Johan Graafland: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
k (Robot: automatisch tekst vervangen (-==\n{2,} +==\n))
(4 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Persoon
{{Persoon
|Naam=Johannes Antonius Ignatius Hubertus (Johan) jonkheer Graafland
|Naam=jonkheer Johannes Antonius Ignatius Hubertus (Johan) Graafland
|Foto=Johan Graafland.jpg
|Foto=Johan Graafland.jpg
|Geslacht=man
|Geslacht=man
Regel 16: Regel 16:


==Levensloop==
==Levensloop==
Hij was de oudste van zeven kinderen. Zijn vader dreef aan de Brusselsestraat een handel in koloniale waren. was rentenier, ondanks hij een rentenier was. Graafland ging naar Rolduc en behaalde aan de universiteit van Leuven zijn kandidaats Germaanse filologie. In Nijmegen kreeg hij een officiersopleiding. Als reserve-tweede luitenant had hij het commando over het dekkingsdetachement dat in 1914 de spoorbrug bij Buggenum moest bewaken. De brieven, die hij de derde afdeling van de generale staf (GS III), de militaire inlichtingen dienst schreef, getuigden van securitybesef. Om die reden werd hij in 1916 overgeplaatst naar West-Brabant. Als luitenant-adjudant van de commandant van een bataljon grensbewaking peilde hij de geest van de Duitse troepen aan gene zijde van de grens. Graafland zag erop toe dat de Duitse troepen, die in november 1918 via Nederland terugtrokken, hun Wapens aflegden." Na de Eerste Wereldoorlog werd Graafland secretaris van het Comité van Anti-Annextionistische Actie en secretaris van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Het Comité van Anti-Annexionistische Actie was opgericht om te Voorkomen dat een deel van Limburg bij België zou worden genoegd; de Bijzondere Vrijwillige Landstorm om te voorkomen dat de revolutie van Duitsland naar Nederland zou overslaan. Ten behoeve van een betere landsverdediging claimde België na de Eerste Wereldoorlog Zeeuws-Vlaanderen en een belangrijk deel van Nederlands-Limburg. In Limburg verzetten katholieke standsorganisaties zich krachtdadig tegen die annexatieplannen. Ze betoogden in Maastricht en namen deel aan een nationale manifestatie in Den Haag. Voorts werd een volkspetitionnement gehouden, waarbij een overweldigende meerderheid zich uitsprak voor het behoud van de status quo. Graafland was secretaris van het Comité van Anti-Annexionistische Actie. Toen soldaten van het garnizoen Maastricht hem een serenade brachten, werd het Wilhelmus overstemd door de Nationale, gezongen door socialisten, onder wie verscheidene mijnwerkers. Er heerste grote onvrede in de mijnstreek, vooral onder jongere mijnwerkers. Gevreesd werd daarom dat de revolutie van Duitsland naar Nederland zou overslaan. „Het was daarom zaak dat de wapens in handen van betrouwbare troepen bleven. Gezagsdragers maakten propaganda voor de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, waarvan Graafland secretaris werd. Hij doorreisde heel Limburg. Onderwijl onderhield hij nauw contact met GS 111 en met de Franse Inlichtingendienst, het Deuxième Bureau, dat beter bij kas zat dan de Nederlandse Inlichtingendienst. Van 1929 tot 1931 was Graafland lid van de gemeente-raadsfractie van de Rooms-Katholieke Staatspartij in Maastricht. In 1936 kwam aan het licht dat de gezagsgetrouwe jonker al veertien jaar lang een greep in de kas van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm had gedaan. Gelden van nationaal niveau had hij niet afgedragen aan de plaatselijke afdelingen. Wel had hij Den Haag kwitanties doen toekomen. Wegens fraude en valsheid in geschrifte werd hij veroordeeld tot een jaar en vier maanden gevangenisstraf. Graafland raakte zijn vrouw en zijn baan kwijt. Hij verhuisde naar Amsterdam, waar hij een nieuw lief tegen het lijf liep en waar een oude liefde hem het hof maakte. De chef van GS 111, generaal-majoor J.W. van Oorschot, vroeg Graafland in Limburg een inlichtingennet op te zetten. Graafland ging niet bepaald tactisch te werk. Hij plaatste advertenties in dagbladen met toespelingen die al te doorzichtig waren; zoals: 'Oud-politieman gevraagd voor vertrouwelijk werk in Duitsland. Het gevolg was dat Gestapo en Sicherheitsdienst mannetjes en vrouwtjes in zijn netwerk sluisden. Graafland stond dan ook hoog op de opsporingslijst, waarmee de Duitse contraspionage na de Duitse bezetting Nederland afstroopte. Weliswaar was Graafland daags na de capitulatie van Nederland, op advies van GS 111, ondergedoken, maar omdat hij van een verhuiswagen gebruik had gemaakt, hadden de Duitsers hem snel opgespoord. Hij werd overgebracht naar Munster, waar meer arrestanten waren ondergebracht die voor de Duitse contraspionage van belang waren. „Omdat Graafland als medewerker van de generale staf uitsluitend op eigen grondgebied had geopereerd, kon hij niet wegens spionage worden berecht. Hij ging in Schutzhaft; zat in gevangenissen in Düsseldorf, Hamburg en Berlijn. In het concentratiekamp Sachsenhausen leefde hij helemaal op, hoe vreemd dat ook moge klinken. Hij was weer onder de mensen. Via een Nederlandse SS'er, die een bedrijf had en daardoor tweemaal per maand naar Nederland moest, slaagde hij erin om boodschappen door te geven. Zijn verloofde stuurde hem en medegevangenen voedselpakketten die in een grote behoefte voorzagen. Het Rode Kruis het het afweten. Graafland genoot prestige onder de gevangenen. Hij bleef de gedreven organisator; maakte gedetailleerde plannen voor de evacuatie van de Nederlanders in Sachsenhausen en Ravenbrück, een concentratiekamp voor vrouwen. Ook zette hij op papier welke de status van Duitsland zou moeten worden. De stukken vielen in Duitse handen; waarna Graafland in Block 58 werd gevangen gezet, werd gemarteld en bij het naderen van de Russen, in februari 1945, werd gefusilleerd<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010637604:mpeg21:a0480 vrijuit Rotterdammer screent in Limburg ’waterdragers van gezagsdragers’ DOOR JAN VAN LIESHOUT Limburgsch dagblad 31-07-1993]</ref><ref>[https://www.wo2slachtoffers.nl/bio/53902/Graafland-jhr-Johannes-Antonius-Ignatius-Hubertus.htm WO2 slachtoffers]</ref>
Hij was de oudste van zeven kinderen. Zijn vader dreef aan de Brusselsestraat in Maastricht een handel in koloniale waren, ondanks dat hij een rentenier was. Graafland ging naar Rolduc en behaalde aan de universiteit van Leuven zijn kandidaats Germaanse historische taalkunde. In Nijmegen kreeg hij een officiersopleiding. Als reserve tweede luitenant had hij het commando over het dekkingsdetachement dat in 1914 de spoorbrug bij Buggenum moest bewaken. De brieven, die hij de militaire inlichtingen dienst, de derde afdeling van de generale staf (GS III), schreef, getuigden van beveiligingsbesef. Om die reden werd hij in 1916 overgeplaatst naar West-Brabant. Als luitenant-adjudant van de commandant van een bataljon grensbewaking peilde hij de geest van de Duitse troepen aan andere zijde van de grens. Graafland zag erop toe dat de Duitse troepen, die in november 1918 via Nederland terugtrokken, hun wapens aflegden. Na de Eerste Wereldoorlog werd Graafland secretaris van het Comité van Anti-Annextionistische Actie en secretaris van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Het Comité van Anti-Annexionistische Actie was opgericht om te voorkomen dat een deel van Limburg bij België zou worden gevoegd; de Bijzondere Vrijwillige Landstorm om te voorkomen dat de revolutie van Duitsland naar Nederland zou overslaan. Ten behoeve van een betere landsverdediging claimde België na de Eerste Wereldoorlog Zeeuws-Vlaanderen en een belangrijk deel van Nederlands Limburg. Hij doorreisde heel Limburg. Ondertussen onderhield hij nauw contact met GS III en met de Franse Inlichtingendienst, het Deuxième Bureau, dat beter bij kas zat dan de Nederlandse Inlichtingendienst. Van 1929 tot 1931 was Graafland lid van de gemeenteraadsfractie van de Rooms-katholieke Staatspartij in Maastricht. In 1936 kwam aan het licht dat de gezagsgetrouwe jonker al veertien jaar lang een greep in de kas van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm had gedaan. Hij had kwitanties naar Den Haag gestuurd, maar hij het geld niet afgedragen aan de plaatselijke afdelingen. Wegens fraude en valsheid in geschrifte werd hij veroordeeld tot een jaar en vier maanden gevangenisstraf. Graafland raakte zijn vrouw en zijn baan kwijt. Hij verhuisde naar Amsterdam, waar hij een nieuw lief tegen het lijf liep en waar een oude liefde hem het hof maakte. De chef van GS III, generaal-majoor J.W. van Oorschot, vroeg Graafland in Limburg een inlichtingennetwerk op te zetten. Graafland ging niet bepaald tactisch te werk. Hij plaatste advertenties in dagbladen met toespelingen die al te doorzichtig waren; zoals: "Oud-politieman gevraagd voor vertrouwelijk werk in Duitsland". Het gevolg was dat Gestapo en Sicherheitsdienst mannetjes en vrouwtjes in zijn netwerk sluisden. Graafland stond dan ook hoog op de opsporingslijst, waarmee de Duitse contraspionage na de Duitse bezetting Nederland afstroopte. Weliswaar was Graafland daags na de capitulatie van Nederland, op advies van GS III, ondergedoken, maar omdat hij van een verhuiswagen gebruik had gemaakt, hadden de Duitsers hem snel opgespoord. Hij werd overgebracht naar Munster, waar meer arrestanten waren ondergebracht die voor de Duitse contraspionage van belang waren. Omdat Graafland als medewerker van de generale staf uitsluitend op eigen grondgebied had geopereerd, kon hij niet wegens spionage worden berecht. Hij ging in Schutzhaft; zat in gevangenissen in Düsseldorf, Hamburg en Berlijn. In het concentratiekamp Sachsenhausen leefde hij helemaal op, hoe vreemd dat ook moge klinken. Hij was weer onder de mensen. Via een Nederlandse SS'er, die een bedrijf had en daardoor tweemaal per maand naar Nederland moest, slaagde hij erin om boodschappen door te geven. Zijn verloofde stuurde hem en medegevangenen voedselpakketten die in een grote behoefte voorzagen. Het Rode Kruis had het laten afweten. Graafland genoot prestige onder de gevangenen. Hij bleef de gedreven organisator; maakte gedetailleerde plannen voor de evacuatie van de Nederlanders in Sachsenhausen en Ravensbrück, een concentratiekamp voor vrouwen. Ook zette hij op papier welke de status van Duitsland zou moeten worden. De stukken vielen in Duitse handen; waarna Graafland in Block 58 werd gevangen gezet, werd gemarteld en bij het naderen van de Russen, in februari 1945, werd gefusilleerd<ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010637604:mpeg21:a0480 vrijuit Rotterdammer screent in Limburg ’waterdragers van gezagsdragers’ DOOR JAN VAN LIESHOUT Limburgsch dagblad 31-07-1993]</ref><ref>[https://www.wo2slachtoffers.nl/bio/53902/Graafland-jhr-Johannes-Antonius-Ignatius-Hubertus.htm WO2 slachtoffers]</ref><ref>[https://collections.arolsen-archives.org/en/search/?s=graafland Arolsen Archives]</ref>.


==Scouting==
==Scouting==
Regel 22: Regel 22:


==Onderscheidingen en eretitels==
==Onderscheidingen en eretitels==
 
{{Bron|bronvermelding=
}}
{{beg}}
{{beg}}
{{bron|bronvermelding=
}}
{{DEFAULTSORT: Graafland, Johan}}
{{DEFAULTSORT: Graafland, Johan}}


[[categorie:persoon uit de scoutinggeschiedenis]]
[[Categorie: Persoon uit de scoutinggeschiedenis]]

Versie van 11 okt 2022 11:08


jonkheer Johannes Antonius Ignatius Hubertus (Johan) Graafland
Johan Graafland.jpg
Icon boy scout.svg
Geboorteplaats
Maastricht ­Limburg ­Nederland
Geboortedatum
9 mei 1889
Overlijdensplaats
Sachsenhausen ­Brandenburg ­Duitsland
Overlijdensdatum
2 februari 1945
Bezig met het laden van de kaart...

Jonkheer Johan Graafland was spion, militair en districtscommisaris voor Limburg bij de NPO.

Levensloop

Hij was de oudste van zeven kinderen. Zijn vader dreef aan de Brusselsestraat in Maastricht een handel in koloniale waren, ondanks dat hij een rentenier was. Graafland ging naar Rolduc en behaalde aan de universiteit van Leuven zijn kandidaats Germaanse historische taalkunde. In Nijmegen kreeg hij een officiersopleiding. Als reserve tweede luitenant had hij het commando over het dekkingsdetachement dat in 1914 de spoorbrug bij Buggenum moest bewaken. De brieven, die hij de militaire inlichtingen dienst, de derde afdeling van de generale staf (GS III), schreef, getuigden van beveiligingsbesef. Om die reden werd hij in 1916 overgeplaatst naar West-Brabant. Als luitenant-adjudant van de commandant van een bataljon grensbewaking peilde hij de geest van de Duitse troepen aan andere zijde van de grens. Graafland zag erop toe dat de Duitse troepen, die in november 1918 via Nederland terugtrokken, hun wapens aflegden. Na de Eerste Wereldoorlog werd Graafland secretaris van het Comité van Anti-Annextionistische Actie en secretaris van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Het Comité van Anti-Annexionistische Actie was opgericht om te voorkomen dat een deel van Limburg bij België zou worden gevoegd; de Bijzondere Vrijwillige Landstorm om te voorkomen dat de revolutie van Duitsland naar Nederland zou overslaan. Ten behoeve van een betere landsverdediging claimde België na de Eerste Wereldoorlog Zeeuws-Vlaanderen en een belangrijk deel van Nederlands Limburg. Hij doorreisde heel Limburg. Ondertussen onderhield hij nauw contact met GS III en met de Franse Inlichtingendienst, het Deuxième Bureau, dat beter bij kas zat dan de Nederlandse Inlichtingendienst. Van 1929 tot 1931 was Graafland lid van de gemeenteraadsfractie van de Rooms-katholieke Staatspartij in Maastricht. In 1936 kwam aan het licht dat de gezagsgetrouwe jonker al veertien jaar lang een greep in de kas van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm had gedaan. Hij had kwitanties naar Den Haag gestuurd, maar hij het geld niet afgedragen aan de plaatselijke afdelingen. Wegens fraude en valsheid in geschrifte werd hij veroordeeld tot een jaar en vier maanden gevangenisstraf. Graafland raakte zijn vrouw en zijn baan kwijt. Hij verhuisde naar Amsterdam, waar hij een nieuw lief tegen het lijf liep en waar een oude liefde hem het hof maakte. De chef van GS III, generaal-majoor J.W. van Oorschot, vroeg Graafland in Limburg een inlichtingennetwerk op te zetten. Graafland ging niet bepaald tactisch te werk. Hij plaatste advertenties in dagbladen met toespelingen die al te doorzichtig waren; zoals: "Oud-politieman gevraagd voor vertrouwelijk werk in Duitsland". Het gevolg was dat Gestapo en Sicherheitsdienst mannetjes en vrouwtjes in zijn netwerk sluisden. Graafland stond dan ook hoog op de opsporingslijst, waarmee de Duitse contraspionage na de Duitse bezetting Nederland afstroopte. Weliswaar was Graafland daags na de capitulatie van Nederland, op advies van GS III, ondergedoken, maar omdat hij van een verhuiswagen gebruik had gemaakt, hadden de Duitsers hem snel opgespoord. Hij werd overgebracht naar Munster, waar meer arrestanten waren ondergebracht die voor de Duitse contraspionage van belang waren. Omdat Graafland als medewerker van de generale staf uitsluitend op eigen grondgebied had geopereerd, kon hij niet wegens spionage worden berecht. Hij ging in Schutzhaft; zat in gevangenissen in Düsseldorf, Hamburg en Berlijn. In het concentratiekamp Sachsenhausen leefde hij helemaal op, hoe vreemd dat ook moge klinken. Hij was weer onder de mensen. Via een Nederlandse SS'er, die een bedrijf had en daardoor tweemaal per maand naar Nederland moest, slaagde hij erin om boodschappen door te geven. Zijn verloofde stuurde hem en medegevangenen voedselpakketten die in een grote behoefte voorzagen. Het Rode Kruis had het laten afweten. Graafland genoot prestige onder de gevangenen. Hij bleef de gedreven organisator; maakte gedetailleerde plannen voor de evacuatie van de Nederlanders in Sachsenhausen en Ravensbrück, een concentratiekamp voor vrouwen. Ook zette hij op papier welke de status van Duitsland zou moeten worden. De stukken vielen in Duitse handen; waarna Graafland in Block 58 werd gevangen gezet, werd gemarteld en bij het naderen van de Russen, in februari 1945, werd gefusilleerd[1][2][3].

Scouting

Tot 1913 was hij troepleider (hopman) van een troep in Maastricht[4]. Vervolgens was hij dit in Roermond[5]. Hij schreef geregeld stukken in Het Padvindersblad en zat rond 1914-1915 ook in de redactie[6]. Rond deze tijd was hij ook districtscommisaris voor Limburg bij de NPO

Onderscheidingen en eretitels

Category edit nl.svg Dit artikel is een beginnetje. U wordt uitgenodigd op Bewerk te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.