Insigne Nationale Diensten en insigne Luchtbescherming

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Insigne Nationale Diensten en Luchtbescherming
Insigne Nationale Diensten en Luchtbescherming 011.png
Sjabloon:Het Nederlandse Padvindstersgilde
(Spel)tak
Verkenners, Voortrekkers, Padvindsters, Pioniersters 
Invoering
28 maart 1939 “Fout: ongeldige tijd.” bevat een extrinsiek streepje of andere tekens die ongeldig zijn voor een datuminterpretatie.

De Luchtbeschermingsdienst (LBD) werd in 1939 opgericht. Het was een maatregel om burgers te beschermen tegen luchtaanvallen. In 1938 waren in Nederland de eerste verduisteringsoefeningen gehouden. Na de Duitse inval in Polen in september 1939 werden in de steden schuilkelders gebouwd en luchtdoelgeschut geplaatst. Een belangrijke taak van de LBD was het wijzen van de burgerbevolking op maatregelen die zij zelf konden nemen om zich te beschermen tegen luchtaanvallen. Zo werd er voorlichting gegeven over brandpreventie en EHBO-cursussen verzorgd. Een belangrijke taak van de dienst werd na mei 1940 het controleren van de verplichte verduistering. Na een luchtaanval moest de LBD eerste hulp bieden en assisteren bij het blussen van branden; men beschikte over EHBO-kisten, brandslangen, helmen, gasmaskers en herkenningstekens (een metalen plaatje met daarop de letters LB, dat met riempjes op de bovenarm kon worden bevestigd). De LBD had afdelingen in alle stadswijken en dorpen. Per 200-300 gezinnen was er een 'blokploeg' geleid door een 'blokhoofd'.

Luchtbescherming binnen Scouting[bewerken | brontekst bewerken]

Ook binnen Scouting werd in 1939 gesproken over hulp die scouts konden bieden in tijden van oorlogsdreiging of oorlog[1]. Begin 1939 werd daarom door de Nationale Padvindersraad en de Nationale Padvindstersraad besloten twee nieuwe insignes in te stellen; het insigne Nationale Diensten en het insigne Luchtbescherming. Het Nederlandsche Meisjesgilde (NPG) maakte dit in april bekend en de Vereniging de Nederlandse Padvinders (NPV) schreef erover in Weest Paraat van mei 1939. De insignes konden behaald worden door padvinders en padvindsters van 14 jaar en ouder[2].

Voor het ontwikkelen van de eisen werd gekeken naar vergelijkbare insignes in het Verenigd Koninkrijk. In Engeland waren op 1 september 1939 al meer dan 18.000 insignes Nationale Diensten uitgereikt. Er werd op een aantal punten afgeweken van de Engelse eisen, omdat in Nederland de situatie anders was. Net als bij andere insignes ging het zowel om ‘kennis’ als ‘kunnen’. In de opleiding en de leidersbladen werd aangegeven dat de training voor de insignes aan jeugdleden zoveel mogelijk in het Scoutingspel verwerkt moest worden.

Er werd een cursus gegeven aan leiders en voortrekkers om instructeur en beoordelaar te kunnen worden. Voor de organisatie van de cursus werd nauw overleg gevoerd met de Vereniging voor Luchtbescherming[3]. Het duurde even om de opleiding op een goede manier te kunnen organiseren en voldoende vrijwilligers te vinden die training konden geven, maar in september 1939 werd gestart. Er was wel enige zorg omdat veel leiding gemobiliseerd was, maar men had er vertrouwen in dat er voldoende belangstelling zou zijn. De opleiding voor instructeurs van het insigne luchtbescherming werd centraal geregeld. De cursus zou vier avonden kosten, omdat er vanuit gegaan werd dat leiding het onderdeel EHBO zou beheersen. Leiders van de Katholieke Verkenners (KV) deden mee met de opleiding die door het NPV werd gegeven[4].

Insigne Luchtbescherming[bewerken | brontekst bewerken]

Het insigne luchtbescherming was een vaardigheidsinsigne voor padvinders[5]. scouts met het luchtbeschermingsinsigne werden getraind in het inrichten van onderkomens voor gemobiliseerden en militairen. Zo konden ze hulp bieden wanneer Nederland werd aangevallen. Om het insigne te kunnen halen moest de scout het insigne ambulance gehaald hebben, op de hoogte zijn van allerlei maatregelen ter bescherming bij en bestrijding van gevolgen van luchtaanvallen en weten hoe de plaatselijke organisatie van de luchtbescherming eruit zag. De eisen voor de het insigne Luchtbescherming waren opgenomen in Weest Paraat, oktober 1939 en, na de oorlog, in Regels van het spel van verkennen voor jongens - verkorte uitgave 1945.

Insigne Nationale Diensten[bewerken | brontekst bewerken]

Om het insigne Nationale Dienst te verwerven moest een scout als vrijwilliger bij een overheidsdienst worden aangenomen of een goede opleiding voor een bepaalde dienst hebben gehad[6]. Er werd vanuit gegaan dat veel zaken die je moest weten al onderdeel van het Scoutingprogramma waren. Uiteraard was EHBO één van de belangrijkste onderdelen van de training. Maar ook de instructie voor luchtbescherming, brand blussen en koeriersdiensten waren er onderdeel van.

Ouders moesten een schriftelijke verklaring afgeven dat de scout in oorlogstijd beschikbaar zou zijn. Commissarissen en leiders konden het insigne Nationale Diensten behalen door het overleggen van een verklaring dat zij in oorlogstijd zich beschikbaar stellen voor het geven van leiding aan padvinderswerk ten bate van de bescherming van de burgerbevolking of als ze waren ingedeeld bij een van de overheidsdiensten voor hetzelfde doel.

De districtscommissaris of een gemachtigde kende het insigne toe[7]. Het insigne werd gedragen boven de linker borstzak[8]. Bij het insigne werd een door het hoofdbestuur getekende legitimatiekaart afgegeven[9]. In de Gildewinckel van het NPG werden ook allerlei aanvullende materialen verkocht[10].  

Ook na de oorlog kon het insigne Nationale Diensten nog gehaald worden en was het nog te koop in de ScoutShop[11]. Bij het NPG kreeg het een vorm die aansloot bij de andere vaardigheidsinsignes.

Uitreiken van insignes[bewerken | brontekst bewerken]

Het werken aan het insigne gebeurde vaak op troepniveau. In juli 1939 werd het eerste examen afgenomen[12]. In 1940 werd in De Schalmei een beschrijving gegeven van het examen voor het Nationaal Dienstinsigne bij de Merhulagroep[13] in Baarn, dat twee zaterdagen in beslag nam. Het examen bestond uit telefoneren, berichten overbrengen en opnemen, fietsen, tekening maken, koken, theorie en kinderspelen organiseren. Alle tien padvindsters slaagden. Van de uitreiking van het insigne Nationale Dienst aan padvindsters van het NPG (Nederlandse Padvindstersgilde) in het Stadspark te Groningen is een film bewaard gebleven[14]. In Utrecht overhandigde de burgemeester in juni 1940 als dank voor hun inzet in de meidagen en de periode daarna aan de padvinders het insigne Nationale Dienst[15].

Bescherming van kunstschatten[bewerken | brontekst bewerken]

In mei 1939 werd een landelijke bijeenkomst georganiseerd met verschillende jeugdorganisaties en de directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg. De idee was om plaatselijk kunstbeschermingsorganisaties in het leven te roepen. Voor de leden van deze organisaties werden oefeningen georganiseerd en coördinatoren getraind. De NPV ziet goede mogelijkheden om aan te sluiten bij de lokale besprekingen. Voor de scouts die het insigne Nationale Dienst droegen lag binnen een kunstbeschermingsorganisatie een passende taak[16].


Bronnen en referenties

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.