De Nederlandse Padvinders

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Versie door Parlevliet (overleg | bijdragen) op 9 feb 2007 om 21:17 (organisatie links en kleinigheden. Is het niet beter de tabel leidersnamen bij artikel leiders te plaatsen, net als bij teamleiders?)
Ga naar:navigatie, zoeken
Logo "De Nederlandsche Padvinders"

De vereniging De Nederlandsche Padvinders, kortweg (N.P.V.), was een algemene scoutingorganisatie voor jongens in Nederland tussen 1915 en 1973.

De Nederlandsche Padvinders ontstond in 1915, als fusie tussen de N.P.O. en de N.P.B.. De fusie kwam tot stand door toedoen van Prins Hendrik, die koninklijk commissaris werd van de nieuwe vereniging. Meisjes hadden lid mogen zijn van de N.P.O. en de N.P.B, maar konden niet meer lid zijn van de N.P.V., dus werden gedwongen een eigen organisatie op te richten: Het Nederlandsche Meisjesgilde.

In 1920 krijgt de N.P.V. een nieuwe voorzitter: vice-admiraal, oud-minister van Marine en Staatsraad J.J. Rambonnet. In 1928 krijgt hij de titel Hoofdverkenner. Onder zijn leiding groeit de N.P.V. flink. Hij weet de vereniging in korte tijd zowel organisatorisch als financieel gezond te maken met als resultaat een forse groei van het ledental. In 1927 werden organisatie en insignesysteem naar Brits voorbeeld veranderd. Zowel de leiderstraining in Ommen als de training van de verkenners, die vanaf 1924 tijdens de patrouillewedstrijden naar voren kwam, waren zaken die de Hoofdverkenner zeer na aan het hart lagen.

In de Christelijke Jonge Mannen Vereniging (CJMV) zijn padvindersgroepen ontstaan, die zich in 1930 federatief aansluiten bij de N.P.V. Federatieve aansluiting wordt dat jaar ook gezocht door Rooms-katholieke verenigingen. Met instemming van de Rooms Katholieke kerkleiding komt de vereniging de Katholieke Verkenners (K.V.) tot stand en ook deze vereniging sluit zich aan bij het N.P.V. Maar op bevel van die zelfde Rooms-katholieke kerkleiding splitsen ze zich in 1937 weer af.

Hoofdverkenner Rambonnet treedt in 1937 af en de N.P.V. en K.V. richten samen de Nationale Padvindersraad op, waarvan Prins Bernhard voorzitter wordt. A.E. Oosterlee wordt hoofdkwartiercommissaris van de N.P.V. en mr. Ben Hoppener van de K.V. De functie van Hoofdverkenner blijft daarmee dus vacant.

De kampeerterreinen van de de N.P.V. waren Gilwell Ada's Hoeve, de Padvindersboerderij en het kampeerterrein Eerde in Ommen en de Rendierhoeve in Moergestel.

Vereniging in oorlogstijd[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Duitse inval in 1940 bleef het N.P.V., samen met de andere Nederlandse padvind(st)erverenigingen zo goed als het ging verder functioneren. Activiteiten buiten waren echter nagenoeg niet mogelijk. Medio 1941 werden de padvind(st)ersverenigingen door de Duitse bezettingsautoriteiten verboden. Uniformen en materialen moesten worden ingeleverd. Hoofdbestuursleden werden gearresteerd en geinterneerd.

In het najaar van 1944 herrijst de padvindersbeweging in het reeds bevrijde zuiden van het land. A.E. Oosterlee en mr. Jo Cals (de latere minister van Onderwijs en Minister-president) nemen de leiding in handen. Mevrouw E. van den Bosch-de Jongh neemt de leiding weer op zich van het N.P.V.

Zie ook Scouting in oorlogstijd

Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]

De N.P.V. was lokaal georganiseerd in padvindersgroepen die bestonden uit (maximaal) één welpenhorde, één verkennerstroep en één voortrekkersstam. Alle leden (jeugd en leiding) heetten padvinder. Regionaal was het land verdeeld in districten die landelijk onder het Nationaal Hoofdkwartier vielen.

Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Welpenhorde (ook bij zeeverkenners en luchtverkenners) met:
    • Welpen, van 8-11 jaar. Maximaal 24 welpen.
    • Nesten, met 6 welpen.
    • Gids, door de welpenleider aangewezen voor het leiden van een nest.
    • Helper, door de welpenleider aangewezen in overleg met de gids, om de gids te helpen en bij afwezigheid te vervangen.
    • Gidsenraad, bestaat uit leiders, gidsen en helpers. De gidsenraad dient voor contact van de leiders met de welpen en instructie. Zij bestuurt niet.
    • Welpenleider (WL) (aanspreek: Akela), leidt de horde met de AWL's. Hij/zij moet minstens 21 jaar zijn.
    • Assistent-welpenleider (AWL) (aanspreek: Baloe, Baghera, enz.), minstens 18 jaar voor een mannelijke, 17 jaar voor een vrouwelijke leider. Bij meer dan 3 nesten is meer dan één AWL gewenst.
    • Welpeninstructeur, is mogelijk en kan zijn een verkenner, voortrekker, padvindster of pionier.
  • Verkennerstroep (zeeverkenners: wacht, luchtverkenners: eskader). Splitsing in een junioren- en seniorentroep is mogelijk.
    • Verkenners, van 11-17 jaar (juniorentroep 11-15 jaar, seniorentroep 15-17 jaar)
    • Patrouilles (zeeverkenners: bak, luchtverkenners: bemanning), maximaal 6 patrouilles, van 6-8 verkenners. Bij alle activiteiten treedt de patrouille als eenheid op.
    • patrouilleleider (PL) (zeeverkenners: bootsman, luchtverkenners: eerste piloot), door de verkennersleider aangesteld op voorstel van de patrouille en de troepraad.
    • Assistent-patrouilleleider (APL) (zeeverkenners: kwartiermeester, luchtverkenners: tweede piloot), gekozen door de patrouilleleider met goedkeuring van de verkennersleider om hem te helpen en vervangen.
    • Troepleider (zeeverkenners: opperbootsman, aangespreek opper, luchtverkenners: chef piloot). De verkennersleider kan in overleg met de troepraad één verkenner als troepleider aanstellen.
    • troepraad (luchtverkenners: vliegersraad), bestaat uit PL's, APL's en eventueel een troepleider. De VL/AVL treden adviserend op. De troepraad behandelt de interne leiding en beheer van het geld en beslist onder verantwoordelijkheid van de verkennersleider.
    • ereraad (bij zeeverkenners scheepsraad), bestaat uit PL's en eventueeel een troepleider. De VL/AVL treden adviserend op. De ereraad behandeld het gedrag van troepleden en het aannemen en ontslaan van verkenners en beslist onder verantwoordelijkheid van de verkennersleider.
    • Verkennersleider (VL) (aanspreek: hopman, zeeverkenners aanspreek: schipper, luchtverkenners aanspreek: skipper), leidt de troep met de AVL's. Hij is minstens 21 jaar en vrouwen alleen in zeer bijzondere gevallen.
    • Assistent-verkennersleider (AVL) (aanspreek: vaandrig, zeeverkenners aanspreek: stuurman, luchtverkenners: gezagvoerder, aanspreek skipper), minstens 18 jaar. Bij meer dan 4 patrouilles is meer dan één AVL gewenst. Vrouwen alleen in zeer bijzondere gevallen.
  • Voortrekkersstam (zeeverkenners: loodsenstam). Bij voorkeur minstens 6 leden.
    • Voortrekkersgasten (VTG) (zeeverkenners: loodsgast), zijn nog niet geïnstalleerde voortrekkers van minstens 16 jaar. Een voortrekkersgast kan een borg kiezen die hem met instructie helpt om voortrekker te worden.
    • Voortrekkers (VT) (zeeverkenners: loods), 16-22 jaar.
    • Senior-voortrekkers (SVT) (zeeverkenners: senior-loods), een verlenging met twee jaar (23-24 jaar) is mogelijk mits hij werkt als borg voor een voortrekkersgast of bij de verkenners leider of instructeur is of een dergelijke taak verricht op maatschappelijk gebied of ander jeugdwerk.
    • Ploegen (zeeverkenners: loodsenbak), kunnen gevormd worden. De samenstelling en leiding (ploegleider of loodsbootsman) wisselen in verband met het werk dat de ploeg wil doen.
    • Stamraad, bestuurt de stam en bestaat uit de geïnstalleerde voortrekkers en leiders. De {assistent) voortrekkersleiders hebben een adviserende stem, maar besluiten worden genomen onder verantwoordelijkheid van de stamleider.
    • Stamleider (zeeverkenners: opperloodsbootsman, aanspreek opper). De stamraad kan een voortrekker als stamleider kiezen.
    • Assistent-stamleider (zeeverkenners: loodsbootsman, aanspreek bootsman), kan door een stamleider gekozen worden in overleg met de stamraad.
    • Voortrekkersleider (VTL) (aanspreek: oûbaas, zeeverkenners: loodsenleider, aanspreek schipper, luchtverkenners: aanspreek skipper), gekozen door de stam. Hij moet minstens 30 jaar zijn.
    • Assistent-voortrekkersleider (AVTL) (aanspreek: baas, zeeverkenners: assistent loodsenleider, aanspreek stuurman, luchtverkenners: gezagvoerder, aanspreek skipper), kan door de voortrekkersleider gekozen worden in overleg met de stamraad. Hij moet minstens 25 jaar zijn.

Groepen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Groep
    • Groepsraad, bestaat uit de leiders en besluit over groepszaken. De groepsleider is de voorzitter.
    • Groepsleider (GL), gekozen uit de leiders. Een vrouw is niet toegestaan. Hij moet toezicht houden op de onderdelen van de groep, waarbij de verantwoordelijkheid van de leiders zo min mogelijk wordt aangetast.
    • Groepscommissie (GC), bestaat uit de groepsleider, ouders en andere belangstellenden. Leiders zijn geen lid. De leden worden benoemd door de groepsleider met goedkeuring van de plaatselijke commissie. De commissie helpt bij het verkrijgen van geldmiddelen, groepslokalen en kampeerterreinen, bij het voeren van propaganda en beheert geld dat binnenkomt van anderen dan de leden.
    • Stichting moet worden opgericht als de groep eigendommen heeft. Het bestuur bestaat uit de groepsleden en de leden van de groepscommissie.

Districten[bewerken | brontekst bewerken]

  • Districten en onder-disctricten (districten konden klein zijn, soms niet meer dan enkele gemeenten).
    • Districtscommissaris (DC) (aanspreek: zijn vroegere functie), geeft leiding aan het distict. Hij wordt benoemd door het (landelijk) bestuur op advies van alle ADCs's en ODC's van het district. Hij is de vertegenwoordiger van het (landelijk) bestuur en wordt bijgestaan door één of meer:
    • Assistent-districtscommissatissen (ADC), benoemd door het (landelijk) bestuur.
    • Onder-Districtcommissarissen (ODC), benoemd door het (landelijk) bestuur.
    • Districtsleiders voor welpen (aanspreek: Akela) en verkenners (aanpreek: hopman), kunnen aangesteld worden als een district uit meer dan 7 groepen bestaat.
    • Medewerkers zonder volmacht (meestal werkzaam in de groepen). Een helpster moet minimaal 16 jaar zijn, de anderen minimaal 18 jaar.
      • Helpster, voor het verlenen van hulp bij de oprichting of leiding van een horde.
      • Instructeur, voor instructie aan padvinders.
      • Beoordelaar, voor het beoordelen van klasse-, stereisen of insignes. Leiders en instructeurs mogen worden benoemd, maar ze mogen geen padvinders beoordelen die ze zelf hebben opgeleidt.
      • Groepsgeestelijke.
      • Groepsdokter, voor instructie van hygiëne en E.H.B.O of medische keuring.
      • Insigne-secretaris, die de administratie verzorgt van alle insignes in het district.
    • Plaatselijke Commissie (PC), met leden die worden benoemd door het (landelijk) bestuur op voordracht van de DC. Een leider of DC kan geen lid zijn van een PC. De PC geeft bijstand en advies voor DC en ODC's, geeft richtlijnen, helpt groepen bij het verkrijgen van terreinen, groephuizen en financiëen, bevorderen van oprichten van groepen, propaganda, toezicht op groepsfinanciëen en eigendommen.
    • Stichting, moet worden opgericht als het district eigendommen heeft. Het bestuur hiervan bestaat uit DC, ODC of ADC, de leden van de PC en één of meer groepsleiders van de groepen in het district.
    • Districtsvoortrekkersraad (DVTR), met tenminste één voortrekker per stam. Voor onderling overleg, uitbrengen van advies over voortrekkerszaken aan ADC's, standpunten uitbrengen voor de nationbale voortrekkersraad en het organiseren van gezamelijke activiteiten. De raad komt meestal eens per drie maanden bijeen.
    • Commisssies voor zeeverkennersgroepen, als het district zeeverkenners heeft. De leden worden benoemd door het (landelijk) bestuur op voordracht van de DC. De commissie oefent toezicht uit en stelt voorschriften vast voor de veiligheid.

Landelijk[bewerken | brontekst bewerken]

  • Nationaal Hoofdkwartier (NHK)
    • Hoofdverkenner of Hoofdcommissaris (HC) is de leider van de vereniging, bijgestaan door:
    • Hoofdkwartiercommissarissen (HKC).
    • Assistent-hoofdkwartiercommissarissen (AHKC).
    • Koninklijk commissaris, kan op voorstel van het bestuur door de Raad der Vereniging worden aangeboden aan een lid van het Koninklijk Huis.
    • Bestuur, bestaat uit HC en HKC's. De voorzitter is de HC.
    • Centraal bureau, voert de besluiten uit.
    • Raad der Vereniging, controleert het bestuur.
    • Nationale Voortrekkersraad (NVTR), bestaande uit voortrekkers van de districts-voortrekkersraden. Voor onderlinge kennisname van voortrekkersactiviteiten en uitbrengen van advies over voortrekkerszaken aan de HKC-VT.

(Bron: Spelregels 1957)

Fusie in 1973[bewerken | brontekst bewerken]

Op 6 september 1973 fuseert De Nederlandse Padvinders met het Nederlandse Padvindstersgilde, de Katholieke Verkenners en de Nederlandse Gidsen tot Scouting Nederland.

===Verenigingsregels===

Spelregels 1957

De verenigingsregels waren extact en genummerd beschreven in een klein boekje dat iedere leider hoorde te kennen. Het was een compacte en complete beschrijving van de vereniging, inclusief bijvoorbeeld klasse/insigne-eisen en uniform. Een deel van de regels werd ook opgenomen in Verkennen voor Jongens.

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.