Hans van Ketwich Verschuur: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Regel 23: Regel 23:


==Scouting==
==Scouting==
In 1919 wordt zijn vader benoemd tot ere-voorzitter van de afdeling Groningen van de NPV. Hijzelf is padvinder geweest in Groningen en volgde in 1923 een cursus te Ommen. In 1946 wordt hij [[HKC]] buitenland van de [[NPV]], wat niet verwonderlijk is in zijn rol bij het Rode Kruis en zijn internationale netwerk. Bij de oprichting in 1947 neemt hij ook zitting in de [[Nationale Padvindersraad]]. Eind 1949 legde hij deze functies weer neer omdat hij in het buitenland ging werken. De Heer [[Jan Volkmaars|Volkmaars]] volgde hem op.  
In 1919 wordt zijn vader benoemd tot ere-voorzitter van de afdeling Groningen van de NPV. Hijzelf is padvinder geweest in Groningen en volgde in 1923 een cursus te Ommen. In 1946 wordt hij [[HKC]] buitenland van de [[NPV]], wat niet verwonderlijk is in zijn rol bij het Rode Kruis en zijn internationale netwerk. Bij de oprichting in 1947 neemt hij ook zitting in de [[Nationale Padvindersraad]]. Eind 1949 legde hij deze functies weer neer omdat hij weer in het buitenland ging werken. De Heer [[Jan Volkmaars|Volkmaars]] volgde hem op.  





Versie van 2 dec 2020 09:13


Henrikus Petrus Joannes (Hans) van Ketwich Verschuur
 "Oom Hans" 
Icon boy scout.svg
Geboorteplaats
Wassenaar ­Zuid-Holland ­Nederland
Geboortedatum
11 januari 1905
Overlijdensplaats
Den Haag ­Zuid-Holland ­Nederland
Overlijdensdatum
3 januari 1995
Bezig met het laden van de kaart...

Hans van Ketwich Verschuur was directeur-generaal van het Nederlandse Rode Kruis en hoofdkwartiercommissaris buitenland bij De Nederlandse Padvinders.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was de zoon van Evert van Ketwich Verschuur, de burgemeester van Groningen, en een telg uit een oude Zwolse regentenfamilie. Hij studeert in Delft en is lid van het bestuur van de studentensociëteit Phoenix. Hij trouwt met Christine Abbema en vertrekt in 1929 naar Batavia. Voor 1940 werkt hij voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland en is hij lid van de Liberale Staatspartij, die ook de basis werd voor zijn verzetsactiviteiten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is hij in Nederland en is lid van het verzet. Hij wordt opgepakt in Rotterdam en via diverse concentratiekampen komt hij uiteindelijk in oktober 1944 in Neuengamme terecht. Toen de geallieerde troepen in 1945 het kamp naderden, zijn de gevangenen door de Nazi's op transport naar Lübeck gezet. Daar aangekomen worden zij op de in de haven liggende grote passagiersschepen geladen om naar Zweden gevaren te worden. Hij komt op de MS Cap Arcona terecht en ziet hoe geallieerde vliegtuigen het schip aanvallen, denkende dat het een troepentransport is. Het schip wordt geraakt en zinkt; hij weet de chaos te ontkomen door via het ankerkluisgat en de ankerketting naar buiten te klimmen. Eenmaal in zee wordt hij gered door een Duitse snelboot door ze in het Duits aan te roepen (anderstaligen werden gemitrailleerd!). Met de snelboot wordt hij aan land gebracht en kort daarop bevrijd. Van de 8.000 opvarenden overleven er maar 2.000 de ramp.

Na de Tweede Wereldoorlog wordt hij directeur-generaal van het Nederlandse Rode Kruis. Daarbij bouwt hij verder aan een internationaal netwerk. Hij was voorzitter van de Vereniging van Ex-politieke Gevangenen (Expogé). In die periode staat hij in de belangstelling van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, vanwege zijn lidmaatschap (vanuit het Rode Kruis ambtshalve) van de Nederlandse Beweging tot Bevordering van de Internationale Vrede en Internationale Veiligheid, een vereniging met een pacifistische inslag. In 1948 wordt hij Gevolmachtigde van het Internationale Rode Kruis in het Midden-Oosten voor de hulpverlening aan de Palestijnse vluchtelingen. Hij was van 1951 tot 1964 directeur-generaal van de Spoorweg Sein Industrie en daarna vertegenwoordiger van enkele buitenlandse bedrijven. Tussen 1970 en 1973 is hij voorzitter van de plaatselijke afdeling van de liberale Volkspartij voor Vrijheid en Democratie in Den Haag. Midden jaren '70 is hij vicevoorzitter van het Comité Nationale Herdenking.

Scouting[bewerken | brontekst bewerken]

In 1919 wordt zijn vader benoemd tot ere-voorzitter van de afdeling Groningen van de NPV. Hijzelf is padvinder geweest in Groningen en volgde in 1923 een cursus te Ommen. In 1946 wordt hij HKC buitenland van de NPV, wat niet verwonderlijk is in zijn rol bij het Rode Kruis en zijn internationale netwerk. Bij de oprichting in 1947 neemt hij ook zitting in de Nationale Padvindersraad. Eind 1949 legde hij deze functies weer neer omdat hij weer in het buitenland ging werken. De Heer Volkmaars volgde hem op.


Bronnen en referenties

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.