Knopen

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Versie door CorveeKees (overleg | bijdragen) op 29 nov 2010 om 10:10 (→‎Bindsels en takelingen: zeilmakers takeling)
Ga naar:navigatie, zoeken

Knopen (Engels: bends of knots) of steken (Engels: hitches) worden gebruikt om touw aan elkaar te knopen of ergens aan te bevestigen en zijn een onderdeel van het schiemanswerk. Voor vergelijking met de Engelse Scouting-literatuur zijn waar mogelijk ook de Engelse namen vermeld. Door een knoop te leren kunnen we hem niet allen maken maar ook ontknopen.

Zie ook de lijst van knopen met hun Engelse naam

Knopen aanleren

Om het leren van nieuwe knopen leuk te maken, kun je bijvoorbeeld het volgende doen:

  • Het maken van een mooi knopenbord. Maak met de kinderen een echt mooi bord wat kinderen thuis boven hun bed kunnen hangen, bijvoorbeeld van hout waar met een soldeerbout de namen van de knopen zijn ingekrast, .
  • Dropveterknopen: Iedereen krijgt een dropveter. De spelleider geeft aan welke knopen gelegd moeten worden. Wie het goed doet mag de dropveter opeten.
  • Ga knopen met slierten gekookte spaghetti. Wellicht kun je na afloop ook nog spaghetti gaan eten met de kinderen. Ze mogen natuurlijk niet knoeien met het eten, behalve als ze de zojuist geleerde knopen gaan oefenen...
  • Knopenkim: Laat eerst een aantal knopen zien. Daarna dek je het weer af en laat je de scouts opschrijven welke ze hebben gezien en welke dus onthouden. Daarna blinddoek je de scouts. Geef elke scout een lijn waarin een knoop is gelegd. Laat ze daarna de lijnen weer inleveren en opschrijven welke knoop ze gevoeld hebben.
  • Ga mini-pionieren (zorg wel voor een spectaculair voorbeeld)
  • Levend knopen: Ga in een lijn staan met de handen vast. Met z'n allen ga je dan bijv. een achtknoop maken.
  • Touwtrekken met autoband: In het midden van het veld ligt een autoband. Maak een aantal groepen en zet ze op gelijke afstand van elkaar en van de autoband. De spelleider gaat bij de band staan en noemt een knoop. Eén van de kinderen uit de groep rent richting autoband en knoopt zijn/haar touw vast aan de band. Zodra de knoop is goedgekeurd mag er getrokken worden. De sterkste wint.
  • Doe na afloop van een korte stoomcursus knopen leggen een spel waarin je de knopen laat terugkomen, bijvoorbeeld Annemaria knoopje.

Leer in elk geval geen knopen aan "om het knopen", maar probeer die kennis daarna altijd nuttig toe te passen.

Benamingen

  • Lijn, touw, koord, draad, garen, band, ketting, ... kortom het materiaal waarin een knoop gelegd gaat worden.
  • Eind, end, tamp een uiteinde van het touw.
  • Vast~, staand~ deel of eind, lengte van het touw, dat deel van het touw waarover men niet kan beschikken voor het maken van een knoop.
  • Los~, vrij~ of lopend~ deel of eind, dat deel waarvan men het uiteinde beschikbaar heeft.
  • Rondtorn (round turn), lus, slag, een rondje gemaakt door een touw weer langs zichzelf te leggen vaak ergens omheen. Een lus wordt ook gebruikt voor een vouw in de lijn, een heen en een weergaand deel van de lijn parallel.
  • Kink of valse slag een knik in het touw veroorzaakt door een strakgetrokken lus.
  • Bundel, bussel, bos, ... meerdere lussen even groot en met dezelfde slag.
  • Slag van het touw. iedere lijn heeft een neutrale houding, dat wil zeggen dat het vrij liggend niet in lussen zal trekken. Bij het opschieten zal men slagen in het touw geven, waardoor het in een regelmatige bundel komt.

Opschieten

Een touw opschieten is de allerbelangrijkste knoop. Deze wordt gebruikt om het touw op te slaan en bij gebruik snel weer beschikbaar te hebben.

Knopenlijst

"Gewone" knopen

Knopen die men in het dagelijks (scouting) leven vaak gebruikt.

Knopen die men voor het touw maakt

  • Halve knoop (Overhand knot) Ook wel Sjouwerman in enkele lijn. Als verdikking van een lijn.
  • Achtknoop (Figure of eight) Als verdikking van een lijn.
  • Werplijnknoop of stootwilknoop geeft een lange verdikking.
  • Sjouwerman Geeft verdikking in een lijn of in meerdere strengen.
  • Apevuistje Geeft een bolle verdikking.
  • Halve steek (Half Hitch) Voor het ophangen van het touw.
  • Slipsteek (Slipping half hitch) Variant die makkelijk losgemaakt kan worden.

Verbinding met vast object of last

  • Mastworp (Clove Hitch) Klemt een lijn om een rondhout, ook gebruikt bij sjorringen
  • Mastworp met voorslag (Rolling Hitch) Klemt een lijn om een rondhout zonder af te wikkelen.
  • Ankersteek (Fisherman hitch) Klemt een lijn aan een oog of paal.
  • Timmersteek (Timber hitch) Klemt lijn om een paal, gebruikt bij sjorringen. Ontwart bij zelfstandig gebruik.
  • Paalsteek (Bowline) Een niet-schuivende lus in een touw
  • Dubbele paalsteek Een niet-schuivende dubbele lus gebruikt bij de klimsport.

Verbinding tussen lijnen

  • Platte knoop (Reef knot/Square knot) Om twee gelijke lijnen aan elkaar te knopen.
  • Schootsteek (Sheet bend) Om twee ongelijke lijnen aan elkaar te knopen.
  • Hieling Om zware trossen aan elkaar te knopen.
  • Marlsteek Om doek over grotere lengte met iets te verbinden.

Verbinding tussen objecten

  • Takel Constructie waarmee veel kracht gezet kan worden.
  • Talreep Aangespannen verbinding tussen ogen.
Zie ook: Sjorringen Knopen die gebruikt worden om objecten te pionieren van touw en houten palen.

Grappige knopen

De volgende kopen hebben zo hun nadelen en dienen bij voorkeur niet gebruikt te worden.

  • Dievenknoop Variant op de platte knoop, waarbij de spanning niet op de tegenoverliggende lijn komt. Deze is niet makkelijk los te nemen, heeft minder sterkte en kan zich vast knijpen.
  • Trompetsteek (Sheepshank/Trumpet Knot) Om een lang stuk lijn in te korten. Deze is alleen stabiel zolang de lijn onder spanning blijft, kortstondig wegvallen van de spanning zal de knoop ontwarren.
  • Chauffeurssteek Halve trompetsteek, wordt gebruikt om een lijn aan te spannen zoals met een takel. Het wegvallen van de spanning ontknoopt deze knoop.

Er valt over te discussieren of de vorige twee met de nodige borg wel veilig zijn, meestal ontaarden ze dan echter in een warboel.

  • Vissersknoop (Fisherman's knot) (Twee zoete liefjes) Twee lijnen met ieder een halve steek om de ander. Deze trekt zich dusdanig vast dat de knoop niet makkelijk los te nemen is.
  • Wurgsteek Variant op de mastworp, die zichzelf sterker vasttrekt. Deze is niet makkelijk los te nemen.
  • Constrictorknoop Variant op de mastworp, die zichzelf sterker vasttrekt. Deze is niet makkelijk los te nemen.
  • Oudewijvenknoop - benaming van een verkeerd geknoopte platte knoop. Deze gaat of slippen of klemt zich zo strak dat deze niet makkelijk los te nemen is.
  • Gordiaanse knoop De niet ontwarbare knoop.

Splitsen en sierknopen

Splitsen en sierknopen zijn er eigenlijk niet voor bedoeld om weer los te maken. Dit onderscheid deze knopen van alle andere.

Zie ook: Splitsen
  • Eindsplits (Spaanse takeling) Om het eind van een touw in zichzelf te vervlechten.
  • Oogsplits Het eind van een touw in zichzelf vervlechten tot een lus.
  • Korte splits Voor het zonder veel verdikking met elkaar verbinden van twee lijnen.

Sierknopen

Bindsels en takelingen

Zie ook Touw afwerken
  • Muizing Een last in een haak zekeren.

Achtergrond

De basis van de diverse knopen is dat ze goed vast moeten zitten maar tegelijk snel, makkelijk en zonder gevaar weer zijn los te halen.

Vastgetrokken knoop

Voor de meeste knopen geldt dat, zolang alleen het lange vaste eind belast wordt, de knoop er weer redelijk makkelijk uit te krijgen is. Echter bij sommige knopen kan een tweezijdige belating resulteren in het echt vast komen te zitten van de knoop. Dan is men aangewezen op hulpmiddelen. Zo is er de houten hamer waarmee men de knoop op een harde ondergrond middels lichtjes kloppen kan masseren. Vaak komt een lus dan wat losser te zitten. Meer kwetsend voor de lijn is een priem die tussen de lus en het eind gestoken kan worden om zo het eind los te lepelen. Dit kost vaak vezels, deze breken door de puntbelating en de sterkte van de lijn is ernstig aangetast. De laatste optie is een mes, zaag of bijl, het mag duidelijk zijn dat de lijn hierna niet meer de oude is.

Zijn het Knopen of zijn het Steken

Het is onduidelijk wat het verschil is tussen steken en knopen, de meeste boeken hebben hun eigen indeling. In feite mag je een knoop en steek noemen en andersom.

Onderscheid wordt gemaakt in

  • Of het eind of midden van een lijn gebruikt wordt.
  • Of er een lijn gebruikt wordt of meerdere.
  • Of de lijn aan een niet lijn gezet wordt.
  • Materiaal van de lijn.

Denk er hierbij aan dat lijn voor iets staat dat flexibel genoeg is om er enige vorm van verstrengeling mee uit te voeren.

Verkeerde knopen

Verkeerd gelegde knopen werden aan boord van een schip een boer of oud wijf genoemd.

Een onontwarbare knoop wordt een Gordiaanse knoop genoemd.

Andere sites

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.