Oude matenstelsels

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken

Met oude maatstelsels worden de maatstelsels bedoeld van voor het huidige metrieke stelsel (SI).

Bij de IJkwet van 21 augustus 1816 werd het metrieke stelsel (het eenvormig stelsel van maten en gewigten) vanaf 1820 verplicht in het toenmalige Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (dat het huidige Nederland, België en het Groothertogdom Luxemburg omvatte). In de tijd daarvoor werden lengtematen als el, duim en voet gebruikt. Bijna iedere grote stad had zijn eigen maat voor deze eenheden. De oude maten zijn in onbruik geraakt na 1870, maar in het huidige taalgebruik kennen we nog het “ellenlange verhaal” en de “duimstok”. Watersporters zouden de term “vadem” nog wel eens tegen kunnen komen als waterdiepte.

De kortere maten waren veelal gebaseerd op wat iedereen toch altijd bij zich had, namelijk het eigen lichaam. Dit is duidelijk in de benamingen terug te zien. Dit was dus erg makkelijk, omdat iedereen dus “de maat” kon nemen. Maar niet echt praktisch omdat iedereen andere afmetingen van de lichaamsdelen heeft. Omdat mensen nog niet heel ver reisden, was het nog niet nodig om in het hele land dezelfde maat te hanteren. Mensen kwamen immers weinig in andere steden. In Nederland werden zelfs pas in 1909 alle klokken op dezelfde tijd gezet om die reden.

In de imperiale maateenheden in de Verenigde Staten gebruikt men de oudere maten (bij benadering) nog steeds, genaamd inch, foot, yard en mile.

Een leuk rijtje wat in een tocht of hike tot interessante routetechnieken kan leiden. Als binnen de tocht maar duidelijk is welke eenheid gebruikt wordt.

De overzetting van niet-metrisch naar metrisch is niet precies, maar een algemeen geaccepteerde benadering.

  • uur gaans ≈ 5,556 Km (3 Zeemijlen)
  • voorling ≈ 210 meter
  • Nederlandse mijl = uur gaans
  • gaarde of roede ≈ 3,70 meter
  • vadem ≈ 1,8 meter
  • el ≈ 68 cm
  • voet ≈ 30 cm
  • palm ≈ 3 tot 10 cm
  • duim ≈ 2,5 cm
  • streep = 1 mm. ≈ 1 duizendste el

Dat dit systeem niet helemaal nauwkeurig was, laten de volgende vergelijkingen zien;

  • 1 Nederlandse mijl = 5555 voet
  • 1 roede = 7 tot 21 voeten (variërend van streek tot streek)
  • 1 gaarde = 13 voeten
  • 1 vadem = 6 voet
  • 1 voet = 10, 11, 12 of 13 duimen. (variërend van streek tot streek)

Tussen 1820 en 1870 was; 1 el = 10 palmen = 100 duimen = 1000 strepen. Dit werd gedaan om de mensen aan de nieuwe maten; meter, decimeter, centimeter en millimeter te laten wennen.

Sommige termen uitgelegd[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een uur gaans is ongeveer de afstand die een wandelaar in een uur aflegt.
  • 1 uur gaans op de evenaar staat gelijk aan 3 boogminuten.
  • knopen is de aanduiding van snelheid op het water, de wind en in de ballonvaart. 1 knoop staat gelijk aan 1 zeemijl per uur (1,852 km/u).
  • Een vadem is afgeleid aan de afstand tussen de vingertoppen bij wijd gestrekte armen.
  • De Amerikaanse “yard” is een halve vadem. Van midden borstkas tot de vingertoppen
  • Een el is ongeveer de lengte van oksel tot pols
  • Een voet is letterlijk de gemiddelde maat van een menselijke voet.
  • Een palm kent een grote en een kleine variant. De grote is tussen de toppen van de gespreide wijsvinger en pink de kleine palm werd gemeten tussen de wijsvinger en pink over de hand.
  • Een span staat niet in het lijstje maar is de afstand tussen de gespreide duimtop en pinktop
  • Een palm of span worden in verschillende bronnen ook handbreedte genoemd.
  • Een duim is ongeveer de breedte van het eerste duimkootje van een volwassen man (ongeveer 1 inch)
ken je eigen maten

Je eigen voet is even groot als je onderarm (van elleboog tot je pols). De afstand tussen je vingertoppen met wijd gestrekte armen is net zo lang als van je hakken tot je kruin.

Vlaamse Invloed[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel het Metrieke stelsel pas in de 18de eeuw werd ingevoerd en in de 19de eeuw in Nederland en België, waren er toch in de 16de en 17de eeuw al wetenschappers die algemene maten aan het “ontwerpen” waren. De Vlaamse natuur- en wiskunde Simon Stevin had in 1585 het, toen nieuwe, idee voor decimale breuken. Het delen van cijfers door 10, 100 en 1000. (tiende, honderdste en duizendste deel.) Voor die tijd werd het zestigtallige stelsel gebruikt dat nu alleen nog in de tijdindeling gebruikt wordt. 60 minuten in een uur en 60 seconde in een minuut. Pas tijdens de Franse Revolutie werd dit idee doorgevoerd in de meetkunde. Stevin noteerde een breuk als 6⓪8①7② (⓪, ①, ② is de notering van negatief machtsverheffen / tot de -10de macht ①, -100ste macht ②) wat we nu schrijven als 6,87.

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.