Wereldjamboree 1929
Wereldjamboree 1929
Uit een Nederlandse krant[bewerken | brontekst bewerken]
Aan de jamboree op een schiereiland ten zuiden van Liverpool, wordt deelgenomen door 50.000 padvinders; waarvan er 30.000 op het grote landgoed Arrowe Park. bij Birkenhead kamperen. Van deze 30.000 zijn ongeveer 15.000 Engelsen en Schotten en de rest komt uit alle landen der aarde, uit Nederland zijn er ongeveer 650. Het kamp is reusachtig. Om één voorbeeld te noemen: van de ene kampgrens naar de andere is ruim een uur lopen. Het is onderverdeeld in 10 sub-kampen van 3000 en Nederland is ingedeeld in het 8ste sub-kamp, het bruin-witte. Al deze subkampen zijn erg ver van elkaar verwijderd, zodat de meeste Nederlanders van een ander sub-kamp dan het hunne niet veel zien. De sub-kampen zijn van elkaar gescheiden door, met touw afgezette, straten. In de sub-kampen zijn ook weer kampstraten om de landen te scheiden. Het kampterrein van het achtste sub-kamp ligt tegen een heuvel aan en het is daardoor een zeer groots gezicht om al die tenten van den top van dien heuvel te zien. In het achtste sub-kamp zijn behalve Nederland nog Zuid-Afrika, Rhodesië. Cyprus, Tsjecho-Slowakije, Albanië en een paar' Engelse graafschappen ondergebracht. Het Nederlandse contingent is - onderverdeeld in 12 groepskampen van ongeveer 50 man. Deze groepen vormen een geheel, hebben hun tenten en touragetent en krijgen al het eten in porties van vijftig. De keukens van Nederland liggen allemaal om een stel kranen, en omdat er geen afvoer van het water is, is het rondom die kranen een vreselijke modderboel. De dagindeling voor de Nederlanders is ongeveer als volgt:
Om zeven uur opstaan en dan wassen. Is dit gebeurd, dan gaan de voortrekkers voor het ontbijt zorgen en daarna is het "vlag breken". Is ook dit afgelopen, dan gaan twee patrouilles verkenners voor het warme eten zorgen, dat om ongeveer 12 uur genuttigd wordt, 's Middags zijn er railey's, demonstraties enzovoort
Bij de opening door den hertog van Connaught werd een defilé gehouden en in gelederen van zestien man langs de tribunes gemarcheerd.
Voor de koninklijke loge stonden op een verhoging de Hertog en Sir Robert Baden-Powell.
De Amerikanen gingen voorop, en daarop volgden de Australiërs. Elk nationaal contingent marcheert natuurlijk onder zijn eigen vlag, waarmee het saluut werd gebracht. Het plaatje geeft weer den opmarsen der Nederlanders.
Toen het defilé geëindigd was, werden er toespraken gehouden en Schotse dansen gedemonstreerd.
Om half zeven weer brood eten en 's avonds zijn er kampvuren voor het subkamp. maar al twee keer is dit afgelast om het vreselijke slechte weer. Ja, dat weer weet wat. Tot nu toe hebben we, schrijft een deelnemer, bijna aan één stuk regen gehad, zodat het hele kamp een vieze modderboel is. We moeten soms tot aan onze enkels door den modder baggeren en natuurlijk worden de tenten van binnen ook vies door ons binnenlopen met vieze modderschoenen. Tot nu toe hebben de tenten nog niet gelekt, maar langs den grond komt het water al een beetje binnenstromen. Als dit al den tijd zoo blijft, kunnen we daar nog veel plezier van hebben. De stemming is ondanks den regen, tot nu toe goed gebleven. Om tien uur gaan we naar bed en om kwart over tien is het "lichten uit".
In het kamp is een winkelstraat, die veel op een kermis lijkt, alleen met dit verschil, dat de winkels echte winkels zijn met ruiten en uitstalkasten. Het is hier aldoor stampvol, vooral als het regent, omdat de winkelstraat grotendeels overdekt is. De meeste winkels zijn snoepwinkels en drinkgelegenheden, maar er is ook een kapper en er zijn een paar geldwisselkantoren. In deze straat is ook een grote lees- en schrijftent van de Daily Mail. De uren van 's morgens negen tot twaalf zijn vooral bestemd voor onderlinge kennismaking van de deelnemers. Dit is wel een van de voornaamste punten van dit doel van de Jamboree, n.l. dat de padvinders uit allerlei verschillende landen der aarde vriendschap met elkaar sluiten. Maar ook dat de wereld ziet wat padvinderij is en een beeld krijgt van de grote verspreiding van de beweging, die dit jaar meerderjarig wordt (21 jaar). Toen Baden-Powell in 1907 zijn eerste proefkamp hield, waren er dertig padvinders en nu zijn er ruim 2,5 miljoen aangesloten bij het internationale padvindersbureau te Londen. In alle landen der wereld zijn nu padvinders en daardoor zien we op deze Jamboree padvinders van allerlei rassen en kleuren.
Enige dingen zijn wel wat vreemd geregeld, zoals b.v. de post; om bij het postkantoor te komen, moeten we ongeveer drie kwartier lopen. Dan mochten we nog een poosje in de rij staan.
Maar dit alles zou niets zijn, als het maar droog was, van het weer hangt heel het slagen van het kamp af.