Gebarentaal

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Versie door Edwtie (overleg | bijdragen) op 12 jan 2010 om 01:34
Ga naar:navigatie, zoeken

Een gebarentaal is een visueel-manuele taal, waarin begrippen en concepten door middel van gebaren in een driedimensionele gebarenruimte worden weergegeven. De taal, die onder meer gebruikt wordt bij groepen die zijn aangesloten bij Scouting Doven Nederland, is een spontaan gegenereerde taal met een eigen woordenboek en grammatica, ontstaan als gevolg van de gezamenlijke communicatiebehoefte van een groep (in veel gevallen pre-linguale dove) mensen.

Er bestaat niet één universele gebarentaal, al worden er wel pogingen gedaan om die te ontwikkelen. Elk land kent zijn eigen gebarentaal, die los staat van de gesproken taal van de horende mensen. Daarnaast kunnen er ook regionale varianten bestaan, vergelijkbaar met de gesproken dialecten. Voorbeelden van landelijke gebarentalen zijn NGT (Nederlandse Gebarentaal), VGT (Vlaamse Gebarentaal) en ASL (American Sign Language). Bij internationale contacten wordt ASL vaak als de lingua franca gebruikt.

Vingerspelling

Vingerspelling wordt in gebarentalen gebruikt als een hulpmiddel voor het spellen van namen of woorden waar nog geen gebaar voor bestaat. In het verleden werd het gebruik van vingerspelling gezien als een bewijs dat gebarentalen slechts versimpelde versies zijn van gesproken talen. Maar dat is vergelijkbaar met het beweren dat het Nederlands geen echte taal is omdat het onomatopische woorden bevat. Soms ontstaan nieuwe gebaren, waarbij een handvorm uit de vingerspelling als basis wordt gebruikt.

Gebarentalen in de verdrukking

In 1880 werd tijdens een internationaal congres van dovenonderwijzers in Milaan besloten onderwijs aan doven te gaan geven volgens de 'orale methode': leerkrachten moeten tijdens de les gewoon praten tegen de dove kinderen zonder gebaren te gebruiken. Dit omdat men vond of dacht dat gebaren slecht zouden zijn voor de ontwikkeling van dove kinderen. Deze methode leidde er echter toe dat doven weinig vooruitgang boekten en zelden een hoog opleidingsniveau haalden.

Gebarentaal was sindsdien wereldwijd op veel dovenscholen lange tijd streng verboden. Wie gebaren maakte, kreeg soms zelfs lijfstraf. Doven gingen daarom stiekem gebarentaal gebruiken buiten het zicht van de docenten en begeleiders.

Gebarentalen werden voorheen vaak omschreven als een soort pantomime of het maken van plaatjes in de lucht. De ontdekking van de Amerikaanse taalkundige William Stokoe in 1963 was een belangrijke mijlpaal in de erkenning van gebarentalen als echte talen. Hij bewees dat een gebaar is opgebouwd uit een aantal bouwstenen (elementen die op zichzelf niets betekenen) die volgens bepaalde regels met elkaar gecombineerd worden tot grotere gehelen zoals gebaren en gebarenzinnen. In 1979 werd op een congres besloten dat gebarentalen weer toegestaan zijn.

De term gebarentaalgebruiker wordt de laatste tijd steeds vaker gebruikt om te benadrukken dat niet alleen doven maar ook horenden (onder andere familie, beroepsmatig betrokkenen) gebarentaal gebruiken.

Gebarentalen en gesproken talen

Hoewel, zoals hierboven te zien is, gebarentalen net zoals gesproken talen per land (kunnen) verschillen, is het wel zo dat de overeenkomst tussen de diverse nationale gebarentalen veel groter is dan tussen de overeenkomstige gesproken talen. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat bepaalde gebaren vaak "logisch" of "intuïtief" zijn. Daarmee is echter niet gezegd dat gebarentaalgebruikers uit verschillende landen elkaar zonder meer kunnen "verstaan".

Taalfamilies

Er werd tot op heden heel weinig etymologisch onderzoek verricht naar gebarentalen. Toch worden er in het algemeen, onder andere door het vergelijken van verschillende gebarenschatten, enkele gebarentaalfamilies onderscheiden:

  • Gebarentalen met een sterke historische band met de (oud) Franse Gebarentaal (LSF):
    • De Franse Gebarentaal (LSF), de Amerikaanse Gebarentaal (ASL), de Vlaamse Gebarentaal (VGT), de Nederlandse Gebarentaal (NGT), de Ierse Gebarentaal, de Frans-Belgische Gebarentaal (LSFB).
  • Gebarentalen die gebruikt worden in vele landen van het Gemenebest van Naties:
    • De Britse Gebarentaal (BSL), de Nieuw-Zeelandse Gebarentaal (NZSL) en de Australische Gebarentaal (Auslan).
  • Gebarentalen met een historische band met de Japanse Gebarentaal:
    • De Japanse Gebarentaal, de Taiwanese Gebarentaal, de Koreaanse Gebarentaal.


Bijzondere gevallen

In het verleden zijn er wel eens gebarentalen ontwikkeld in horende gemeenschappen. Bijvoorbeeld bij de indianenstammen in het mid-westen van de Verenigde Staten, om te kunnen communiceren met mensen van stammen die een andere taal spraken. Het komt ook voor dat er binnen een familie een eigen gebarentaaltje wordt gebruikt, doordat de (horende) ouders van het dove kind nooit de gangbare gebarentaal hebben geleerd.

Soms worden eenvoudige gebaren ontwikkeld in situaties waarin praten niet praktisch is, bijvoorbeeld bij het duiken, in filmstudio's, op luidruchtige werkplekken, tijdens de jacht. Dit zijn echter eerder gebarensystemen, en geen echte talen. Horende mensen gebruiken ook gebaren bij lichaamstaal ter ondersteuning van het gesproken woord.

Ondersteunende gebaren

Post-linguaal doven (ook bekend als plots- en laatdoven) gebruiken een communicatievorm, waarbij de gesproken taal wordt ondersteund met gebaren. Het gezegde wordt zo "zichtbaar" gemaakt. Het verschil met gebarentaal is dat hier juist de grammatica van de gesproken taal wordt aangehouden. Want voor post-linguale doven is en blijft de gesproken taal de moedertaal. In Nederland en Vlaanderen heet deze communicatievorm NmG (Nederlands met Gebaren).

Externe links

Nederland

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.