Zwaard
Het Zwaard is een taktisch gereedschap aan boord van een lelievlet, zeilboten waar Nederlandse waterscouts mee zeilen.
Details en namen[bewerken | brontekst bewerken]
Een plaat staal 5,5 mm dik 900 mm bij 450 mm bevestigd in de zwaardkast. De zwaardbout in de voor-onder hoek is een scharnierpunt en de zwaardloper achter-boven bevestigd wordt gebruikt om het zwaard in de juiste positie te brengen. De zwaardloper is een gelede ketting van plaatstaal met een handvat, in de bouwbeschrijving heeft deze twee leden. Het zwaard en de zwaardloper hebben gaten waardoor de zwaardgrendel gestoken kan worden, hiermee kan de steekdiepte van het zwaard ingesteld worden.
Commando's / Posities[bewerken | brontekst bewerken]
- Zwaard in
Zwaard naar beneden steken, het handvat van de zwaardloper zal op de zwaardkast rusten.
- Zwaard op
Zwaard geheel naar boven trekken, de zwaardgrendel door het gat in het zwaard zelf steken.
Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]
Het zwaard helemaal op is de stand dat het zwaard net boven de zwaardkast uitkomt en de zwaardgrendel rechtstreeks door het zwaard gestoken kan worden. De vlet kan nu makkelijk rollen en dwars verplaatst worden.
Het zwaard helemaal in is de stand dat de zwaardloper zover mogelijk naar beneden steekt. Het rollen zal minder zijn, de vlet komt niet in resonantie, dwars verplaatsen gaat moeizamer en stopt snel. Het zwaard is een rem voor de dwars verplaatsing van de vlet. Het zwaard is een grote deelnemer aan het lateraal punt.
Er zitten diverse gaten in de zwaardloper om de zwaardgrendel door te steken. Deze standen kunnen gebruikt worden om te voorkomen dat het zwaard tegen de bodem loopt. Ook kan men bij het zeilen deze standen gebruikten om enig verlijeren toe te staan tegen minder onderwater weerstand.
Tips[bewerken | brontekst bewerken]
Bij wind kracht groter dan 6 [Beaufort] is het niet altijd makkelijk om het zwaard neer te krijgen, de zijdelingse kracht klemt het tegen de binnenkant van de zwaardkast.
Het zwaardkast deksel is een bijna onmisbaar onderdeel van de lelievlet. Kolken in de zwaardkast kunnen een golf maken die boven de zwaardkast uit komt en in enkele minuten de vlet laten zinken.
Teerpootjes mogen na het droogmaken van de kuip de zwaardkast leeg hozen. Let op dat de slimmerik de vlet niet op het droge zet.
Een omgeslagen of volgeregende vlet is lastig vlot te krijgen, een normaal hoosvat loost niet snel genoeg om het binnen stromende water via de zwaardkast te compenseren. Afwasteiltjes of putsen zijn beter geschikt. Het helpt ook om tijdens het hozen een dweil bovenin de zwaardkast te klemmen.
Waarschuwing[bewerken | brontekst bewerken]
Het zwaard van de vlet is geen 'klapzwaard' dat wil zeggen het zal niet vanzelf geheel op gaan indien men over een obstakel vaart. De gelede zwaardloper kan volledig omhoogkomen, maar de zwaardloper kan zich ook opvouwen boven het zwaard onder het zwaardkastdeksel. De zwaardloper komt dan tussen zwaard en zwaardkast klem te zitten, met grote schade voor de vlet.
Let op, als men achteruit vaart, het zwaard loopt als eerste aan de grond. Vooruit klapt het zwaard deels zelf op maar achteruit boort het zwaard zich in de grond. Dit kan het zwaard buigen, met grote schade voor de vlet.
