Kapitein Smit stam: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:


==Speltakken==
==Speltakken==
[[Bestand:Kaart thailand.jpg|miniatuur]]
De groep heeft voortrekkers ([[Roverscouts (Scouting Nederland)|Roverscouts]]).
De groep heeft voortrekkers ([[Roverscouts (Scouting Nederland)|Roverscouts]]).
  {{Project Scouts in de oorlog}}{{Bron|bronvermelding=
  {{Project Scouts in de oorlog}}{{Bron|bronvermelding=


}}
}}

Versie van 3 mrt 2023 22:39

Kapitein Smit stam
kamp Konyu III ­Thailand
Icon boy scout.svg Alleen jongens
Bezig met het laden van de kaart...
De volgende coördinaat is niet herkend: Geocoding failed.

De Kapitein Smit stam was een voortrekkersstam die bestond uit krijgsgevangenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de Birmaspoorweg werkten.

Achtergrond

Nederlandse burgers en militairen werden in Zuidoost Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Japanners  geïnterneerd in kampen. In veel van deze kampen begonnen scouts met ondergrondse bijeenkomsten. Militairen in de werkkampen langs de Birmaspoorlijn en in kampen in Nederlands-Indië richtten stammen op en in de burgerkampen begonnen scoutingvrijwilligers met het organiseren van activiteiten voor de daar aanwezige kinderen.

De Birmaspoorweg liep tussen Nong Pladuk in Thailand en Thanbyuzayat in Myanmar (Birma) en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog aangelegd door geallieerde krijgsgevangenen. Het werk aan de spoorlijn begon op 16 september 1942 en werd 16 maanden later voltooid. De spoorlijn was 415 kilometer lang. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. Zo'n 15.000 krijgsgevangenen stierven aan uitputting, ziekten en ondervoeding. Onder hen waren bijna 3.000 Nederlanders. Onder de westerse krijgsgevangenen waren veel KNIL-militairen en Nederlanders uit Nederlands-Indië. Ook stierven ongeveer 100.000 Thaise en Indonesische romoesja's (eerste geronselde arbeiders, later praktisch gezien dwangarbeiders) en ook Birmaanse en Maleisische dwangarbeiders bij de aanleg door het moeilijke gebied. Na de voltooiing van de spoorweg in december 1943 bestond het werk uit onderhoud en reparatie van schade door geallieerde bommenwerpers. De werkkampen lagen vaak naast vitale punten van de spoorweg, waardoor bombardementen ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders veroorzaakten. Toen de spoorlijn klaar was, hadden de Japanners veel minder mensen nodig. Van de oorspronkelijk 60.000 gevangenen werd de helft uitgezocht om naar Japan te gaan voor werk in de kolenmijnen.

Geschiedenis

In kamp Konyu III moedigde commandant Smits de militairen aan samen een stam te vormen. En grote groep oud-padvinders en belangstellenden sloot zich bij deze eerste Thaise stam aan, die naar de commandant genoemd werd. Frans van der Veer was één van hen. Van de 600 Nederlandse krijgsgevangenen werden er 21 lid en ook één van de 375 Australiërs, een sergeant majoor uit Tasmanië, sloot zich aan. Op 22 februari 1943 werd een kampvuur ter ere van Baden Powell gehouden. Later hoorden de stamleden dat juist op deze dag provinciaal commissaris Van Rijn in kamp Kinsayok, 15 km verderop, was overleden. In maart werd de groep verplaatst naar Kinsayok. Ze wilden daar de stam voortzetten en er sloten zich nog 6 oude bekenden van Java aan. Maar het werk aan de spoorlijn was zwaar, het aantal zieken en doden zo groot en de voedselsituatie zo slecht dat iedereen daar vooral mee bezig was[1].  

Speltakken

Kaart thailand.jpg

De groep heeft voortrekkers (Roverscouts).

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.