In 1895[1] nam hij dienst bij de Koninklijke Marine als adelborst (marineofficier in opleiding). Hij nam deel aan de Olympische Zomerspelen van 1906 en won met het Nederlandse team op het onderdeel sabel een bronzen medaille. Hij trouwde op 7 augustus 1905 met Josephina Rosina Staverman; zij krijgen samen twee zonen.
Hij was commandant van de Koninklijke Marine in Nederlands-Indië van 1931 tot 1934. Hij diende op de Hr.Ms. De Zeven Provinciën en kreeg te maken met een staking gevolgd door muiterij. In 1934 neemt hij ontslag bij de Koninklijk Marine. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij deel aan het verzet en werd gevangen gezet door de Duitse bezetter.
Scouting
Hij was lid van de Raad der Vereeniging van De Nederlandse Padvinders in 1937.
Onderscheidingen en eretitels
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (Koninkrijk der Nederlanden, 1932)
Officier in de Orde van Oranje-Nassau (Koninkrijk der Nederlanden, 1920)
Commandeur in de Orde van de Zwarte Ster (Republiek Frankrijk, 1932)
Commandeur in Orde van het Legioen van Eer (Republiek Frankrijk, 1933)