Robert Baden-Powell

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Versie door 83.84.128.44 (overleg) op 8 okt 2006 om 09:39 (→‎De jager: -sp (hint: ik smurf, hij smurfT, wij smurfen - ik vertel, hij vertelT, wij vertelLEN))
Ga naar:navigatie, zoeken
Bestand:BadenPowell.jpg
Lord Baden-Powell

Robert Stephenson Smyth Baden-Powell of Gilwell (22 februari 1857 - 8 januari 1941) is de grondlegger van scouting.

Jeugd

Robert Stephenson Smyth Baden-Powell (roepnaam Steve en na zijn benoeming tot Lord: Robert) werd geboren in Londen als zoon van de wiskundeprofessor en dominee Baden Powell (22 Aug 1796 - 11 Jun 1860) en zijn derde vrouw Henriette Grace Smyth Powell (3 Sep 1824 - 13 Okt 1914), een dochter van admiraal William Smyth. Professor Baden Powell publiceerde over wiskunde, fysica, theologie en filosofie en vocht voor het principe dat wetenschappelijke vooruitgang, waaronder de theoriën van Darwin, samengaat met Christelijke godsdienst. Robert heeft bij zijn geboorte drie halfzussen, een halfbroer en vier broers. Na Robert worden zijn zus Agnes en zijn jongste broer Baden geboren en overlijdt zijn broer Gus. Mevrouw Powell wordt in 1860 weduwe en de voornaam van haar man 'Baden' wordt toegevoegd aan de achternaam en zo wordt de familie bekend als Baden-Powell. De dood van de vader heeft ook tot gevolg dat de oudere kinderen, de jongere kinderen voor een groot deel (moeten) opvoeden. De eerste ervaring van Robert met buitensport is als hij met zijn oudste broers Warington en George, in 1872, een trektocht maakt per kano door Engeland. Geen verrassing dus dat Robert Baden-Powell later zou schrijven dat hij zijn scoutingleven als waterscout begon.

Militaire leven

Omdat hij het leuker vond de natuur in te trekken dan in de schoolbanken te zitten, ging hij op 19-jarige leeftijd in het leger. Zoals vaker gebeurde in de klasse van zijn familie (hogere middenstand) werd hij officier en vertrok met de cavalerie (ruiters) naar India. In Zuid-Afrika is hij actief in het neerslaan van een aantal opstanden. Zijn meest geliefde werk is zijn hobby: het militaire verspieder/verkenner (Engelse term: Scouting). Dan wordt hij in de oorlog met de Boerenrepublieken naar het grensplaatsje Mafeking (tegenwoordig Mafikeng - North West Province - Zuid Afika) gestuurd om een deel van het Boerenleger weg te lokken van het Engelse leger in het zuiden. Dat lukt, maar hij raakt met veel te weinig manschappen in een langdurig beleg van 217 dagen. De persberichten stromen vanuit MafeKing naar de kranten, over het heldhaftig verzet van het met zijn bijzonder bevelvoerder en heel Engeland leeft mee. Als het beleg uiteindelijk wordt gebroken, terwijl elders het Engelse leger nederlagen leidt, is zijn naam als 'Held van Mafeking' gevestigd en zijn initialen B.P. verschijnen overal in het Britse wereldrijk. Koningin Victoria bevordert hem in 1899, op zijn 43e tot (toen de jongste) generaal-majoor.

Na nog enige actie krijgt hij de taak om een politiekorps op te richten voor de overwonnen Boeren republieken. Daarna keert hij terug naar Engeland als Inspecteur Generaal met als opdracht het ontwerpen van een nieuw opleidingssysteem. In 1904 wordt Baden-Powell door koning Edward VII benoemd tot luitenant-generaal, de hoogste rang ten tijde van vrede. Het is echter een kantoorbaan waar hij niet erg geschikt voor is en waar hij weinig zin in heeft.

Bestand:Badenpowell1.JPG
Brownsea Island

De oprichting van scouting

Bij zijn terugkeer merkt hij dat een boek dat hij schreven heeft over militair verkennen door jongens in Engeland gebruikt wordt. Na een bezoek aan de jongensbeweging "Boys Brigade" ontwerpt hij Scouting en geeft het uit als een boek. De bestaande verenigingen zien er niet veel in, maar onverwacht beginnen de jongens zelf groepen op te richten en moet er in alle haast een vereniging worden opgericht. Hij ziet een grote uitdaging en naar eigen zeggen breekt het tweede deel van zijn leven aan. Ze snel als mogelijk verlaat hij het leger om zich helemaal te wijden aan zijn nieuwe passie.

In 1908 wordt de eerste (jongens) scoutinggroep opgericht. Op 2 oktober 1908 maakt Koning Edward Baden-Powell Ridder in de Victoria Orde. Hij heet sindsdien 'Sir Robert Baden-Powell'. De koning vraagt hem tevens om al zijn aandacht aan de scoutingbeweging te schenken. Al snel was scouting een internationaal fenomeen geworden. Onder leiding van Baden-Powell groeide scouting snel: in 1939 waren er 3,3 miljoen scouts in meer dan 32 landen.

(Zie verder in: Geschiedenis Scouting)

Gezinsleven

In de periode tussen 1911 en 1913 maakt Robert Baden-Powell een wereldreis om de start van scouting te stimuleren op alle vijf de werelddelen. Tijdens de reis, aan boord van het schip Arcadian, ontmoet hij begin 1912 Olave St. Clair Soames, met wie hij in oktober van dat jaar in het huwelijk treedt.

Op 30 oktober 1913 wordt de oudste zoon Peter geboren. De Baden-Powells krijgen nog twee dochters, te weten Heather Grave (1915) die in 1940 trouwt met Commander John King en Betty St. Clair (1917) die in 1936 trouwt met Gervas Clay. De kleinzoon Robert jr. is in het Britse scouting actief.

Lord en Lady Baden-Powell bezoeken in 1918 Spanje en Portugal. Ze vestigen zich met hun gezin op het buiten Bentley, dat ze Pax Hill (vredesheuvel) noemen. Ze wonen er tot 1939. Het werd een begrip in de toenmalige Scouting- en Guiding-wereld.

In 1929 wordt Robert Baden-Powell in de adelstand verheven. Hij kiest de naam 'Baron Baden-Powell of Gilwell'. Daarmee verbind hij zijn naam aan het internationale trainingscentrum bij Londen. In ditzelfde jaar maken de Baden-Powells reizen naar India en Afrika.

In 1932 komt hij weer naar Nederland, waar hij het nationale kamp in Wassenaar bezoekt. Hij ontvangt voor zijn verdiensten in het Kurhaus te Scheveningen het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau. Ook krijgt hij de Wateler Peace Price, terwijl zijn echtgenote ondertussen onder andere Polen bezoekt. In 1939 verlaten Lord en Lady Baden-Powell Engeland voorgoed om zich te vestigen in Nyeri, Kenia. Lord Somers volgt Robert Baden-Powell in het Britse Wereldrijk feitelijk op als Chief Scout.

Op 8 januari 1941 overlijdt in zijn woning 'Paxtu' in Nyeri in Kenia Robert Baden-Powell, bijna 84 jaar oud. Op zijn verzoek wordt hij ook daar begraven, net buiten het Mt. Kenya National Park op de weg naar Treetops, de beroemde lodge waar Prinses Elizabeth hoorde dat ze koningin werd. In Londen wordt in Wesminster Abbey een massaal bezochte herdenkingsdienst gehouden in aanwezigheid van onder andere Koning George VI, minister-president Churchill en ambassadeurs van vele landen waar Scouting en Guiding zijn gevestigd. Aan de scoutingbeweging laat hij zijn laatste boodschap na.

in "De Geisha"

De acteur

Baden-Powell was een gevierd amateur-toneelspeler. Destijds was het in de gegoede kringen en het leger gebruikelijk om toneelstukjes op te voeren. Zijn specialisaties waren humoristische- en vrouwenrollen, inclusief zang met hoge stem. Op Malta zaten de voorstellingen stampvol met zeelieden, tot in de dakspanten. "De toejuichingen van dit schitterende publiek wanneer B-P verscheen waren, zelfs zonder de menigte op de spanten, genoeg om het huis af te breken". Baden-Powell heeft daarom Scouting opgezet als theater. Samen met zijn typisch Engelse gevoel voor humor (ernstig gebrachte kolder) is dit verantwoordelijk voor de wat aparte sfeer binnen Scouting, met bonte avonden, vreemde woorden (Jamboree betekend :fuif), yells, rallys, de welpen-opening, altijd tegelijk serieus en gek. Ook het uniform is gedoeld als onderdeel van dit theater.

Badenpowell3.jpg

De tekenaar

Baden-Powell was een goede tekenaar, schilder (aquarel) en schrijver. De meeste tekeningetjes in zijn boeken zijn door hem zelf gemaakt. Toen hij soldaat was, verdiende hij bij met schetsen en artikelen voor een krant. Omdat hij zowel rechts- als linkshandig was kon hij met twee handen tegelijk tekenen. Een duidelijk restant van die creativiteit is niet in Scouting terecht gekomen, anders dan dat hij de verkenners de schoonheid wilde laten zien, onder andere van de natuur.

De jager

Baden-Powell was een groot liefhebber van de jacht, wat toen als sport werd gezien. Tijgers, leeuwen, beren, maar als militair was hij vooral goed in het riskante jagen op wilde zwijnen, het "pig-sticking". Hierbij werd een wild zwijn bejaagd vanaf een paard en gedood met speren. De beren (mannetjeszwijnen) waren altijd agressief, krachtig, behendig en vochten zonder reserve tot het einde. Het was daarom de meest gevaarlijke en opwindende jacht.

Badenpowell4.jpg

Op latere leeftijd vertelt hij er nog enthousiast over, maar raadt toch aan om de grote jacht te vervangen door de camera-jacht. "De (foto)trofeeën zijn een opwindender aandenken dan dode hoorns en huiden. Het maakt de jager meer een natuurliefhebber dan een slager en het laat de fauna intact voor onze zonen om op dezelfde manier te jagen en zo de onschatbare lessen te leren in de school van de jungle."

Hij begreep ook wel dat dit niet erg consequent was: "Jij, die thuis zit zal dit natuurlijk veroordelen. Maar opnieuw zeg ik, zoals de dronkaard tegen de pastoor: probeer het voordat je oordeelt. Zie hoe het paard er plezier in heeft, zie hoe het zwijn zelf, gek van razernij, met hart en ziel vooruit stormt in het gevecht; zie hoe jij hartstochtelijk plezier hebt om wraak te nemen. Ja, de zwijnejacht is een wrede sport en toch hou ik ervan, zoals ik hield van de fijne ouwe kerels (die zwijnen) waar ik tegen vocht. Ik kan niet pretenderen dat ik niet inconsistent ben. Maar zijn velen van ons helemaal consistent? Doen wat we willen en zeggen wat ons uitkomt. Hoewel we een vernis van civilisatie hebben, zitten de primitieve instincten van de man dicht onder de oppervlakte. Bedrog komt altijd uit."

De "boys"man

Volgens Baden-Powell moesten de leiders van Scouting "boysmen" zijn, dat wil zeggen mannen die begrepen wat jongens leuk vonden, in hun wereld mee wilden spelen. Eigenlijk waren het dus mannen die in hun hart nog een jongen waren gebleven, en dat was Baden-Powell zelf ook. Hij zag de jongenswereld zoals hij werkelijk was, dus soms romantisch met veel verbeelding, maar soms ook hard. Zoals in zijn geliefde toneelstuk "Peter Pan" (niet voor kinderen, maar voor volwassenen): een bizarre terugkeer naar een kinderwereld vol vreemde fantasie, maar ook een harde wereld met nachtmerries. Peter Pan is alles wat een jongen kan zijn: avontuurlijk, onschuldig, vergeetachtig, harteloos, eerzuchtig, hard. Een jongen die niet ouder wil worden, omdat als je volwassen wordt, alle plezier over is. Heimwee naar de fantasievolle kindertijd. "Old Oliver Wendell Holmes is only true when he says that most of us are "boys all our lives"; we have our toys, and will play with them with as much zest at eighty as at eight, that in their company we can never grow old. I can't help it if my toys take the form of all that has to do with veldt life, and if they remain my toys till I drop."

Bron: o.a.: wikipedia.nl

Zie ook

Literatuur

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.