Jhr. Schimmelpenninckgroep

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Versie door Egel (overleg | bijdragen) op 9 mrt 2021 om 21:00
Ga naar:navigatie, zoeken
Jhr. Schimmelpenninckgroep
Das MacLean.png
Logo Scouting Nederland.svg
Scouting Nederland
Regio Neder-Veluwe
nr.
 1199 
Rhenen ­Utrecht ­Nederland
Icon girl guide.svgIcon boy scout.svg Meisjes en Jongens
Opgericht
17 september 1912
Oprichter(s)
Jonkheer Johan (Jaap) Schimmelpennink  
Website
Bezig met het laden van de kaart...

De Jhr. Schimmelpenninckgroep is een scoutinggroep in Rhenen. De groep is ook bekend als Scouting Rhenen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In 1911 was het blad De Padvinder bij de Rhenense boekverkoper Cornelis Waiboer verkrijgbaar. Zijn zoon Jan nam dit blad mee naar school en daar gingen ze van hand tot hand. Een achttal jongens, waaronder Jan Waiboer, Lou Looysen, Herman Haaie, Wim Benninck en de tweeling Anton en Hendrik Bussemaker startten dan uiteindelijk een padvinderstroep. Om een jute tent als onderkomen te bekostigen haalden ze bij welgestelde inwoners van Rhenen geld op en een jaar later gingen zij langs de deuren zodat zij uniformen konden aanschaffen.

Op 17 september 1912 was het dan zover. De padvinderstroep werd officieel opgericht en sloot zich aan bij de Nederlandsche Padvindersorganisatie (NPO). Het bestuur bestond destijds uit D. Bender, W.M. Bredius, Willem de Haas, C. Sepp, Jacob van Wijngaarden en burgemeester Jhr. G.J.A. Schimmelpenninck was erevoorzitter.

Tijdens de viering van de Nederlandse onafhankelijkheid in 1913 hielpen de padvinders de enige politieagent in de stad, door met hun stokken de straten af te zetten. Toen Jhr. Johan (Jaap) Schimmelpenninck (Rhenen, 30 september 1887 - Leusden, 29 juli 1943), de jongste zoon van de burgemeester, dit zag, meldde hij zich spontaan aan. Zo kreeg de troep na één jaar zijn eerste hopman. Er werd vanaf toen geoefend rondom Huize Heimerstein, waar de hopman woonde. In 1914 ging de troep voor het eerst op zomerkamp, maar door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog viel het kamp al snel in het water.

Prins Hendrik, de man van Koningin Wilhelmina, kwam als voorzitter van het Rode Kruis in aanraking met padvinders, doordat een grote stroom Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog werd opgevangen in padvindersclubhuizen. Prins Hendrik was verbaasd dat er twee organisaties bestonden, de NPO en de Nederlandsche Padvindersbond en wilde deze naar het ideaal van Baden-Powell laten fuseren tot één nationale scoutingorganisatie waarvan iedereen deel van uit zou kunnen maken.

Jaap Schimmelpenninck kwam als districtscommissaris van het district Utrecht in contact met Prins Hendrik. Toen in december 1915 uit de fusie de vereniging De Nederlandsche Padvinders voortkwam, werd Prins Hendrik hiervan koninklijk commissaris en Jaap werd lid van het hoofdbestuur. Jaap kreeg tevens een erefunctie als adjudant van Prins Hendrik en hij stond de prins terzijde bij belangrijke padvindersbijeenkomsten. Prins Hendrik zond Jaap en zijn verkenners in de jaren die volgden regelmatig naar het buitenland om zijn groeten over te brengen aan hoofdbesturen aldaar. Zo waren er reisjes naar Duitsland, Oostenrijk en Hongarije. Ook mochten de jongens regelmatig kamperen op het landgoed Mecklenburg van Prins Hendrik in het noorden van Duitsland. Deze kampen duurden soms wel drie weken en werden allemaal door de prins bekostigd. In 1925 verhuisde de jonker, zoals Jaap door de verkenners werd genoemd, naar Den Haag en nam afscheid van de troep. Als afscheidscadeau kreeg hij van hen een zilveren sigarettendoos. Met het vertrek van Jaap was het contact met het Koninklijk Huis verbroken en was het dus gedaan met de leuke reisjes.

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog richtte Jaap een verzetsorganisatie op, die later overging in de Ordedienst (OD). Een geheime organisatie, die er voor moest zorgen dat in Nederland, op het moment van bevrijding, orde en rust gehandhaafd zouden worden. Bij de OD kreeg Jaap de bijnaam ‘Oom Alexander’, omdat hij aan de Alexanderstraat 12 in Den Haag woonde. Hij werd op 13 november 1941 thuis gearresteerd. Hij werd gevangengezet in de gevangenis van Scheveningen. Tijdens de verhoren door de Sicherheitsdienst (SD), waarbij tijdens de ondervragingen 'gereglementeerd' fysiek geweld gebruikt werd, heeft Jaap geen woord losgelaten. Op 6 november 1942 werd hij op transport gesteld naar kamp Amersfoort. Op 18 januari 1943 kwam hij vanwege de ontruiming van kamp Amersfoort terecht in kamp Vught. Hij werd geregistreerd als Schutzhäftling 1988. Vanwege het Tweede OD-proces werd hij 11 maart 1943 overgeplaatst naar kamp Haaren. Op 27 april 1943 werd hij door de Wehrmachtjustiz ter dood veroordeeld. Hij werd op 29 juli 1943 op de Leusderheide gefusilleerd, samen met zestien van zijn medeverzetsstrijders. Vlak na de oorlog werd het massagraf waarin Jaap lag gevonden en werd hij herbegraven op de gemeentelijke begraafplaats Rusthof in Amersfoort. Jaap is postuum onderscheiden met het Verzetskruis.

Na de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Speltakken[bewerken | brontekst bewerken]

De groep heeft de volgende speltakken:

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.