Rie de Balbian Verster-Bolderheij

Scoutpedia.nl, dé Scouting wiki
Ga naar:navigatie, zoeken


Hendrika Cornelia (Rie) de Balbian Verster-Bolderheij
Icon girl guide.svg
Geboorteplaats
Amsterdam ­Noord-Holland ­Nederland
Geboortedatum
25 februari 1890
Overlijdensplaats
Weesp ­Noord-Holland ­Nederland
Overlijdensdatum
12 maart 1990
Bezig met het laden van de kaart...
Waarderingsteken(s)
 Zilvervis‎‎ 

Rie de Balbian Verster-Bolderheij was was een Nederlandse schilderes en bestuurslid van het Nederlandsche Meisjesgilde.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Ze werd geboren als vijfde kind van Dirk Bolderheij en Cornelia Maria Christina Dreuzing. Zij trouwde op 17 april 1910[1] in Oisterwijk met historicus en journalist Jan François Leopold de Balbian Verster. Zij kreeg als huwelijkscadeau een atelier aan de Prinsengracht in Amsterdam. Om zich verder als schilderes te ontwikkelen kreeg ze les van bekende schilders als Isaac Israëls en Willem Wenckebach. Ze legde zich voornamelijk toe op het schilderen van portretten en stillevens. In juni 1939 overleed haar man. De reizen die Rie later in haar carrière maakte naar Japan, Hongkong, Marokko, Rusland en Jordanië vormden een belangrijke inspiratiebron[2].

Tussen 1910 en 1917 werden drie dochters geboren: Anna Geertruida (Nan), Cornelia Maria Christina (Kitty) en Florentia (Flor). Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten Nan en Flor met hun kinderen in Kamp Tjideng in Batavia (nu Jakarta) op Java[3]. Kitty was midden 1939 uit Hong Kong naar Nederland gekomen en vertrok op 12 mei 1940 met de laatste boot uit Nederland naar Nederlands Indië[4]. Zij kwam met haar kinderen in kamp ADEK bij Batavia terecht[5]. In 1946-1947 woonden elk van de dochters met hun gezin enige tijd bij hun moeder.

Scouting[bewerken | brontekst bewerken]

Rond 1921 werd zij, meegesleept door de geestdrift van haar dochters, padvindster en kreeg zij zitting in het bestuur van de afdeling Amsterdam, waar zij zich direct de taak oplegde om de zwakke plek, de financiën, te versterken. Ze bood aan ten bate van de kas een portret te schilderen dat verloot zou worden en waardoor de afdeling spoedig ƒ 1000 rijker was. Een jaar later bezorgde zij de kas een voordeel van ruim ƒ 3000 en met dat voortdurende steunen van de financiën legde zij de basis, waarop de afdeling kon voortbouwen. Hierdoor werd Amsterdam het centrale punt in het Gilde: in het Padvindstershuis, het vroegere museum Het Broekerhuis, was het hoofdbestuur en de Gildewinckel gevestigd. Door de afdeling Amsterdam werd het officieel orgaan het maandblad „De Padvindster" opgericht. Dat alles dankte het NMG aan het initiatief van mevrouw de Balbian Verster, die in 1923 mevrouw Cijfer als presidente van Amsterdam opvolgde[6]. Onder haar verantwoordelijkheid nam de afdeling Amsterdam het initiatief om de Jeugdherberg Zonnehoeve te stichten[7]. In 1933 werd ze ook lid van het hoofdbestuur van het NMG[8]. In 1936 stopt ze als voorzitter van de afdeling Amsterdam[9].

Onderscheidingen en eretitels[bewerken | brontekst bewerken]



Category edit nl.svg Dit artikel is een beginnetje. U wordt uitgenodigd op Bewerk te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.