Leren stoken: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Regel 20: Regel 20:
* Proef 1: Zet een kaarsje in een schaal met water waar een jampotje overheen geplaatst wordt. Het water in jampotje stijgt, omdat het kaarsje zuurstof gebruikt.
* Proef 1: Zet een kaarsje in een schaal met water waar een jampotje overheen geplaatst wordt. Het water in jampotje stijgt, omdat het kaarsje zuurstof gebruikt.
* Proef 2: Zet een waxinelichtje op tafel, en leg daar wat grote houtblokken overheen, zodat de vlam een houtblok raakt. De branddriehoek is hier toch aanwezig? Waarom brandt het dan niet? Even laten raden, en zeggen dat je hier later op terugkomt.
* Proef 2: Zet een waxinelichtje op tafel, en leg daar wat grote houtblokken overheen, zodat de vlam een houtblok raakt. De branddriehoek is hier toch aanwezig? Waarom brandt het dan niet? Even laten raden, en zeggen dat je hier later op terugkomt.
====Soorten brand====
Er zijn twee soorten brand:
# Een gloeibrand (bbq, sigaret). Kenmerk: geen vlammen, weinig zuurstof, verspreid langzaam, veel hitte
# Een gasbrand (alles met vlammen). Kenmerk: veel zuurstof nodig, minder hitte, veel grotere verspreiding.
* Proef 3: Een velletje A4-papier met een gat in het midden wordt aan één punt opgetild, en de leiding zal straks het papiertje vanuit het gat aansteken. Waar denken de kinderen dat de vlammen heen gaan? Hiermee toon je vervolgens nog een kenmerk van een gasbrand aan: gasbrand wil recht omhoog!

Versie van 13 jan 2007 09:56

Om veilig en goed een kampvuur te leren stoken kan er gebruik gemaakt worden van de volgende artikelen op de scoutpedia:

Met de kennis uit bovenstaande artikelen moet je een heel eind komen. Wanneer je vervolgens met jeugdleden vuur gaat stoken, is het uiteraard het allerbelangrijkst dat de veiligheid van de kinderen volkomen onder controle is. Wanneer je dat zeker weet, zou je het stoken van een vuurtje wellicht al aan kinderen uit de DWEK leeftijd kunnen uitleggen.

Stookcursus[bewerken | brontekst bewerken]

Onderstaande van twee uur uitgevoerd worden. Het niveau is geschikt voor DWEK en de wat jongere scouts. Er wordt eerst een theoriedeel gegeven, daarna volgt een deel waarin de kinderen zelf met het hout mogen experimenteren. Beperk je bij voorkeur alleen tot het maken van vuur, en ga geen eten op het vuur klaar laten maken, omdat je de "slechte stokers" daarmee laat haasten. Dat komt later wel weer een keer, als iedereen het beter kan.

De theorie[bewerken | brontekst bewerken]

Voordat je begint met het fikkie stoken zelf, kun je de kinderen eerst uitleggen hoe zo'n vuurtje precies werkt.

Vuur[bewerken | brontekst bewerken]

De werking van de branddriehoek kun je uitleggen met de volgende twee proefjes:

  • Proef 1: Zet een kaarsje in een schaal met water waar een jampotje overheen geplaatst wordt. Het water in jampotje stijgt, omdat het kaarsje zuurstof gebruikt.
  • Proef 2: Zet een waxinelichtje op tafel, en leg daar wat grote houtblokken overheen, zodat de vlam een houtblok raakt. De branddriehoek is hier toch aanwezig? Waarom brandt het dan niet? Even laten raden, en zeggen dat je hier later op terugkomt.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.