stapeltje dat de gek bij zich draagt. Op de kaartjes kan staan:

  • Vrij (eventuele handicap kan dan verdwijnen)
  • Handen vast (wordt ter plekke geregeld)
  • Handen en voeten vast (wordt ter plekke geregeld)
  • Dood (Ga naar centrale post, en wees dood)
  • Medicijnen (de gek geeft in dit geval een medicijn-kaartje af)

Omdat de groep compleet voor de magiër moet verschijnen, zullen ze de doden tot leven moeten wekken. Dit kan d.m.v. medicijnen. Deze zijn verkrijgbaar bij de 'geneesheer'. Als (minstens) twee leden van een groep bij hem komen, krijgen ze van hem een medicijn-kaartje. Daarmee kunnen ze naar de centrale post gaan (en mogen onderweg niet getikt worden), en één 'dode' tot leven wekken; na afgeven van het kaartje moeten ze de 'dode' naar hun eigen dorp dragen (en daarbij niet getikt worden), alwaar deze weer gaat leven. Nieuwe handafdrukken zorgen weer voor handicaps. De verjaagde dorpsgek kan dus ook medicijnen geven. Het is in dat geval wel zaak zo snel mogelijk een tweede groepslid erbij te halen, om zo iemand tot leven te kunnen wekken.

Als iemand de heilige prijs heeft gevonden (deze moet dus zonder voorkennis niet te vinden zijn) is het spel afgelopen.

Bronnen en referenties

Groepsspellen voor 11 tot 12-jarigen, verzameld door Ivo van scouting Charles de Foucauld in Tilburg, 10 oktober 1997