Improvisatietheater

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Dit artikel beschrijft improvisatietheater. Je kunt het gebruiken als programma voor explorers en ouder, en aangepast wellicht ook voor de jongere leeftijdsgroepen. Het programma is gebaseerd op het televisieprogramma "De Lama's" van omroep BNN.

Uitleg

Improvisatietheater (ook wel bekend onder de naam "theatersport") is een vorm van gewoon theater, waarbij ter plekke dingen verzonnen worden over bepaalde onderwerpen, plaatsen, gebeurtenissen, personen etc. Welke onderwerpen, plaatsen enzovoort dit moeten zijn, ofwel de "ingrediënten" van het theaterstuk, worden door de jury gevraagd aan het publiek. De jury bepaalt uiteindelijk welke ingredienten het gaan worden. Afhankelijk van het spel dat de acteurs spelen wordt iets met de ingrediënten gedaan. Er zijn verschillende spellen die allemaal apart worden uitgelegd, maar er zijn een aantal regels die in geen van de spellen overtreden mogen worden.

Regels

  • NIET BLOKKEREN – Als iemand iets zegt, dan is dat zo. Je kan niet meer zeggen dat het niet zo is. Als iemand zegt dat je een mooie roze trui aanhebt, dan heb je een mooie roze trui aan. Het is op dat moment verboden te zeggen dat dat niet het geval is.
  • NIET BELEDIGEN – Je mag geen mensen uit het publiek persoonlijk beledigen of de grond in stampen of op een of andere manier kwetsen.
  • JURY HEEFT GELIJK – Als de jury iets zegt hebben zij altijd gelijk. Je mag ze niet tegenspreken. Als de bel gaat tijdens een spel, stop je, ook al had je nog zoiets leuks in gedachten.
  • BEL IS GEEN RONDJE – Als de bel gaat, mag je geen "RONDJE!!!" roepen.

De straf voor overtreding van al deze regels is een solo-scene van 30 seconden over een onderwerp dat uit het publiek naar voren wordt gebracht. De Jury bepaalt wanneer er sprake van overtreding is.

Spelletjes

Nasynchronisatie (4 personen)

Twee mensen spelen een scene waarin ze een verhaal uitbeelden. Twee anderen kijken vanaf de zijkant en doen elk van 1 persoon de tekst / geluid.

  • Ingrediënten uit publiek: Lokatie, gebeurtenis of film

De gehandicapte scene (Iedereen)

Een bepaalde letter mag niet worden gezegd. Twee spelers spelen een scène op een bepaalde locatie. Als één van de twee toch de verboden letter zegt, wordt hij naar zijn zitplaats gestuurd en vervangen door iemand van de andere spelers. Halverwege kan de jury besluiten de locatie te veranderen.

  • Ingrediënten uit publiek: Een letter en meerdere lokaties

De beste manier om… (Iedereen)

Om de beurt loopt iemand uit de spelersgroep naar voren om de beste manier uit te beelden om een bepaald iets te doen.

  • Ingrediënten uit publiek: Een handeling

Het interview (3 personen)

Er is 1 interviewer en een gast in zijn talkshow. Deze gast zit op een stoel met een kleed erover heen. Erachter zit een 3e persoon die de armen van de gast speelt. Hij beeld uit waar de gast over verteld. De gast heeft tevens een bepaalde expertise / een bepaald beroep of hobby en hij heeft een voorwerp meegebracht. De interviewer vraagt hier naar.

  • Ingrediënten uit publiek: Een expertise / hobby / beroep, en een voorwerp

Voorwerpenronde (Iedereen)

De meegebrachte voorwerpen liggen op de grond. Iedereen mag om de beurt naar voren komen en van één van de voorwerpen uitbeelden wat het écht is (dus er een andere functie aan toekennen).

Watzkeburt (2 personen)

De twee personen krijgen een locatie toegewezen en beginnen te spelen. Als de bel gaat, roept de jury “gebeurtenis�?, “locatie�? of “emotie�?. De scène blijft dan bij het oude, alleen vindt op het moment dat het spel verder gaat een wisseling van plaats of emotie plaats of de genoemde gebeurtenis. Oude emoties, locaties en gebeurtenissen blijven bestaan.

  • Ingrediënten uit publiek: Vooraf een locatie, en tijdens het spel verschillende locaties, gebeurtenissen en emoties

Eerste zin, laatste zin (4 personen)

De vier personen worden in tweetallen verdeeld, die elk een afzonderlijke locatie en relatie krijgen. De tweetallen spelen om de beurt een stukje uit hun scène, die ze beginnen met de laatste zin van het vorige tweetal. Gewisseld van spel wordt als de bel gaat. De houding moet bevriezen als de bel gaat, zodat als het tweetal weer aan de beurt is vanuit die houding verder gespeeld kan worden.

  • Ingrediënten uit publiek: 2 locaties en 2 relaties

Freeze stack (Iedereen)

In het begin zijn er twee spelers nodig en twee boetseerders. De twee boetseerders plaatsen de twee spelers in hun beginhouding. Vanuit die houding begint het spel en de spelers moeten iets met de houding doen. Het moet duidelijk worden van wat voor handeling de houding deel uitmaakt. Het publiek kan halverwege de scène klappen. Op dat moment bevriezen de spelers en wordt de speler die het langst in het veld staat vervangen door de klapper. Als het te lang duurt, klapt de jury en wijzen zij een vrijwilliger aan. De klapper neemt de houding aan van degene die weggaat, en begint vanuit die houding een compleet nieuwe scène. Degene die er als eerst uit is, eindigt uiteindelijk ook.

De winkel (2 personen)

Een klant komt een winkel binnen om iets terug te brengen waar iets mis mee is. Hij weet zelf echter niet wat. De winkelier ziet het natuurlijk meteen (weet het dus wel). De bedoeling is dat de speler erachter komt wat er mis met zijn product is en wat het product eigenlijk is. De verkoper mag het niet voorzeggen, maar moet het duidelijk worden door middel van hints in het spel. Als de klant het weet, moet hij dit in zijn spel verwerken.

  • Ingrediënten van publiek: Een product en wat er mis mee is

Drie in de pan (2 personen)

De twee personen spelen een scène met een locatie en een relatie vanuit het publiek van ongeveer 1 minuut. Daarna spelen ze de scène achtereenvolgens nog 3x, telkens met een andere emotie, die ook vanuit het publiek komt.

  • Ingrediënten van publiek: Een locatie, een relatie en (tussendoor) emoties

Doventolk (3 personen)

Een interviewer interviewt een geïnterviewde over een hobby, beroep of expertise van diegene. Ondertussen beeldt een doventolk uit wat er gezegd wordt.

  • Ingrediënten van publiek: Hobby/beroep/expertise

Vraag maar raak (4/5 personen)

1 persoon wordt de geïnterviewde, die komt vooraan staan. 4 andere personen zitten op een rijtje en geven antwoord op de vragen aan de geïnterviewde. Hierbij zeggen ze om de beurt 1 woord en zo moet er een antwoord ontstaan. De vragen worden door het publiek gesteld.

  • Ingrediënten uit publiek: Vragen

Moordscene (4 personen)

1 persoon krijgt te horen dat hij een bepaald persoon heeft vermoord. De overige personen staan op de gang. De moordenaar, plaats delict en het moordwapen worden aan persoon 1 medegedeeld. Dan wordt persoon 2 van de gang gehaald Persoon 1 beeldt eerst uit wat/wie de moordenaar was, dan de plaats delict en daarna het moordwapen. Zodra persoon 2 weet wat bedoeld wordt, schudt hij persoon 1 de hand en dan gaat persoon 1 door met het volgende onderdeel. Als persoon 2 ze alledrie weet, wordt persoon 3 naar voren gehaald en vertrekt persoon 1. Persoon 4 verteld het publiek wat hij denkt wat de antwoorden zijn.

  • Ingrediënten uit publiek: Moordenaar (beroep / diersoort / etc.), moordlocatie / plaats delict en moordwapen

Alleen vragen (Iedereen)

zie gehandicaptenscene, alleen mogen er nu alleen vragen gesteld worden.

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.