Nederlandsche Meisjes Club

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Nederlandsche Meisjes Club
Nederlandsche Meisjes Club.png
Icon girl guide.svg Alleen meisjes
alle provincies ­Nederland
Opgericht
1 augustus 1927
Opgeheven
1 november 1945

De Nederlandsche Meisjes Club ook wel de Driehoekmeisjes genoemd, was een op de padvinderij lijkende protestantse organisatie met een religieus-opvoedkundige doelstelling voor meisjes.

De naam Driehoekmeisjes was bewust zonder de "s" als verbindingsletter.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Veel protestante meisjes bezochten tot twaalfjarige leeftijd wel de zondagsscholen, maar sloten zich daarna niet bij bestaande protestante verenigingen aan. De Federatie van Christelijke Vereenigingen van en voor Vrouwen en Meisjes startte in 1925 een initiatief om hiervoor een oplossing voor te verzinnen en startte in 1927 feitelijk[1]. De beste methode leek een werkwijze ontleend aan de padvinderij, maar met een positieve zendingsdrang. Naar verwachting zou dit laatste een samensmelten met het Nederlands Meisjesgilde onmogelijk maken. Begin 1931 waren er in 24 plaatsen groepen, tezamen met ruim 1400 meisjes. Op 1 Juni 1936 telde de NMC 68 Streepjesgroepen met 1182 Streepjes, 125 Driehoekgroepen met 1807 Driehoekmeisjes, 52 Voortrekstersgroepen met 677 Voortreksters, in totaal 245 Groepen met 3666 meisjes. Het aantal Hulpleidsters bedroeg 169, het aantal Leidsters 204. Omdat verscheidene Hulpleidsters tevens Voortreksters waren, werd het totaal geschat op 4000 leden. Dat was ongeveer 450 meer dan in 1935[2]. In 1937 waren er 13 kringen en 60 plaatselijke afdelingen[3].

Op 4 en 5 november 1939 besloot de Landraad van de Nederlandsche Meisjes Club toch tot samenwerking met het Nederlandse Padvindstersgilde. De samenwerking was op dat moment al enige jaren in voorbereiding. Volgens deze overeenkomst werden de leden van de NMC, door het NPG, leden van de Wereldbond van Padvindsters (World Association of Girl Guides and Girl Scouts). De NMC. behield volkomen vrijheid en zelfstandigheid onder eigen leiding en bestuur. De NMC bleef deel uitmaken van de Wereldbond van Christen Jonge Vrouwen (World's Young Women Christian Association), waarvan de Federatie van Christelijke Vereenigingen van en voor Vrouwen en Meisjes de Nederlandse tak was. De naam werd veranderd in Vereeniging Nederlandsche Driehoek Padvindsters. Het insigne werd een blauwe driehoek in een gouden cirkel, (het insigne van de Wereldbond van Christen Jonge Vrouwen) met het klaverblad in de driehoek ingevoegd[4]. In 1945 gaat de Nederlandsche Meisjes Club op in het Nederlandse Padvindersgilde als Speciale Groepen[5][6], een vergelijkbare status als de X-groepen bij de NPV.

Logo Vereeniging Nederlandsche Driehoek Padvindsters
Kaart Lustrum Nederlandsche Meisjes Club
Sluitzegel Nederlandsche Meisjes Club

Doel[bewerken | brontekst bewerken]

De Nederlandse meisjes te helpen al haar gaven te ontwikkelen tot eer van God en in liefde tot de naaste.

Werkwijze[bewerken | brontekst bewerken]

De meisjes moesten zich eigen maken wat op een viertal kaarten met een driehoek stond.

De eisen van de eerste driehoek betroffen:

lichamelijke verzorging, vrije oefeningen, enige natuurkennis, enige huishoudelijke bezigheden, hoofdregels van de weg, twee geestelijke liederen, de betekenis der christelijke feestdagen, twee bijbelse verhalen.

Die van de tweede driehoek:

uitbreiding van deze eisen en een kerstlied, twee gelijkenissen, het gebed Onze Vader.

Die van de derde driehoek:

nog eens uitbreiding van de eerste eisen, een maaltijd kunnen klaarmaken, een gast kunnen ontvangen, een Paas- en Pinksterlied kennen, de bijbelboeken kunnen opzeggen, bet leven van een profeet of apostel kunnen vertellen.

De eisen van de vierde driehoek waren:

diverse wetenswaardigheden weten, vlot de weg weten in de bijbel, heel in 't groot iets weten van de geschiedenis van het christendom, een deel van Jezus' bergrede kennen, of 1 Cor. vs. 13, of de eerste vraag van de catechismus of iets dergelijks.

Kringen en subkringen[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf december 1932[7]

  • Amsterdam
    • A'dam Centrum en West
    • A'dam Zuid en Amstelveen
    • A'dam Oost
    • A'dam Noord en Edam
    • Uithoorn
  • Arnhem:
    • Arnhem
    • Betuwe
    • Nijmegen
  • Correspondentie Kringleidster voor de verspreide groepen in het Zuiden: Kamperland, Heerlen, Made, Sittard.
  • Gooi- en Eemland
  • Den Haag
    • Delft
    • Scheveningen
    • Den Haag
  • Den Helder
  • Kennemerland
    • Heemstede, Haarlem Zuid en Centrum
    • Bloemendaal, Aerdenhout, Zandvoort
    • Haarlem Noord en Noordergroepen
    • Alkmaar
    • Zaandam
  • Leiden:
    • Leiden
    • Katwijk en Oegstgeest
  • Rotterdam
    • Rotterdam Noord en Spangen
    • Rotterdam West
    • Rotterdam Oost
    • Schiedam
    • Dordrecht
  • Twenthe

Organisatie van een groep[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende soorten groepen bestonden:

  • puntjesgroepen voor meisjes tot 10 jaar[8]
  • streepjesgroepen voor meisjes van 10 - 12 jaar
  • driehoeksgroepen voor meisjes van 12 - 18 jaar
  • voortrekstersgroepen voor meisjes van 18 jaar en ouder

Een club bestond uit 6 meisjes, één ervan heette de Rechterhand. Zij werd bijgestaan door een Linkerhand. Elke club had een eigen naam ter keuze uit ongeveer dertig bloemennamen. Elke club had een vlag, waarmee werd geseind.

Belofte voor leidsters

Belofte[bewerken | brontekst bewerken]

De leidster moest deze belofte afleggen:

Het is mijn persoonlijke wens meisjes in aanraking te brengen met het Evangelie, opdat zij Jezus Christus leren kennen als Verlosser en Heer op alle gebied van haar leven. Ik zal trachten haar voor te gaan in het leven volgens belofte en wet van de Nederlandsche Meisjes Clubs en ben bereid zowel de geestelijke als de praktische leiding van een groep op mij te nemen.

Elk meisje moest de volgende belofte afleggen:

Ik beloof mijn best te doen God en mijn naaste lief te hebben en om, vertrouwende op Gods hulp, onze driehoekwet te houden.

Wet[bewerken | brontekst bewerken]

  • Zoek je kracht in gebed.
  • Ontwikkel de gaven die God je schonk.
  • Wees open en te vertrouwen.
  • Houd gedachten, woorden en daden rein.
  • Draag moeilijkheden met opgewektheid.
  • Doe je werk, gehoorzaam en blijmoedig, thuis en daarbuiten.
  • Geef je belangstelling en hulp aan ieder die je nodig heeft.
  • Houd lichaam en kleding schoon.

Uniform[bewerken | brontekst bewerken]

Meisjes en leidsters droegen een groen uniform. De installatie geschiedde met enige plechtigheid. Het installatieinsigne was een blauwe driehoek met gouden cirkel. Het insigne was het teken van de World Young Women's Christian Association en betekende: de drie zijden voor de lichamelijke, verstandelijke en maatschappelijke ontwikkeling, omvat en, gedragen door de cirkel als symbool van de geestelijke ontwikkeling. Het teken van de driehoek was WYWCA vergelijkbaar met dat van de CJMV-padvinderij en ook van de Young Men's Christian Association (YMCA).

Blad[bewerken | brontekst bewerken]

Het verenigingsblad heette De Triangel[9].

Bestuur[bewerken | brontekst bewerken]

Rond 1931 was mejuffrouw J.E. Boer, Esschenhoeve uit Bloemendaal de secretaresse van het bestuur.

In 1937 was het bestuur[9]:

  • Mej. C.J.W. Spoor (presidente)
  • Mej. L.W.C.E. van Hoogenhuyze (vicepresidente)
  • Mej. J. Aalbers (alg. secretaresse)
  • Mej. W. Jalink (secretaresse-kampcommissie)
  • Mevr. A.M.C. Boerkoel-De Vries (penningmeesteresse).
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.