Woodbadge: verschil tussen versies

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken
Geen bewerkingssamenvatting
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De '''woodbadge''' bestaat uit twee houten kralen en een leren veter. In de nek wordt hij onder de das en op de borst over de das gedragen. De woodbadge wordt ook weleens "de gilwellkralen," "de kloten," of "de klompjes" genoemd.
De '''woodbadge''' bestaat uit twee houten kralen en een leren veter. In de nek wordt hij onder de das en op de borst over de das gedragen. De woodbadge wordt ook weleens "de gilwellkralen," "de kloten," of "de klompjes" genoemd.
Op de eerste[[ gilwelltraining]] in 1919 vond [[Baden-Powell]] dat de deelnemers een tastbare herinnering moesten krijgen. Hij zocht tussen zijn oude spullen en kwam een lange ketting tegen uit zijn diensttijd in Afrika. Deze ketting was van het Afrikaanse stamhoofd Dini Zulu geweest en na zijn overgave kreeg [[Baden-Powell]] de ketting.
Elke deelnemer moest op pad om een leren veter te gaan halen. Hij kreeg twee kralen van Dini Zulu's ketting en zette deze aan de veter om ze vervolgens om de bol van de hoed te zetten. Dit bleek later niet zo populair en al gauw werd de woodbadge verhuisd naar de nek.


Voor [[trainers]] die de ADCCtraining gevolgd hebben is er de woodbadge met drie kralen.
Voor [[trainers]] die de ADCCtraining gevolgd hebben is er de woodbadge met drie kralen.
Regel 6: Regel 9:
De DCC'er van Engeland draagt de woodbadge met zes kralen. Oorspronkelijk hadden dit er vijf moeten zijn. Alleen the Chief Scout en the Deputy Chief Scout, Sir Percy Everett, droegen er zes. Maar Everett gaf zijn woodbadge later aan Gilwell Park, zodat zijn woodbadge door de DCC kon worden gedragen. Deze traditie zet zich nog steeds voort.
De DCC'er van Engeland draagt de woodbadge met zes kralen. Oorspronkelijk hadden dit er vijf moeten zijn. Alleen the Chief Scout en the Deputy Chief Scout, Sir Percy Everett, droegen er zes. Maar Everett gaf zijn woodbadge later aan Gilwell Park, zodat zijn woodbadge door de DCC kon worden gedragen. Deze traditie zet zich nog steeds voort.


Op veel Gilwellcursussen wereldwijd staat een blok hout centraal met een hakbijl. Met die bijl worden de woodbadges gemaakt. Uiteraard zeer symbolisch.
Op veel Gilwelltrainingen wereldwijd staat een blok hout centraal met een hakbijl. Met die bijl worden de woodbadges gemaakt. Uiteraard zeer symbolisch.


Tussen 1922 en 1925 werden er voor de getrainde welpenleiders geen kralen maar een wolventand aan een leren veter geregen. Trainers droegen er twee. Dit werden de "wolf fangs" genoemd.
Tussen 1922 en 1925 werden er voor de getrainde welpenleiders geen kralen maar een wolventand aan een leren veter geregen. Trainers droegen er twee. Dit werden de "wolf fangs" genoemd. Dit werd, om praktische redenen, afgeschaft en ook welpenleiders zouden de woodbadge krijgen.


Later werd ook een extra kraal toegevoegd, boven de knoop. de kraal was rond en de kleuren gaven de training aan. Geel voor de welpenleiders, groen voor de padvindersleiders en rood voor de voortrekkersleiders. Dit gebruik is weer verdwenen.
Later werd ook een extra kraal toegevoegd, boven de knoop. de kraal was rond en de kleur van de kraal gaf de gevolgde training aan. Geel voor de welpenleiders, groen voor de padvindersleiders en rood voor de voortrekkersleiders. Dit gebruik is weer verdwenen.


[[categorie:Uniform | Training]]
[[categorie:Uniform | Training]]

Versie van 28 feb 2006 14:27

De woodbadge bestaat uit twee houten kralen en een leren veter. In de nek wordt hij onder de das en op de borst over de das gedragen. De woodbadge wordt ook weleens "de gilwellkralen," "de kloten," of "de klompjes" genoemd.

Op de eerstegilwelltraining in 1919 vond Baden-Powell dat de deelnemers een tastbare herinnering moesten krijgen. Hij zocht tussen zijn oude spullen en kwam een lange ketting tegen uit zijn diensttijd in Afrika. Deze ketting was van het Afrikaanse stamhoofd Dini Zulu geweest en na zijn overgave kreeg Baden-Powell de ketting. Elke deelnemer moest op pad om een leren veter te gaan halen. Hij kreeg twee kralen van Dini Zulu's ketting en zette deze aan de veter om ze vervolgens om de bol van de hoed te zetten. Dit bleek later niet zo populair en al gauw werd de woodbadge verhuisd naar de nek.

Voor trainers die de ADCCtraining gevolgd hebben is er de woodbadge met drie kralen. Voor trainers die de DCCtraining gevolgd hebben is er de woodbadge met vier kralen.

De DCC'er van Engeland draagt de woodbadge met zes kralen. Oorspronkelijk hadden dit er vijf moeten zijn. Alleen the Chief Scout en the Deputy Chief Scout, Sir Percy Everett, droegen er zes. Maar Everett gaf zijn woodbadge later aan Gilwell Park, zodat zijn woodbadge door de DCC kon worden gedragen. Deze traditie zet zich nog steeds voort.

Op veel Gilwelltrainingen wereldwijd staat een blok hout centraal met een hakbijl. Met die bijl worden de woodbadges gemaakt. Uiteraard zeer symbolisch.

Tussen 1922 en 1925 werden er voor de getrainde welpenleiders geen kralen maar een wolventand aan een leren veter geregen. Trainers droegen er twee. Dit werden de "wolf fangs" genoemd. Dit werd, om praktische redenen, afgeschaft en ook welpenleiders zouden de woodbadge krijgen.

Later werd ook een extra kraal toegevoegd, boven de knoop. de kraal was rond en de kleur van de kraal gaf de gevolgde training aan. Geel voor de welpenleiders, groen voor de padvindersleiders en rood voor de voortrekkersleiders. Dit gebruik is weer verdwenen.

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.