Annetje ten Doesschate

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken


dr. Johanna (Annetje) ten Doesschate
Annetje ten Doesschate.jpg
 Tchuka 
Icon girl guide.svg
Geboorteplaats
Steenderen ­Gelderland ­Nederland
Geboortedatum
2 mei 1912
Overlijdensplaats
Arnhem ­Gelderland ­Nederland
Overlijdensdatum
7 september 1989
Bezig met het laden van de kaart...

Annetje ten Doesschate was een Nederlandse oogarts en gewestelijk commissaris bij het Nederlandse Padvindstersgilde.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Zij was de dochter van de huisarts dr. Anton ten Doesschate en Margaretha Jantina van Santen[1]. Na het gymnasium studeerde ze geneeskunde te Utrecht, waar ze in 1938 het artsexamen behaalde. Ze specialiseerde zich in oogheelkunde en kwam als volontair-assistent bij de hoogleraar oogheelkunde Rochat in Groningen. Ze had een praktijk in Den Bosch en maakte daar de bevrijding van Zuid-Nederland mee. In oktober 1945 vertrok ze naar Nederlands Indië om oogarts in dienst van het gouvernement van Nederlandsch Oost-Indië te werken[2]. De revolutie zorgde dat ze pas na zeer veel hindernissen haar reisdoel kon bereiken in wat toen Indonesië was geworden. Ze werkte op meerdere plaatsen maar vond haar definitieve arbeidsplaats in het door de oogarts A.F. Deutman in Surabaya opgerichte oogziekenhuis Undaän. Hier konden minvermogenden zich kosteloos laten behandelen, een dienstverlening die tot op vandaag doorgaat. Ze nam een vaste positie in het ziekenhuis aan, met de mogelijkheid tot particuliere praktijk in de middagen, iets waar men in de eerste jaren van de Republik Indonesia niet rijk mee kon worden. Ze werkte hier tien jaar zonder verlof in Nederland. Bij haar patiënten was ze enorm populair. In de gespannen periode van de confrontatiepolitiek naar aanleiding van de kwestie Nieuw-Guinea werd ze uitgewezen, maar op punt van vertrek, door haar oud-patiënten weer van het vliegveld teruggehaald. De volkswil had de overhand en ze kon weer doorwerken.

Ze verzamelde cijfermateriaal over de oorzaken van blindheid bij patiënten, die ze op haar polikliniek zag en legde haar op de dagelijkse praktijk gebaseerde wetenschappelijk werk vast in een proefschrift The causes of blindness in and around Surabaya, waarop ze bij professor Salim te Jakarta in 1986 promoveerde. De oorzaken van blindheid bij kinderen, met name de xeroftalmie, namen daarbij de belangrijkste plaats in. Toen voor haar een opvolger werd gevonden, vertrok ze naar Nederland, waar ze mw. Schappert Kimmijser opvolgde als secretaris van de Nederlandse Vereniging ter Voorkoming van Blindheid. In 1971 richtte ze met medestanders de Xerophthalmia Club op om wereldwijd aandacht te vragen voor het probleem van voedingsblindheid in de kinderjaren, o.a. door de verspreiding van het gratis ter beschikking gestelde Xerophthalmia Bulletin. Ze was enige jaren wetenschappelijk hoofdmedewerkster bij de oogheelkundige kliniek in Groningen en maakte ook in die tijd weer enige reizen naar Indonesië, waar ze efficiënt kon werken door goede beheersing van de taal en begrip voor de plaatselijke gewoonten en omstandigheden. Ze werkte actief mee aan het keuzeprogramma voor 5e-jaars studenten ‘Geneeskunde in de Tropen’ en menig student is door haar wegwijs gemaakt op dit gebied. Ook na overdracht van het secretariaat van de Vereniging ter Voorkoming van Blindheid bleef ze actief adviserend optreden bij enkele verenigingen ter behartiging van patiëntenbelangen en van het revalidatiecentrum Het Loo Erf. De bestrijding van nodeloze voedingsblindheid bracht haar behalve naar Indonesië ook naar Vietnam en naar Bangladesh.

Als rustend oogarts in Arnhem vond ze tijd om te werken aan een geschiedenis van de oogheelkunde van Nederlandsch Oost-Indië en Indonesië, totdat ze onverwacht in coma raakte waaruit ze niet meer ontwaakte. Zij werd in het familiegraf op de begraafplaats Bergklooster bij Zwolle begraven[3].

Scouting[bewerken | brontekst bewerken]

Vijf Gilde-leidsters in Londen,
bovenste rij: Wil Baumans en Han Kersbergen
onderste rij Adri Knappert, Annetje ten Doesschate en Han Schokking.

In 1928 was ze afdelingscorrespondente van de afdeling Zwolle van Het Nederlandsche Meisjesgilde[4]. Voor de Tweede Wereldoorlog was zij actief in het NPG voor pioniers; zij organiseerde landelijke kampen en weekenden voor pioniers. Zij was waarschijnlijk toen gewestelijk commissaris bij Het Nederlandse Padvindstersgilde[2]. In 1939 ging ze samen met het Nederlandse contingent naar de Pax Ting[5].

Zij zat van september 1944 tot mei 1945, samen met mevrouw Six uit Eindhoven en Go Dupper uit Bergen op Zoom, in het tijdelijk hoofdbestuur van het Nederlandse Padvindstersgilde in bevrijd Zuid-Nederland[2]. In mei 1945 nam zij initiatief om de padvindsters weer op te bouwen in Den Bosch en Vught[6].

Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ridder in de orde van Oranje Nassau (Koninkrijk der Nederlanden)
  • Eijkmanmedaille (Stichting Eijkman, tropische ziekten en voedingsleer, 1970)[7]
  • Prof.dr.Herman Snellen-penning (Koninklijk Nederlands Gasthuis voor Ooglijders, 1988)[8]
Category edit nl.svg Dit artikel is een beginnetje. U wordt uitgenodigd op Bewerk te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.